Gedaan met laden. U bevindt zich op: Hernieuwbare energie: overzicht van de eisen (voor bouwaanvragen van 01-01-2023 t.e.m. 31-12-2024) Hernieuwbare energie: overzicht van de eisen (huidig)

Hernieuwbare energie: overzicht van de eisen (voor bouwaanvragen van 01-01-2023 t.e.m. 31-12-2024)

Geldig voor bouwaanvragen van 01.01.2023 tot 31.12.2024 Bekijk tijdslijn

Nieuwbouw

U kunt op 3 verschillende manieren voldoen aan het minimumaandeel hernieuwbare energie:

1

Minstens 25 kWh aan hernieuwbare energie produceren in het geval van een woongebouw en minstens 35 kWh bij een niet-residentieel gebouw, per m² bruto vloeroppervlakte door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:

  • zonnepanelen (PV)
  • zonneboiler
  • warmtepomp en warmtepompboiler
  • ketel, kachel of WKK op biobrandstof*
  • stadsverwarming (via een warmtenet)
  • gedeeltelijke participatie (zie verder)
2

De volledige energievraag voor ruimteverwarming dekken door middel van 1 of meerdere van de onderstaande technieken:

  • warmtepomp
  • ketel, kachel of WKK op biobrandstof*
  • energie-efficiënte stadsverwarming, waarbij de warmte minstens voor 50% afkomstig is uit hernieuwbare bronnen, restwarmte of een combinatie van beide.

Bovenop de hernieuwbare opwekking voor verwarming moet ook het sanitair warm tapwater voor baden en douches aangesloten zijn op een van bovenstaande technieken. Voor aanrechten (keuken, uitgietbakken,...) is dat geen vereiste.

3

Volledige participatie, die 10 kWh/m² hoger ligt dan het algemene eisenniveau waarbij concrete maatregelen moeten genomen worden op de eigen site. De participatie moet voldoen aan:

  • minstens 35 kWh/m² bruto vloeroppervlakte voor woongebouwen en minstens 45 kWh/m² voor niet-residentiële eenheden.
  • minstens 75 eurocent per kWh, en dus 26,25 euro per m² bruto vloeroppervlakte (namelijk 35 kWh/m² *0,75 eurocent per kWh) voor wooneenheden en minstens 33,75 euro per m² voor niet-residentiële eenheden.
  • Extra voorwaarden

Gedeeltelijke participatie, waarbij participatie wordt ingezet als aanvulling op een andere maatregel (zie optie 1 hierboven). Ook bij een gedeeltelijke participatie moet men in totaal 10 kWh/m² extra investeren (om productie ter plaatse te stimuleren).

  • Voorbeeld: de algemene eis is 25 kWh/m² voor een woongebouw en u behaalt al 20 kWh/m² door zonnepanelen te plaatsen. In dat geval moet u nog 15 kWh/m² (namelijk 5 + 10 kWh/m²) investeren in participatie.
  • Die participatie moet ook 75 eurocent per kWh bedragen. Voor bovenstaand voorbeeld is dat 11,25 euro per m².
  • Extra voorwaarden

(*) De biomassaketel of -kachel (bijvoorbeeld: hout, pellets) moet voldoen aan voorwaarden.

  • bij EPB-aangiften tot 5 juli 2024 moet voldaan zijn aan het KB van 12 oktober 2010: de ketel of kachel heeft een opwekkingsrendement van minstens 85% en de emissieniveaus (CO en fijn stof) zijn kleiner dan de grenswaarden uit fase III van het KB.
  • bij EPB-aangiften vanaf 5 juli 2024 moet voldaan zijn aan de energie-efficiëntieklasse A+, zoals vermeld staat op het Europese energielabel.

Ingrijpende energetische renovaties

Alle ingrijpende energetische renovaties met bouwvergunningsaanvraag vanaf 1 januari 2023 moeten minstens 20 kWh per m² bruto vloeroppervlakte uit 1 of meerdere hernieuwbare bronnen halen: zowel niet-residentiële gebouwen als woongebouwen (residentieel).

Het invullen van dit minimumaandeel kan volgens dezelfde drie manieren en randvoorwaarden als bij nieuwbouw.

Bij de keuze voor participatie is een niveau van 30 kWh/m² vereist (namelijk het algemene eisenniveau van 20 kWh/m² + 10 kWh/m²). Bij een volledige participatie en een participatiebedrag van 75 eurocent per kWh, stemt dat overeen met een bedrag van 22,50 euro per m² (namelijk 30 kWh/m² * 0,75 eurocent per kWh).

Bij een ingrijpende energetische renovatie mogen bestaande zonnepanelen meegerekend worden.

Tijdslijn