Hernieuwbare energie: overzicht van de eisen (voor bouwaanvragen van 01-01-2023 t.e.m. 31-12-2024)
Nieuwbouw
U kunt op 3 verschillende manieren voldoen aan het minimumaandeel hernieuwbare energie:
1 | Minstens 25 kWh aan hernieuwbare energie produceren in het geval van een woongebouw en minstens 35 kWh bij een niet-residentieel gebouw, per m² bruto vloeroppervlakte door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:
|
2 | De volledige energievraag voor ruimteverwarming dekken door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:
Bovenop de hernieuwbare opwekking voor verwarming moet ook het sanitair warm tapwater voor baden en douches aangesloten zijn op een van bovenstaande technieken. Voor aanrechten (keuken, uitgietbakken,...) is dat geen vereiste. |
3 | Volledige participatie, die 10 kWh/m² hoger ligt dan het algemene eisenniveau waarbij concrete maatregelen moeten genomen worden op de eigen site. De participatie moet voldoen aan:
Gedeeltelijke participatie, waarbij participatie wordt ingezet als aanvulling op een andere maatregel (zie optie 1 hierboven). Ook bij een gedeeltelijke participatie moet men in totaal 10 kWh/m² extra investeren (om productie ter plaatse te stimuleren).
|
Ingrijpende energetische renovaties
Alle ingrijpende energetische renovaties met bouwvergunningsaanvraag vanaf 1 januari 2023 moeten minstens 20 kWh per m² bruto vloeroppervlakte uit 1 of meerdere hernieuwbare bronnen halen: zowel niet-residentiële gebouwen als woongebouwen (residentieel).
Het invullen van dit minimumaandeel kan volgens dezelfde drie manieren en randvoorwaarden als bij nieuwbouw.
Bij de keuze voor participatie is een niveau van 30 kWh/m² vereist (namelijk het algemene eisenniveau van 20 kWh/m² + 10 kWh/m²). Bij een volledige participatie en een participatiebedrag van 75 eurocent per kWh, stemt dat overeen met een bedrag van 22,50 euro per m² (namelijk 30 kWh/m² * 0,75 eurocent per kWh).