Al 23 baby’s in Vlaanderen opgenomen in het ziekenhuis wegens kinkhoest: Departement Zorg benadrukt belang van vaccinatie tijdens de zwangerschap
Het Departement Zorg telde van begin dit jaar tot 12 april al 672 meldingen van kinkhoest. Dat is veel meer dan in andere jaren, waar er gemiddeld minder dan 1.000 kinkhoestgevallen per jaar gerapporteerd werden (2017-2019). In Vlaanderen blijft kinkhoest momenteel vooral in Antwerpen (207 meldingen) en Vlaams-Brabant (237 meldingen) circuleren. Ook onze buurlanden melden meer kinkhoest.
Bijna de helft kinkhoestgevallen (334) komen voor bij kinderen tussen 4 en 14 jaar. Bij hen is kinkhoest meestal ongevaarlijk, al is een ziekenhuisopname ook in deze leeftijdsgroep niet uitgesloten. Zij kunnen echter jongere broertjes of zusjes besmetten. Bij pasgeboren baby’s is kinkhoest het meest gevaarlijk: zij raken uitgeput door het hoesten en drinken dan niet meer. Soms hoesten baby's met kinkhoest niet, maar stoppen ze af en toe met ademhalen. Daardoor kunnen ze blauw aanlopen. Dat blijkt nu ook uit nieuwe cijfers over ziekenhuisopnames. Van de 50 kinderen jonger dan 1 jaar bij wie kinkhoest dit jaar gemeld werd, moesten er 23 opgenomen worden in het ziekenhuis, 21 daarvan waren jonger dan 6 maanden.
Joris Moonens, woordvoerder Departement Zorg: “Pasgeboren baby’s kunnen door de hevige hoestbuien van kinkhoest in ademnood of sterk verzwakt geraken. We beklemtonen daarom nogmaals hoe belangrijk het is de baby zelf snel en tijdig te vaccineren tegen kinkhoest en ook de moeder tijdens elke zwangerschap te vaccineren. Een baby kan pas na 4 tot 6 maanden een goede bescherming opbouwen met verschillende dosissen van het vaccin. Om die periode te overbruggen, laat een zwangere vrouw zich best vaccineren tussen week 24 en 32 van de zwangerschap. Zo geeft zij antistoffen door aan de baby bij de geboorte en is die beter beschermd in de eerste levensmaanden.”
De cijfers bevestigen dat baby’s meer risico lopen om ernstige kinkhoest op te lopen en in het ziekenhuis te belanden, als de moeder tijdens de zwangerschap niet gevaccineerd werd dan als dat wel gebeurd was.
- Bij de 21 baby’s die met kinkhoest in het ziekenhuis terechtkwamen in hun eerste 6 levensmaanden, waren bij 9 baby’s de moeders niet gevaccineerd tijdens de zwangerschap.
- Bij 7 baby’s was de moeder wel gevaccineerd
- Bij de overige 5 baby's kon de vaccinatiestatus van de moeder niet nagekeken worden.
Joris Moonens: “9 baby's met niet-gevaccineerde moeders in het ziekenhuis ten opzichte van 7 baby's met gevaccineerde moeders lijkt op het eerste gezicht misschien maar een klein verschil, maar je moet er rekening mee houden dat er veel meer gevaccineerde moeders zijn dan ongevaccineerde. In Vlaanderen worden slechts zo’n 15% van de baby’s geboren zonder vaccinatie van hun moeder in de zwangerschap. Ondanks het gegeven dat ze zo’n kleine groep zijn, duiken ze toch meer op in de ziekenhuisopnamecijfers. De baby’s van ongevaccineerde moeders zijn dus duidelijk oververtegenwoordigd in de cijfers. Het is dan ook duidelijk dat vaccinatie tijdens de zwangerschap het risico terugdringt dat baby's tijdens hun eerste 6 levensmaanden kinkhoest oplopen en erdoor in het ziekenhuis belanden.”
Binnen het vaccinatieschema wordt het kinkhoestvaccin gegeven op 8, 12 en 16 weken, 15 maanden, 6 jaar en 14 jaar. Volwassenen laten zich daarna best om de tien jaar vaccineren. Het vaccin is gratis. Kinkhoest is een acute bacteriële infectieziekte van de luchtwegen die heel besmettelijk is. Door hoesten, niezen en praten komt de bacterie in de lucht en kan je besmet raken. Bij kinderen en volwassenen veroorzaakt het lastige hoestbuien die wekenlang aanhouden, maar het kan ook oorzaak zijn van een oorontsteking. Zuigelingen en pasgeborenen kunnen erg ziek worden van kinkhoest en de klachten zijn soms anders, zoals slecht eten, moeite met ademen en blauw aanlopen. Met een jonge baby vermijd je dus best hoestende mensen.