Gedaan met laden. U bevindt zich op: Over de vervoerregio Limburg

Over de vervoerregio Limburg

De vervoerregio Limburg is op een aantal vlakken uniek in Vlaanderen. Zo valt de vervoerregio als enige samen met de grenzen van de provincie. Met 42 steden en gemeenten is deze vervoerregio ook de grootste van Vlaanderen.

Steden en gemeenten van de vervoerregio Limburg

De vervoerregio Limburg telt 42 gemeenten met in totaal ongeveer 871.000 inwoners, gespreid over een oppervlakte van 2.414 km².

Deze gemeenten behoren tot de vervoerregio Limburg: Alken, As, Beringen, Bilzen, Bocholt, Borgloon, Bree, Diepenbeek, Dilsen-Stokkem, Genk, Gingelom, Halen, Ham, Hamont-Achel, Hasselt, Hechtel-Eksel, Heers, Herk-de-Stad, Herstappe, Heusden-Zolder, Hoeselt, Houthalen-Helchteren, Kinrooi, Kortessem, Lanaken, Leopoldsburg, Lommel, Lummen, Maaseik, Maasmechelen, Nieuwerkerken, Oudsbergen, Peer, Pelt, Riemst, Sint-Truiden, Tessenderlo, Tongeren, Voeren, Wellen, Zonhoven en Zutendaal.

De regio genereert ca. 243.000 voltijdse arbeidsplaatsen. Dagelijks pendelen 73.000 Limburgers, vooral naar Antwerpen en Brussel. Die pendelstroom is mede verantwoordelijk voor de dagelijkse files van en naar beide tewerkstellingspolen, omdat duurzame alternatieven zowel binnen de regio als grensoverschrijdend onvoldoende aanwezig en/of aantrekkelijk zijn.

Mobiliteitsuitdagingen

Zoals bij elke vervoerregio zijn er binnen de Vervoerregio Limburg specifieke mobiliteitsproblemen en -uitdagingen, waarvan een aantal met een rijke geschiedenis. Bijvoorbeeld de noord-zuidverbinding, de ontsluiting van Haspengouw naar de E40, de leefbaarheid van de kernen van Neerpelt en Hamont-Achel, de ondermaatse openbaarvervoerontsluiting van het Maasland en noordoost Limburg …

Het ontbreken van grote steden, de uitgestrektheid van de provincie, het grote buitengebied en vooral de suboptimale openbaarvervoerontsluiting hebben ertoe geleid dat vandaag de auto nog steeds de overhand heeft.

De laatste decennia heeft de provincie zich meer en meer ontwikkeld als dé fietsprovincie van Vlaanderen. Die bewering klopt, maar geldt slechts voor het recreatieve verkeer. De omslag naar het duurzaam functioneel verkeer moet nog komen. Naast de definitieve doorbraak van de e-bike en de steeds groeiende duurzame bewustwording bij de Limburgers zal de uitbouw van een volwaardig fietssnelwegennetwerk hierbij een cruciale rol spelen.