Aankomsten door verblijfstoeristen

In 2023 werden in totaal bijna 11 miljoen aankomsten door verblijfstoeristen geregistreerd in het Vlaamse Gewest. Dat zijn er 4% meer dan in 2022. In vergelijking met het pre-Covid-jaar 2019 waren er in 2023 5% meer toeristische aankomsten.

De zakentoeristen waren in 2023 goed voor 21% van de geboekte aankomsten. De overige aankomsten gebeurden in het kader van reizen als ontspanning en vakantie. Het herstel van het aantal aankomsten in 2022 ten opzichte van de periode voor de Covid-19-pandemie deed zich vooral voor bij de reizen in het kader van ontspanning en vakantie. De zakenreizigers kwamen nog steeds iets minder vaak opnieuw naar het Vlaamse Gewest.

54% van de aankomsten werd in 2023 geregistreerd in een hotel. Gîtes, vakantiewoningen en appartementen en ook jeugdherbergen en jeugdverblijfcentra waren goed voor 10% van de aankomsten. Alle andere logiesvormen haalden een aandeel van minder dan 10%.

In hotels en gastenkamers verbleven de toeristen gemiddeld 1,8 nachten, in vakantieverblijven 2,6 nachten. Toeristen verblijven iets langer in jeugdherbergen (3,0 nachten) campings (3,4 nachten) en vakantieparken (4,0 nachten). In gîtes, vakantiewoningen en appartementen is de verblijfsduur het langst: toeristen verbleven er in 2023 gemiddeld 5,0 nachten.

Bij 54% van alle aankomsten in het Vlaamse Gewest in 2023 ging het om Belgische toeristen. Toeristen uit de buurlanden waren goed voor 32% van alle aankomsten. Vooral Nederlanders, maar ook Duitsers, Fransen en Britten komen vaak naar het Vlaamse Gewest op (zaken)vakantie. De overige 12% van de aankomsten gebeurde door toeristen afkomstig uit andere landen dan de buurlanden.

Een groot aandeel van de toeristen reisde in 2023 naar de 5 Vlaamse kunststeden (Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen): 35% van de aankomsten of ruim 3,8 miljoen aankomsten werd in de kunststeden geregistreerd. Antwerpen spant de kroon met 1,4 miljoen aankomsten, in Brugge ging het om 1,1 miljoen en in Gent om ruim 840.000 aankomsten.

In de kustgemeenten kwamen in 2023 in totaal bijna 2,2 miljoen verblijfstoeristen aan. Dat komt overeen met 20% van alle toeristen. Koploper is Oostende (442.000 aankomsten). Daarna komen De Haan met 307.000 en Koksijde met 290.000 aankomsten. Blankenberge, Nieuwpoort en De Panne volgen met 210.000 tot 240.000 aankomsten.

In alle andere gemeenten samen vond 46% van de aankomsten plaats, met de grootste aantallen in enkele gemeenten met vakantieparken in de Kempen. Ook enkele andere steden, zoals Ieper, Hasselt en Kortrijk ontvingen meer dan 120.000 verblijfstoeristen in 2023.

In 2023 waren er 11 miljoen aankomsten in het Vlaamse Gewest, tegenover 4 miljoen in het Waalse Gewest en ruim 3 miljoen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Toeristen verblijven ook het kortst in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: ze verblijven er gemiddeld 2,0 nachten. In het Waalse Gewest gaat het gemiddeld om 2,4 nachten, in het Vlaamse Gewest om 2,6 nachten.

In het Vlaamse Gewest is 54% van de aangekomen toeristen Belg. In het Waalse Gewest ligt dat aandeel iets hoger (60%). In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn er veel minder Belgische aankomsten. Daar gebeurt 75% van de aankomsten door buitenlandse toeristen