Gedaan met laden. U bevindt zich op: O&O-personeel Wetenschap en innovatie

O&O-personeel

Gepubliceerd op 2 juli 2024 • Volgende update: juni 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Goed 69.000 voltijds equivalenten tewerkgesteld in onderzoek en ontwikkeling

Het Vlaamse Gewest telde in 2022 69.291 voltijds equivalenten tewerkgesteld in onderzoek en ontwikkeling (). Daarmee lag het aantal 4,4% hoger dan in 2021. Tussen 2012 en 2022 groeide het aantal met 71%. Het gaat om cijfers zonder externe O&O-consultants.

Als ook externe consultants meegerekend worden, kan het aantal voltijds equivalenten op 80.975 geschat worden.

Gros O&O-personeel aan de slag in bedrijven

Het grootste deel van het personeel werkzaam in onderzoek en ontwikkeling is tewerkgesteld in bedrijven. In 2022 waren zij goed voor 65% van de voltijds equivalenten in O&O. Op de 2de plaats kwam het hoger onderwijs (25%). Het gaat om cijfers zonder externe O&O-consultants.

Het aandeel van de bedrijven in het totaal aantal personen werkzaam in onderzoek en ontwikkeling groeide tussen 2014 en 2019, en bleef sindsdien vrijwel stabiel. De aandelen van de overheid en van de instellingen zonder winstoogmerk bleven nagenoeg constant tussen 2012 en 2022, al bleef de laatste categorie in absolute aantallen klein. Het aandeel van het hoger onderwijs daalt sinds 2012.

Vlaams Gewest scoort op niveau van EU-landen met hoogste aandeel

Bij een internationale vergelijking worden externe O&O-consultants traditioneel meegeteld in de cijfers. In 2022 bedroeg het aandeel O&O-personeel in voltijds equivalenten (inclusief externe consultants) in de totale tewerkstelling 2,6% in het Vlaamse Gewest. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest was dat aandeel hoger (3,7%), in het Waalse Gewest lager (1,8%).

Het gemiddelde voor de EU27-landen wordt geraamd op 1,6% in 2022. België scoort het hoogst (2,6%), gevolgd door Zweden (2,4%), Denemarken (2,4%) en Finland (2,3%). De laagste aandelen O&O-personeel in de totale tewerkstelling zijn te vinden in een aantal Zuid- en Oost-EU-landen, met Roemenië als hekkensluiter (0,5%).