Gedaan met laden. U bevindt zich op: Historiek

Historiek

Van 2019 tot 2024 werkte de vervoerregio Brugge aan een Regionaal Mobiliteitsplan (RMP). Hier vind je een overzicht van verschillende cruciale stappen en processen in het ontstaan van dat RMP. 

Documenten RMP (2020-2023)

Het Regionaal Mobiliteitsplan is opgebouwd in drie fasen: oriëntatiefase (oriëntatienota), synthesefase (visienota) en eindfase (Regionaal Mobiliteitsplan).

  • Stap 23/122023

    Op 23 december 2023 heeft de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters het Regionaal Mobiliteitsplan 2030-2050 voor de vervoerregio Brugge officieel goedgekeurd, nadat de Vervoerregioraad het plan op 18 december 2023 definitief heeft vastgesteld. Dat plan tekent de toekomst van de mobiliteit in de vervoerregio Brugge uit en bevat acties voor lokale en bovenlokale overheden om die toekomstvisie te realiseren. Dit plan is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen de steden en gemeenten van de vervoerregio met de Vlaamse Overheid, de provincie en de haven. De nadruk wordt gelegd op het bovenlokale aspect, zonder het lokale uit het oog te verliezen. Ook het middenveld en de burger zelf werkten hieraan mee.

    Bekijk het Regionaal Mobiliteitsplan:

    Mobiliteit visienota(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Actietabel(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Actieplan(PDF bestand opent in nieuw venster)

    Netwerkkaarten(PDF bestand opent in nieuw venster)

  • Stap 27/62022

    In de tweede fase – de synthesefase – bepalen we de doelstellingen en schetsen we het gewenste toekomstscenario. Dat doen we samen met de gemeenten en de regionale beleidsactoren, met input van burgers en stakeholders. Het resultaat wordt gebundeld in de synthesenota, die zal bestaan uit 2 elementen: de visienota en de netwerken.

    De visienota geeft aan welke richting we uit willen als vervoerregio. Die visienota zal als basis dienen voor het milieuonderzoek. Het is belangrijk om voor de verdere uitwerking van het RMP en dus ook het opmaken van het actieplan te kunnen terugvallen op een solide, gedragen basis. Aangezien de visienota aangeeft hoe de vervoerregio de mobiliteit in de toekomst ziet, vormt het dus ook de basis voor het actieplan.

    Op de vervoerregioraad van 27 juni 2022 werd de visienota gevalideerd door de leden van de vervoerregioraad.

    Bekijk de visienota(PDF bestand opent in nieuw venster)

  • Stap 21/22020

    De Vervoerregioraad Brugge heeft op 21 februari 2020 de oriëntatienota goedgekeurd. De oriëntatienota is een eerste stap in de opmaak van het regionaal mobiliteitsplan. De oriëntatienota beschrijft hoe onze mobiliteit georganiseerd is, hoe de bestaande netwerken gebruikt worden, hoe we ons verplaatsen, welke verplaatsingsrelaties er zijn, …

    Ook knelpunten en sterktes komen aan bod. Kortom, de oriëntatienota geeft een beeld van de bestaande toestand van mobiliteit in onze regio.

    Oriëntatienota(PDF bestand opent in nieuw venster)

Plan-MER (2022-2023)

De mogelijke milieueffecten van het goedgekeurde Regionaal Mobiliteitsplan zijn gedocumenteerd in een bijhorend Plan-Milieueffectenrapportage (Plan-MER). Dat plan kreeg op 23 november 2023 een gunstige kwaliteitsbeoordeling van het Team Mer (Departement Omgeving). De milieubeoordeling verliep in verschillende stappen.

Participatietraject (2019-2023)

Zoals het decreet basisbereikbaarheid voorschrijft, heeft de vervoerregio Brugge een participatietraject op maat van de regio gevolgd bij de opmaak van haar Regionaal Mobiliteitsplan.

  • Stap 22/62023
  • Stap 2/52023
  • Stap 3/12023
  • Stap 12/122022
  • Stap 6/92022
  • Stap 18/32021
  • Stap 24/22021
  • Stap 3/122020
  • Stap 3/122020

    De stakeholders krijgen verschillende denksporen toegelicht en gaan in dialoog rond beleidsrichtingen over ruimte en mobiliteit, fiets en veiligheid, wagen en vracht; openbaar vervoer.

  • Stap 16/112020
  • Stap 14/72020

    5.000 burgers werden uitgenodigd om een enquête in te vullen over mobiliteit.

  • Stap 15/42020

    Stakeholders werden geïnformeerd over het OV-plan en konden feedback geven op de verschillende initiatieven en acties.

  • Stap 29/12020

    Op een startmoment kregen stakeholders en raadsleden informatie over de doelstellingen van de vervoerregio en het verloop van het beleidsplantraject.

  • Stap 17/12020

    Jongeren gingen in dialoog rond de uitdagingen voor mobiliteit.

  • Stap 28/112019

    Mensen met een mobiliteitsbeperking en vertegenwoordigers van organisaties die het voor hen opnemen gingen in dialoog rond de uitdagingen voor mobiliteit.

Openbaarvervoerplan (2019-2020)

De vervoerregio Brugge heeft op maandag 23 november 2020 het nieuwe vervoerplan voor de regio definitief goedgekeurd. De Lijn en de Vlaamse overheid nemen de implementatie van dit plan nu verder op zich.

De belangrijkste speerpunten van het regulier net

De belangrijkste speerpunten zijn:

  • een busnetwerk dat zowel qua reiswegen als qua dienstregeling beter wordt afgestemd op het treinnetwerk van de NMBS en inspeelt op de effectieve vervoersvraag tussen kernen;
  • inzetten op sterke stamassen, dus hogere frequenties op die assen waar de grootste verplaatsingsstromen worden vastgesteld, zowel tijdens weekdagen als in het weekend;
  • het bundelen van een aantal buslijnen op grote assen waardoor frequenter, maar ook sneller gereisd kan worden;
  • een geïntegreerd avond- en nachtnet met latere ritten op de sterke stamassen binnen stad Brugge en in de regio.

Voor de vervoerregio Brugge is op die manier een radiaal netwerk uitgetekend met een sterke focus op bundeling van lijnen op de invalswegen van en naar Brugge. Zo ontstaan sterke stamassen vanuit Sijsele, Beernem en Oedelem, Oostkamp, Zedelgem en Loppem, Jabbeke, Blankenberge en Knokke-Heist. Die sterke stamassen worden aangevuld met specifieke functionele lijnen en ritten die vooral rijden tijdens de spitsuren in functie van woon-school- en woon-werkverkeer.

Ook het stedelijk openbaar vervoer van Brugge is volledig hertekend. Er is uitdrukkelijk gekozen om een aantal sterke bundels te creëren op een aantal radiale invalswegen door combinatie van stads- en streeklijnen. Binnen de stadsgrens kunnen daardoor frequenties van 10 of 15 minuten gerealiseerd worden op de invalswegen. Daarnaast zijn ook nog een aantal meer ontsluitende stadslijnen ingetekend die zorgen voor de ontsluiting van de Brugse wijken en geënt zijn op ’t Zand en het Station.

Ook de centrumbediening zal er in de toekomst totaal anders uitzien met specifieke centrumlijnen die vanuit specifieke eindpunten (met een belangrijke relatie met het centrum) door het centrum zullen rijden.

Het avond- en het nachtnet in de Brugse regio wordt een verlengde van het reguliere netwerk. Er zijn geen afzonderlijke reiswegen meer, en ook geen andere lijnnummers voor de avondbediening. Op de belangrijkste stamassen wordt een verlengd aanbod voorzien.

Vervoer op maat via vier sporen

Lacunes in het regulier net worden ingevuld met het zogenaamde vervoer op maat. Voor de plaatsen die niet of minder goed gedekt zijn door het treinnet en het reguliere busnet biedt het vervoer op maat flexibele en vraaggestuurde oplossingen. Elke vervoerregio krijgt daarvoor middelen ter beschikking vanuit Vlaanderen. Het aanbod aan vervoer op maat in de Brugse regio is zeer breed.

Vervoerregio Brugge heeft een concept van vervoer op maat uitgewerkt geënt op 4 sporen

  • Flexvervoer
    Om de ‘witte vlekken’ in het vervoerssysteem kwaliteitsvol te kunnen ontsluiten, is een vraagafhankelijk systeem van flexibel vervoer voorzien. Dat vervoer richt zich zowel naar de open gebruiker als naar de doelgroepgebruikers (vervoer van personen met een rolstoel en vervoer van personen die begeleiding nodig hebben). Hierin zit ook nachtvervoer vervat.
  • Deelmobiliteit
    Deelmobiliteit is een belangrijke pijler in het vervoerplan. Er wordt geïnvesteerd om zowel fiets- als autodeelsystemen regiobreed uit te rollen.
  • Semi-flex vervoer naar specifieke attractiepolen
    Specifieke attractiepolen, zoals de haven, het Zwin, Ramskapelle in combinatie met het AZ Zeno en de stad Damme (in functie van toeristisch verkeer), kunnen vraagafhankelijk ontsloten worden.
  • Aanvullende vaste lijnen
    Voor een aantal specifieke verbindingen wordt een vaste lijn voorzien, onder meer voor de relatie Brugge – Zeebrugge en de zuidelijke ontsluiting van de vervoerregio tussen de stations Torhout en Beernem. De centrumbus van Blankenberge blijft ook behouden.

Vervolgtraject
Het definitief goedgekeurde openbaar vervoerplan zal nu verder uitgewerkt worden door De Lijn en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid.

Openbaar vervoerplan 2020(PDF bestand opent in nieuw venster)

Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 1: kaarten KN-AN(PDF bestand opent in nieuw venster)

Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 2: bundeling kaarten bestaande situatie(PDF bestand opent in nieuw venster)

Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 3: overzicht KN-AN(Excel bestand opent in nieuw venster)

Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 4: mobipunten(Excel bestand opent in nieuw venster)

Openbaar vervoerplan 2020 - bijlage 5: Vervoer Op Maat initiatieven(PDF bestand opent in nieuw venster)