Gedaan met laden. U bevindt zich op: Faire et défaire c’est toujours travailler Lees de columns van Claudine over de renovatie van de kabinetsgebouwen

Faire et défaire c’est toujours travailler

Claudine Dewettinck, eigenaar van een prachtig appartement op het Martelaarsplein in Brussel deelt haar kijk op de bouwwerken.

Claudine Dewettinck

Is een ironische formulering om te verduidelijken dat, wat we ook gedaan hebben, het tot niets diende, en dat we konden herbeginnen.

Op 21 februari contacteerde Jo Aerts mij. Hij wou de bewoners verwittigen dat, vanaf 26 februari, de inrit van de Kreupelenstraat 2, die normaliter doorgang biedt naar de privatieve parkeerplaatsen, tijdelijk zou afgesloten worden.

Als goede Vlaamse ondernemer had hij reeds een oplossing voor dit euvel: de ondergrondse parking van de Koolstraat 35 kon ondertussen gebruikt worden, met een gepersonaliseerde toegangsbadge. Jo had het in zijn, perfect tweetalige mededeling, over ‘bouwkundige ingrepen’, ‘interventions de construction’, aan de ingang van de Kreupelenstraat.

Bouwkundige ingrepen? De curieuzeneus in mij kwam snel te weten dat ‘een muur zou afgebroken worden’. Mij daar verder niet meer druk om gemaakt.

Op 14 maart stond ik aan de ingang van de Kreupelenstraat en wat zag ik: de muur die ondertussen afgebroken was, was de muur die het jaar ervoor speciaal opgetrokken werd, en die de toegang voor de wagens veel smaller maakte.

‘Waarom wordt deze muur opgebouwd?’, had ik toendertijd gevraagd aan Jo. Waarop hij antwoordde dat deze moest dienen als doorgang voor een nooduitgang. Ja, verplicht door de brandweer. En nu, een jaar later werd deze muur weer afgebroken.

Nog een leuke kwinkslag: diezelfde dag, 14 maart, wou ik langs die poort binnengaan, maar een mijnheer, op een hoge heftruck (foto 1) riep: ‘Nee madammeke, dat mag niet, daar moet ge een helm voor opzetten’. Waarop een jonge man, Davy, die samen met hem werkte, reageerde: ‘Ge moogt mijn helm effekes gebruiken, maar dan heb ik er geen meer’. ‘Ik wil gewoon even naar mijn parkeerplaats, ik zal braafjes langs de muur lopen’ was mijn repliek. En weg was ik.

Ik hoorde Davy, die gretig poseerde voor de foto, nog juichen: ‘Regels zijn er om overtreden te worden, toch?’. Een kadee met humor. Daar hou ik van. Niet van de kadee, wel van zijn humor. Ik had toch nog even de tijd genomen om te vragen waarom deze muur werd afgebroken, waarop de oudere man mij vertelde: ‘Dat weten wij niet, wij zijn onderaannemers van Artès, er werd ons gevraagd deze muur af te breken, dus doen wij dat’.

Vanaf vrijdagavond 22 maart zou de ingang weer toegankelijk zijn, maar eerst kreeg ik nog een telefoontje van mijn Artes maatje Maxime: Of ik hem de afstandsbediening van de poorten, die toegang verlenen tot de niveau’s -1 en -2 wou lenen, want op vrijdag zouden de Artès cleaning boys onze privatieve parkings nog maar eens komen schoonmaken. ‘Want ja, wij hebben toch veel stof en vuil achtergelaten’, merkte Maxime op.

Een derde gratis poetsbeurt op één jaar tijd! Fijn toch? En ik kon het niet laten: ‘Maxime, waarom hebben ze die muur eigenlijk afgebroken?’. ‘Er was één wagen die niet meer kon passeren… doorgang tè smal’ was zijn antwoord. Naar verluidt was de gemiddelde breedte van een wagen in Europa twintig jaar geleden nog 170 cm, vandaag is dat al 180 cm.

‘En die fameuze nooduitgang dan? moest ik toch persé weten. ‘Geen idee’ repliceerde Maxime.

Even naar de brandweer bellen?

‘Ze zullen dan maar door het raam moeten springen’ onzin, die ik zonder kennis van zaken uit mijn botten sloeg.
Of waren het schoenen?

Claudine Dewettinck 24 maart 2024