Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel XIbis. Specifieke arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden binnen de nautische keten van het agentschap voor maritieme dienstverlening en kust Inhoudstafel Deel XIbis. Specifieke arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden binnen de nautische keten van het agentschap voor maritieme dienstverlening en kust

Deel XIbis. Specifieke arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden binnen de nautische keten van het agentschap voor maritieme dienstverlening en kust

Titel 1. Toepassingsgebied

Titel 1 bevat Art. XIbis 1.

Art. XIbis 1.

§1. Dit deel is van toepassing op de personeelsleden van de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, vermeld in artikel XIbis 57.

§2. Behoudens de afwijkende bepalingen vermeld in dit deel, blijft dit besluit van toepassing op de personeelsleden van de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, vermeld in artikel XIbis 57.[78]

Titel 2. Definities

Titel 2 bevat Art. XIbis 2.

Art. XIbis 2.

In dit deel wordt verstaan onder:
1° graadanciënniteit: de werkelijke diensten die de ambtenaar bij de overheid heeft gepresteerd in de hoedanigheden van ambtenaar op proef en vastbenoemde, in de graden die door de reglementering in aanmerking worden genomen voor de toegang tot een andere graad, of in vergelijkbare graden.

2° niveauanciënniteit: de werkelijke diensten die de ambtenaar bij de overheid heeft gepresteerd in de hoedanigheden van ambtenaar op proef en vastbenoemde, in een graad van het betreffend niveau, of van een vergelijkbaar niveau.

3° werkelijke diensten: de perioden waarin krachtens dit besluit het salaris wordt doorbetaald, of bij ontstentenis van salaris, de aanspraak op of bevordering tot een hoger salaris behouden blijft.

In het eerste lid, 1° en 2°, wordt verstaan onder overheid:
1° de diensten van de Vlaamse overheid;
2° de diensten en instellingen van de federale overheid;
3° de diensten en instellingen van de gemeenschappen en gewesten;
4° de diensten en instellingen van de Europese Unie en/of de Europese Economische Ruimte;
5° de diensten en instellingen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
6° de provincies, de gemeenten en OCMW’s van België.[78]

Titel 3. Instroom

Titel 3 bevat Art. XIbis 3. tot Art. XIbis 22.

Hoofdstuk 1. Invulling van de vacatures

Hoofdstuk 1 bevat Art. XIbis 3.

Art. XIbis 3.

§1. In afwijking van artikel III 2, §1, worden de graden, vermeld in artikel XIbis 57, ingevuld via een statutaire tewerkstelling.

Statutaire vacatures worden bij voorrang ingevuld door herplaatsing.

Als herplaatsing niet mogelijk is, kiest de lijnmanager tussen de volgende procedures:
1° via de interne arbeidsmarkt, waarbij gekozen wordt voor horizontale mobiliteit of bevordering;
2° via aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt, in combinatie met horizontale mobiliteit en bevordering van geslaagden voor overgangsexamens of competentieproeven voor de graad in kwestie en externe mobiliteit;
3° via externe mobiliteit, in combinatie met horizontale mobiliteit en eventueel aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt.

Als de lijnmanager zich beroept op verschillende procedures om een vacature in te vullen, worden de kandidaten die in aanmerking komen onderworpen aan dezelfde selectie. De selector stelt het programma en de nadere regels vast van de selectie.

§2. In afwijking van paragraaf 1 kan de invulling van de graden, vermeld in artikel XIbis 57, via een contractuele tewerkstelling alleen in de volgende gevallen:
1° om aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen;
2° om een personeelslid dat afwezig is te vervangen;
3° om een hooggekwalificeerde opdracht te vervullen. Betrekkingen met een salarisschaal of beginsalarisschaal die overeenstemt met rang A2 of hoger kunnen als een hooggekwalificeerde betrekking contractueel worden ingevuld;
4° om knelpuntfuncties in te vullen die voorkomen op de lijst van knelpuntfuncties die de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, vaststelt;
5° om te voorzien in een personeelsbehoefte gefinancierd door een derde;
6° om te voorzien in de personeelsbehoefte voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, stelt in overleg met de functioneel bevoegde ministers, na mededeling aan de Vlaamse Regering, de lijst vast van de contractuele functies waarop het eerste lid, 6°, van toepassing is.

De contractuele functie worden bij voorrang ingevuld door herplaatsing van contractuelen.

Een contractueel personeelslid dat voldoet aan een van de volgende twee voorwaarden, komt in aanmerking voor herplaatsing:
1° werken met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en niet geworven zijn in het kader van een uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoefte of in het kader van de vervanging van een afwezig personeelslid;
2° werken met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en zich bevinden in een re-integratietraject als vermeld in boek I, titel 4, hoofdstuk VI van de Codex over het welzijn op het werk van 28 april 2017.

Voor de contractuele personeelsleden, vermeld in het vierde lid, geldt de herplaatsingsregeling voor ambtenaren.

Als een openstaande contractuele betrekking wordt ingevuld door herplaatsing, vindt de daadwerkelijke indienstneming pas plaats na voorafgaand akkoord van het contractuele personeelslid.

Als voor de invulling van een contractuele betrekking de herplaatsing van een contractueel personeelslid niet mogelijk is, of als het gaat om een contractuele betrekking met een salarisschaal of beginsalarisschaal die hoger dan rang A2E is, wordt de contractuele betrekking ingevuld op een van de volgende wijzen:
1° via horizontale mobiliteit;
2° via aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt, in combinatie met de horizontale mobiliteit.

Bij combinatie van procedures worden de kandidaten onderworpen aan dezelfde selectie.[78]

Hoofdstuk 2. Bijzondere voorwaarden bij aanwerving en functiewijziging

Hoofdstuk 2 bevat Art. XIbis 4. tot Art. XIbis 10.

Art. XIbis 4.

Voor de graad van loods gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving en functiewijziging:
1° bij aanwerving:
a) een diploma van master in de nautische wetenschappen bezitten;
b) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift, enzovoort, zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
c) toepassing van artikel XIbis 11 en artikel XIbis 12;

2° bij functiewijziging:
a) stuurman van de loodsboot:
1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef;
2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.

  1. Chef-loods:
    1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef;
    2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.

c) kapitein van de loodsboot:
1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef;
2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
3) de functiewijziging naar loods met de functie van kapitein van de loodsboot kan op zijn vroegst ingaan na honderd daadwerkelijke vaardagen in de functie van stuurman;

d) loods algemene functie:
1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef en een reeks proefreizen hebben afgelegd, als vermeld in artikel XIbis 12, §1, eerste lid, 3°;
2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.[78]

Art. XIbis 5.

Voor de graad van maritiem verkeersleider gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving:
1° een diploma bezitten dat toegang geeft tot niveau B, zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
2° titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.[78]

Art. XIbis 6.

Voor de graad van hoofdscheepstechnicus gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving:
1° een diploma bezitten dat toegang geeft tot niveau C, zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
2° titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.[78]

Art. XIbis 7.

Voor de graad van scheepstechnicus gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving:
1° een diploma dat toegang geeft tot niveau C zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
2° titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.[78]

Art. XIbis 8.

Voor de graad van radarwaarnemer is bij aanwerving een diploma dat toegang geeft tot niveau C, zoals gevraagd in de functiebeschrijving, vereist.[78]

Art. XIbis 9.

Voor de graad van schipper geldt de volgende bijzondere voorwaarde bij aanwerving: titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving vereist.

Artikel XIbis 54 is van toepassing bij functiewijziging bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust.

Bij graadverandering is artikel XIbis 51 van toepassing.[78]

Art. XIbis 10.

Voor de graad van motorist geldt de volgende bijzondere voorwaarde bij aanwerving: titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort, zoals gevraagd in de functiebeschrijving.

Bij graadverandering is artikel XIbis 51 van toepassing.[78]

Hoofdstuk 3. Benoeming

Hoofdstuk 3 bevat Art. XIbis 11. en Art. XIbis 12.

Art. XIbis 11.

§1. De loods met de functie van chef-loods op proef wordt in vast verband benoemd als die loods voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° met goed gevolg een opleiding hebben beëindigd;
2° geslaagd zijn voor de competentieproef voor zijn graad en functie.

Het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust stelt de nadere bepalingen over de opleiding, vermeld in het eerste lid, 1°, vast.

§2. Een ambtenaar op proef die twee keer niet is geslaagd voor de competentieproef, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt zonder mogelijkheid van beroep ontslagen op de datum van de ondertekening van het proces-verbaal van de tweede competentieproef.[78]

Art. XIbis 12.

§1. Een loods met algemene functie en een loods met de functie van stuurman van de loodsboot op proef worden in vast verband benoemd als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° met goed gevolg een opleiding hebben beëindigd;
2° geslaagd zijn voor de competentieproef voor hun graad en functie;
3° een reeks proefreizen hebben afgelegd.

Het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust stelt de nadere bepalingen inzake de opleiding en de proefreizen, vermeld in het eerste lid, 1° en 3°, vast.

§2. Een ambtenaar op proef die twee keer niet is geslaagd voor de competentieproef, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, of twee keer zonder succes de reeks proefreizen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, aflegt, wordt zonder mogelijkheid van beroep ontslagen op de datum van de ondertekening van het proces-verbaal van de tweede competentieproef of van de tweede reeks proefreizen.

Die procedure moet beëindigd zijn vóór de proeftijd is verstreken.[78]

Hoofdstuk 4. Externe mobiliteit

Hoofdstuk 4 bevat Art. XIbis 13. en Art. XIbis 22.

Art. XIbis 13.

Dit hoofdstuk bepaalt de nadere regels volgens welke een ambtenaar van een externe overheid of een vastbenoemd personeelslid van de onderwijssector mobiliteit naar een functie binnen de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust kan verkrijgen.

Dit hoofdstuk is niet van toepassing op al de volgende functies:
1° de functies van N-niveau
2° de functie van algemeen directeur;
3° de functie van N-1 niveau;
4° de functie van preventieadviseur-coördinator;
5° de functie van preventieadviseur.

Ambtenaren komen tijdens hun stageperiode niet in aanmerking voor externe mobiliteit.[78]

Art. XIbis 14.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° externe mobiliteit: de benoeming van een statutaire ambtenaar van een externe overheid of van een vastbenoemd personeelslid uit de onderwijssector in een vacante betrekking binnen de Nautische keten bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust door de benoemende overheid, nadat de ambtenaar of het vastbenoemd personeelslid uit de onderwijssector zich daarvoor kandidaat heeft gesteld.
2° externe overheid:
a) een federale overheidsdienst, een programmatorische federale overheidsdienst, en ook de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Landsverdediging of een van de rechtspersonen, vermeld in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
b) de diensten van de andere gemeenschappen en gewesten, van de colleges van de gemeenschapscommissies en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;
c) de entiteiten en raden die niet behoren tot de diensten van de Vlaamse overheid, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, de Vlaamse Radio- en Televisieomroep, het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement en de instellingen die verbonden zijn aan het Vlaams Parlement;
d) de gemeenten, de provincies, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van het ziekenhuis in eigen beheer, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven en de verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van de ziekenhuisverenigingen.
3° onderwijssector:
a) de instellingen van het gemeenschapsonderwijs, vermeld in artikel 2, §1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991;
b) de instellingen van het gesubsidieerd onderwijs, vermeld in artikel 4, §1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;
c) de hogescholen, vermeld in artikel II 3 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;
d) de universiteiten, vermeld in artikel II 2 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;
e) de onderwijsinspectie, vermeld in artikel 45 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs;
f) de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, vermeld in het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.[78]

Art. XIbis 15.

De lijnmanager kan de oproep beperken tot een of meer van de categorieën, vermeld in artikel XIbis 14, 2° en 3°.[78]

Art. XIbis 16.

De ambtenaar van de externe overheid die of het vastbenoemde personeelslid van de onderwijssector dat aan al de volgende voorwaarden voldoet, kan externe mobiliteit verkrijgen:
1° de voorwaarden vermeld in artikel III 14, vervullen;
2° een graad, rang, functie of vakklasse bekleden die door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, als gelijkwaardig is erkend met de graad of rang waartoe de vacante betrekking behoort;
3° beantwoorden aan de specifieke voorwaarden die conform dit besluit voorgeschreven zijn om de vacante betrekking uit te oefenen;
4° beantwoorden aan het functieprofiel van de betrekking.[78]

Art. XIbis 17.

De selector organiseert de selectie voor een functie in overleg met de lijnmanager.

De lijnmanager kan bijzondere vereisten vaststellen in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector.

De selector sluit, in overleg met de lijnmanager, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement uit van deelname aan de selectie.

De selector beoordeelt, in overleg met de lijnmanager, de competenties en andere vereisten die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie, rekening houdend met de specifieke behoeften van de (sub)entiteit.

Elke selectie kan uit verschillende testen bestaan. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.[78]

Art. XIbis 18.

§1. De lijnmanager, kiest uit de geschikte kandidaten de kandidaat die volgens die lijnmanager het meest geschikt is voor de functie, of de lijnmanager kiest uitzonderlijk niet als hij meent dat geen van de geschikte kandidaten voldoet aan de profielvereisten. De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met al de volgende elementen:
1° de kandidaatstelling;
2° de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
3° de beoordeling van de eventuele selectietest of de eventuele selectietesten.

§2. De selector stelt, in overleg met de lijnmanager, per selectie een selectiereglement vast.

Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen:
1° welke diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen toegang geven tot de selectieprocedure;
2° de datum waarop aan de voorwaarden moet voldaan zijn;
3° het aantal en de aard van de testen;
4° de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden.

Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, regelt in voorkomend geval ook:
1° een mogelijke voorselectie, naargelang het aantal kandidaten;
2° een mogelijke beperkte procedure;
3° de samenstelling van de jury, waarvan de lijnmanager bij interne selectietesten minstens deel uitmaakt;
4° de regels voor de rangschikking;
5° de geldigheidsduur van de reserve;
6° het verlies en behoud van een plaats in de reserve;
7° de mogelijkheid om een bijkomende test te organiseren voor de vervulling van een bijkomende vacature voor dezelfde of een vergelijkbare functie.[78]

Art. XIbis 19.

Het agentschap brengt de kandidaat, het Agentschap Overheidspersoneel en de externe overheid waartoe de ambtenaar behoort, daarvan op de hoogte.

De kandidaat beschikt over een maximale termijn van drie maanden, na de selectiebeslissing, om zijn ambt op te nemen conform de statutaire bepalingen van de externe overheid waar hij benoemd is.[78]

Art. XIbis 20.

De externe mobiliteit leidt van rechtswege tot de benoeming van de ambtenaar in de graad, waartoe de vacante betrekking waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld, behoort, zodra hij de eed heeft afgelegd.[78]

Art. XIbis 21.

De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling die externe mobiliteit toekent, kan een proeftijd van maximaal drie maanden opleggen. De voormelde termijn is verlengbaar met de duur van de afwezigheden, boven het aantal van tien werkdagen afwezigheid.

Tijdens de proeftijd kan de ambtenaar op proef of de lijnmanager van de entiteit, raad of instelling die externe mobiliteit toekent, met een opzeggingstermijn van drie dagen, een einde stellen aan de vooropgezette externe mobiliteit.[78]

Art. XIbis 22.

De ambtenaar behoudt de dienst-, niveau- en graadanciënniteit die hij verworven had bij de overheid van herkomst.

De ambtenaar wordt bezoldigd in de salarisschaal van de graad van de vacante betrekking met het bedrag dat overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit.

Indien aan de graad een functionele loopbaan is verbonden, dan wordt de ambtenaar ingeschaald op de trap van de functionele loopbaan op basis van de gecumuleerde schaalanciënniteit die hij op datum van de overdracht heeft.[78]