Gedaan met laden. U bevindt zich op: Angst en depressie

Angst en depressie

Bij de vierde coronagolf in december 2021 zagen we een forse stijging in het aandeel van de bevolking met een angst- of depressieve stoornis. Het aantal nam vanaf maart 2022 terug af, waarna het vanaf oktober 2022 opnieuw licht steeg.  

De eerste COVID-19-gezondheidsenquête (begin april 2020) wees op een verhoogd aantal angststoornissen (19,9 %) en depressieve stoornissen (16,5 %) bij de volwassen Vlaming (18 jaar en ouder) in vergelijking met de cijfers uit 2018 (respectievelijk 8,8% en 6,5%).

Evolutie in (interactieve) grafiek

In de daaropvolgende COVID-19-gezondheidsenquêtes zien we dat het aantal mensen dat kampt met angst en depressie mee evolueert met de geldende coronamaatregelen. Bij versoepelingen daalt het aantal mensen, bij verstrenging neemt het aantal toe.

Bij de vierde golf in november-december 2021 zagen we dat het aantal mensen dat kampt met een depressie, het hoogste peil bereikt sinds de start van de pandemie (21,3%). Ook het aantal angststoornissen stijgt opnieuw t.o.v. de meting in oktober, naar 17,3%.

Onder invloed van de versoepelingen geeft de enquête vanaf maart 2022 opnieuw een daling aan. Het aantal mensen met angstgevoelens daalt in juni 2022 naar 12,1%, het aantal depressies daalt naar 9,1%. Hiermee dalen de cijfers tot op het niveau van vóór de vierde golf (oktober 2021).

Vanaf oktober 2022 lijkt het aantal mensen met angst- en depressieve gevoelens geleidelijk weer te stijgen, met uitzondering van juni 2023. Het aandeel van de bevolking met angstgevoelens stijgt weer naar 17,5% in november 2023. Wat betreft depressieve gevoelens laat de enquête zien dat het percentage op datzelfde moment 15,2% bedraagt.

Om de prevalentie van gegeneraliseerde angststoornissen en depressieve stoornissen na te gaan werden de GAD-7 (Generalized Anxiety Disorder) en PHQ-9 (Patient Health Questionnaire) gebruikt.

De data zijn afkomstig van: Sciensano.(opent in nieuw venster) Vanaf oktober 2022 worden niet meer de gegevens van de gezondheidsenquêtes gebruikt, maar wel van de BelHealth-bevraging. Dit zorgt echter niet voor een trendbreuk.