Schapenbegrazing tussen natuur en landbouw, naar een rendabel en circulair bedrijfsmodel (EVINBO)
(foto INBO)
Details
Schapenhouders die hun dieren in natuurgebieden en op publieke gronden laten grazen worstelen met gebrek aan voedsel in de winter. Hierdoor moeten ze voedsel aankopen, wat de rendabiliteit en de duurzaamheid van hun model ondermijnt. Een potentiële oplossing is winterbegrazing, die onder meer op graanakkers een meerwaarde kan bieden. Dit project zal een netwerk van geïnteresseerden opbouwen, de verwachtingen en hindernissen verkennen en een voorstel voor een operationele groep uitwerken die de praktijk opnieuw in het Vlaamse landschap plaatst. De schapen in het landschap vormen een mooi uithangbord voor samenwerking tussen landbouw en natuur. Schapen worden veelvuldig ingezet voor het beheer van openbaar groen (bv. Stad Gent) en in natuurgebieden (bv. Kalmthoutse heide, Drongengoed), al dan niet met herders. Doelen zijn natuurherstel, het beheer van moeilijk betreedbare groene ruimte (bv. kanaalbermen), de bestrijding van invasieve soorten (bv. Japanse duizendknoop) of het natuurvriendelijk onderhoud van groene ruimtes (bv. parken). Troeven zijn onder meer de milieuvriendelijkheid, de lagere (ecologische, economische,...) kosten, de integratie van landbouw in andere doelen, positieve beeldvorming rond landbouw. Er zijn nog heel wat onbenutte kansen voor schapenbegrazing, vooral op openbare terreinen: (1) wegbermen (die vaak niet of slecht beheerd worden), (2) dijken en kanaalbermen (grote oppervlaktes) waar een korte vegetatie in de winter belangrijk is voor het halen van natuurdoelen, maar waar zeer vaak verruiging optreedt. In combinatie met nachtweides (of delen vd (kanaal)berm die 'opgeofferd' worden) een interessante piste, (3) dijken van opgespoten terreinen, oude bezinkingsputten, e.a. Vanaf het (late) voorjaar, tijdens de zomer en de herfst, is er normaal gezien voldoende aanbod aan begraasbare gronden. De uitdagingen situeren zich in de late herfst, winter en/of het vroege voorjaar (hierna ‘winterperiode’ genoemd). Dan hebben schapenhouders moeite om hun dieren met het lokale aanbod te voeden. Ze moeten daarom elders geproduceerd voedsel aankopen, hetgeen de rendabiliteit van het bedrijfsmodel verzwakt, en ook de circulariteit en de duurzaamheid van het model ondermijnt. Een oplossing is om de dieren tijdens de winterperiode op graanakkers, op productiegraslanden, in wijn- en boomgaarden te laten grazen. Dit leidt tot een groter en diverser aanbod van rantsoen en meer voedselautonomie. Het grootste voordeel is dat het een dubbele valorisatie oplevert van hetzelfde landbouwperceel: het is nuttig voor de schapenhouder en nuttig voor de landbouwer: Jonge graangewassen blijken veelal beter uit te stoelen na begrazing met schapen, wat kan zorgen voor een grotere opbrengst (Duncan et al., 2023; Kairsty et al., 2022; The Organic Research Centre, 2023; Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V., 2003, Zwaenepoel & Van Damme, 2016). De begrazing zou ook de onkruidgroei kunnen beperken (National Sheep Association, 2023). Er zijn ook interessante ervaringen met begrazing van groenbedekkers (Jamar & Daniaux, 2022; Kirkegaard et al., 2008) en koolzaad (Baillet, 2022; Jamar & Daniaux, 2022; Kirkegaard et al., 2008). De vernietiging van groenbedekkers, alsook van tijdelijk grasland, om de akkers vervolgens opnieuw te kunnen bewerken, gebeurt normaal gezien mechanisch of chemisch. Begrazing vormt een waardevol alternatief en/of aanvulling op de huidige praktijken (Agro Transfert, 2023). Na de begrazing zijn groenbedekkers, indien gewenst, makkelijker in te werken. Dat kan leiden tot een reductie van het aantal machinale bewerkingen en, in voorkomend geval, het gebruik van glyfosaat vermijden (Agro Transfert, 2023). Er is nog veel marge voor optimalisering van deze praktijk, met positieve impact op bodemkwaliteit, gewasopbrengst van het volggewas en nutriëntenbenutting (zie ook demoproject Inagro 2020-2022). Het begrazen van de groenbedekker brengt ook mogelijkheden voor andere groenbedekkers, die mogelijk beter zijn voor de bodemvruchtbaarheid. De begrazing zou ook tot een vroegere activering van het bodemleven leiden, hetgeen ook het volggewas ten goede komt. Door begrazing in te zetten kunnen de eerste machinale bewerkingen verschuiven naar een later tijdstip, hetgeen ook weer gunstig is voor de bodem. ‘Winter’begrazing van productiegraslanden van veehouders, wijn- en boomgaarden kan tot een betere kwaliteit van het voorjaarsgras en minder onkruid leiden en in wijn- en boomgaarden tot betere beheersing van valfruit, bladoverwinterende schimmels en plaagorganismen (kortere vegetatie leidt tot een betere zichtbaarheid van plaagorganismen voor predatoren) (OSez l’AgroÉcologie, 2023). ‘Winter’begrazing zou ook positieve invloed hebben op de bodemkwaliteit (University of Sheffield, 2023), de koolstofopbouw in de bodem (EIP-AGRI, 2018) en de stikstofhuishouding (Tan et al. 2021). ‘Winter’begrazing biedt ook heel wat voordelen voor de gezondheid van de schapen (Bischoff 2021, Anderzon et al. 2022, Smith 2019). Zo is de parasitaire druk op de begraasde percelen bv. mogelijk kleiner. Ten slotte kan er ook verkend worden of winterbegrazing met schapen in natuurgebieden (complementair met jaarrondbegrazing door grote grazers) of op openbare terreinen kansen biedt, omdat een korte vegetatie in de winter belangrijk kan zijn voor het halen van natuurdoelen. Er is weinig ervaring met schapenbegrazing in winter in natuurgebieden, maar het zou na natuurontwikkeling in heel diverse systemen kunnen bijdragen. Daar treedt nl. vaak de eerste jaren verruiging op of komen er veel bramen. In de winter eten bijna alle grazers bramen, ook schapen. Hier zijn natuurlijk ook de gezondheidseisen van de dieren belangrijk, maar als stootbegrazing zou dit zeker een optie zijn. ‘Winter’begrazing op akkers, productiegraslanden, boom- en wijngaarden heeft bijgevolg voordelen voor veeteelt, akkerbouw, fruitteelt, en natuur (omdat de dieren in zomer en herfst o.m. kunnen worden ingezet in natuurgebieden). Het zijn landbouwpraktijken die in Vlaanderen historisch uitgeoefend werden (De Clercq, 2021). In Wallonië zijn deze sinds enige tijd nieuw leven ingeblazen, net als in vele andere gebieden binnen en buiten Europa. Deze praktijken gebeuren in Vlaanderen nauwelijks, omdat er administratieve en juridische hindernissen alsook hiaten in praktijkkennis en -ervaring zijn. Er zijn in Vlaanderen heel wat onbenutte kansen. Er is behoefte aan uitwisseling rond de aanwezige (praktijk)kennis, ervaringen en hindernissen, en de opbouw van samenwerking tussen schapenhouders, akkerbouwers, vee- en fruittelers, natuurbeheerders en betrokken overheidsinstanties om deze praktijk weer op de kaart te plaatsen.Status | Uitgevoerd |
---|---|
Effectieve start/einddatum | 29/02/2024 - 30/09/2024 |
Teams
INBO Onderzoeksdomein(en)
- Beschermde natuur
- Landbouw
Tags
- landbouw
- begrazing