Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Saldo van ontvangsten en uitgaven Saldo van ontvangsten en uitgaven

Metadata: Saldo van ontvangsten en uitgaven

Bron

Cijfers over Vlaamse overheid: Departement Financiën en Begroting (DFB), Instituut voor Nationale Rekeningen (INR), Nationale Bank van België (NBB)

Cijfers over lokale overheden: Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB)

Definities

Vlaamse overheid

Voor de weergave van het saldo van ontvangsten en uitgaven hanteert de Vlaamse overheid het ESR-vorderingensaldo.

Het ESR-vorderingensaldo is een belangrijke norm voor de begrotingen van de EU-lidstaten. ESR is de Europese standaard voor nationale en regionale rekeningen en is daardoor Europees vergelijkbaar. ESR wordt gebruikt door de lidstaten van de Europese Unie en werd geactualiseerd in 2010 (ESR 2010).

ESR-saldo volgens economische hergroepering: het verschil tussen de ESR-ontvangsten en de ESR-uitgaven.

ESR-vorderingensaldo-INR: is gelijk aan het ESR-saldo volgens de economische hergroepering, met uitsluiting van:

  • de opname van leningen en aflossing van schuld (ESR 9),
  • de kredietverleningen en deelnemingen (ESR 8),
  • de interne stromen: ontvangsten van en uitgaven aan de te consolideren instellingen.

De INR-methode volgt het ritme van de inkohiering en afhandeling van de belastingdossiers van de belastingplichtige personen/huishoudens. Bijgevolg wordt de verdeling over de jaren van de opcentiemen op de personenbelasting, die als gevolg van de 6de staatshervorming zijn overgeheveld naar de Vlaamse overheid, sterk beïnvloed door het inkohieringsritme.

ESR-vorderingensaldo-HRF: een nieuwe variant die vanaf 2015 wordt berekend volgens de methode van de Hoge Raad voor Financiën (HRF-methode).

De HRF-methode volgt niet het inkohieringsritme maar is gebaseerd op een evenwichtige verrekening van de voorschotten, de voorfinanciering en de ontvangen bedragen. Daardoor worden de door de Vlaamse overheid geïnde opcentiemen op de personenbelasting op een meer gelijkmatige wijze verdeeld over de betrokken jaren. De HRF-methode leidt bijgevolg tot een meer continue evolutie van het ESR-vorderingensaldo-HRF.

Meer toelichting bij het verschil tussen de 2 methoden voor de berekening van het ESR-vorderingensaldo kan worden aangevraagd bij het VSA-contactpunt.

Voor de Vlaamse overheid werden 2 methodologische wijzigingen doorgevoerd:

  • De systemen van groenestroomcertificaten worden in de overheidsrekeningen opgenomen als systemen van belasting-subsidie.
  • De gekapitaliseerde R&D-investeringen worden opgesplitst per gemeenschap en gewest. Daardoor stijgen de investeringen van de Vlaamse Gemeenschap sterk.

Lokale besturen

Voor hun dagelijks financieel beleid hanteren de lokale besturen het budgettair resultaat als maatstaf. Het budgettair resultaat is het verschil tussen alle ontvangsten (exploitatie-ontvangsten, investeringsontvangsten en financieringsontvangsten) en alle uitgaven (exploitatie-uitgaven, investeringsuitgaven en financieringsuitgaven) van het betrokken boekjaar. Het saldo van de vorige boekjaren wordt niet meegeteld.

De cijfers zijn afkomstig van de jaarrekeningen van de lokale overheden. Het betreft hoofdzakelijk vastgestelde jaarrekeningen die door de gemeenteraad en OCMW-raad besproken zijn. Daarnaast zijn er in beperkte mate ook voorlopige, niet-vastgestelde jaarrekeningen. De jaarrekeningen zijn pas definitief na de goedkeuring door de gouverneur of de bevoegde minister.
De bedragen hebben betrekking op de gerealiseerde transacties, niet op de geraamde cijfers uit de begroting en haar herzieningen.

Voor de vergelijking met andere overheden berekent het INR ook het ESR-vorderingensaldo van de lokale besturen. Het ESR-vorderingensaldo is gelijk aan het budgettair resultaat, met uitsluiting van:

  • de opname van nieuwe leningen of leasings,
  • de aflossing van lenings- en leasingsschulden,
  • de aankoop en verkoop van financiële vaste activa.

Bovendien verschilt het moment van de aanrekening van de lokale opcentiemen op de personenbelasting of de onroerende voorheffing in het ESR ten opzichte van de gemeenteboekhouding wat het ESR-vorderingensaldo beïnvloedt.

De volgende lokale besturen worden opgenomen in de cijfers:

  • Gemeentebesturen (inclusief de districten van de stad Antwerpen)
  • Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)
  • Autonome gemeentebedrijven (AGB)
  • Welzijnsverenigingen
  • Provinciebesturen
  • Autonome provinciebedrijven (APB)

De overige lokale besturen, zoals politiezones en hulpverleningszones, zijn niet opgenomen in de cijfers.

Aantal inwoners

Voor de berekening van het budgettair resultaat per inwoner van de Vlaamse gemeenten wordt het aantal inwoners op 1 januari van het betrokken jaar als noemer gebruikt.

Het gaat zowel bij de Vlaamse overheid als bij de lokale besturen telkens om bedragen in lopende prijzen. Dat zijn prijzen van het betrokken jaar, niet gecorrigeerd voor de inflatie.

Opmerkingen bij de kwaliteit

Het Departement Financiën en Begroting (DFB), het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB), het Instituut voor Nationale Rekeningen (INR) en de Nationale Bank van België (NBB) bieden betrouwbare gegevens over de financiële verrichtingen van de Vlaamse overheden.

Voor de lokale besturen betreft het de cijfers van de besturen die op het moment van opmaak van de statistiek hun jaarrekening al gerapporteerd hebben aan ABB.

Referenties

Vlaamse overheid:

Lokale overheden: