De Gegevensbeschermingsautoriteit(opent in nieuw venster) of de Vlaamse Toezichtscommissie verleent een afnemer een machtiging voor het gebruik van bepaalde gegevens uit brondatabanken. De brondatabanken bevatten echter vaak veel meer gegevens dan deze waarvoor een afnemer een machtiging heeft verkregen.

Afhankelijk van de finaliteit, krijgt de afnemer meer of minder gegevens terug van de bron. Dit wordt het proportionaliteitsprincipe genoemd.

Voorbeeld:

Hoeveel gegevens een afnemer toegang toe heeft, hangt af van de finaliteit waarvoor hij de gegevens wil gebruiken.

Zo krijgt een gemeente die de persoonsgegevens van een foutparkeerder wil opzoeken bij het opgeven van een INSZ, enkel naam en adres terug van het Rijksregister, terwijl ze voor een opzoeking in het kader van het uitschrijven van attesten, ook gezinssamenstelling, burgerlijke stand etc door.

Het MAGDA-platform zorgt daarvoor. In de praktijk stuurt de bron namelijk steeds hetzelfde antwoord terug, maar het MAGDA-platform filtert (afhankelijk van de finaliteit) deze gegevens en laat enkel deze gegevens door die voor die finaliteit toegelaten zijn in de machtiging.

Daarom is het noodzakelijk dat bij elke aansluiting op het MAGDA-platform de juiste filters opgezet worden.