Publicatiedatum: 2024-09-24T10:00:00+01:00
De index van overwinterende watervogels voor de winter 2022/23 bereikt net als in de twee voorafgaande winters een hoog niveau. Dit is een bevestiging dat - minstens tijdelijk - een einde is gekomen aan een periode met een licht dalende trend.
De index van overwinterende watervogels in figuur 1 is gebaseerd op het aantalsverloop van internationaal belangrijke soorten ganzen en eenden in Vlaanderen. De index wordt bepaald op basis van zes midmaandelijkse tellingen per winter.
In Vlaanderen worden elke winter zes midmaandelijkse tellingen uitgevoerd van oktober t/m maart (Devos e.a. 2020). De tellingen van kleine rietgans, kolgans, grauwe gans, smient, krakeend, wintertaling, pijlstaart, slobeend, tafeleend en wilde eend worden samengevoegd om de trendindex voor overwinterende watervogels te bepalen.
De aantallen overwinterende watervogels vertoonden een significant stijgende trend tot ongeveer 2003, waarna een licht dalende trend ingezet werd. De laatste drie winters lijkt zich echter een herstel in te zetten. Dit komt vooral door een aanhoudende toename van grauwe gans, kolgans en krakeend. Bij de meeste andere soorten is eerder sprake van een stabilisatie van de aantallen, na een periode waarin een (sterke) afname werd vastgesteld zoals bij tafeleend en wintertaling.
De trend van watervogels in Vlaanderen is een gecombineerd effect van de ontwikkelingen op Noordwest-Europees niveau en van regionale en lokale factoren (Devos en Onkelinx 2013). In Noordwest-Europa namen nagenoeg alle ganzen- en eendensoorten tijdens de voorbije 50 jaar toe. Dit is een gevolg van enerzijds een betere bescherming van soorten en waterrijke gebieden (o.a. via de Europese Vogelrichtlijn), en anderzijds een toegenomen voedselaanbod. Na een jarenlange toename is meer recent bij heel wat soorten een afvlakking of kentering van die positieve trend merkbaar. Diverse studies tonen aan dat klimaatverandering een toenemende rol speelt in veranderingen in het Europese verspreidingsareaal (o.a. Lehikoinen e.a. 2013; MacLean e.a. 2008; Pavón-Jordán e.a. 2019).
Daarnaast worden de trends in Vlaanderen minstens gedeeltelijk bepaald door lokale veranderingen in onder meer waterkwaliteit, menselijke activiteiten en natuurbeheer en -ontwikkeling. Deze factoren kunnen een grote invloed uitoefenen op de draagkracht van gebieden voor watervogels, in hoofdzaak via wijzigingen in het voedselaanbod, zoals o.a. vastgesteld langs de Zeeschelde.
Publicatiedatum: 2024-09-24T10:00:00+01:00
In een eerste stap sommeren we voor elke maandelijkse telling (periode oktober-maart) alle getelde exemplaren van een soort over alle watervogelgebieden in Vlaanderen. Dit geeft een maandelijks totaalcijfer per soort. Vervolgens berekenen we voor elke soort het seizoensgemiddelde: het gemiddelde aantal per soort over de zes tellingen in een bepaalde winter. De index van een soort is het seizoensgemiddelde van een bepaalde winter gedeeld door het seizoensgemiddelde van de winter 1991-1992 (met indexwaarde 100).
De watervogelindex is de gemiddelde index van tien soorten.
Broncode indicator: watervogels.Rmd
Broncode metadata: metadata_watervogels.Rmd
Beschrijving | Gegevens | Metadata |
---|---|---|
Index voor de individuele soorten | ruwe_data.csv | ruwe_data.yml |
Gemiddelde index van overwinterende watervogels | gemiddelde.csv | gemiddelde.yml |