Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aanwezigheid kleuters in kleuteronderwijs Onderwijs en vorming

Aanwezigheid kleuters in kleuteronderwijs

Gepubliceerd op 25 januari 2024 • Volgende update op 23 januari 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

In het schooljaar 2022-2023 was 99,3% van de 5-jarigen in het Vlaamse Gewest ingeschreven in het kleuteronderwijs.

Het aandeel 5-jarigen dat is ingeschreven in het kleuteronderwijs blijft sinds het schooljaar 2013-2014 stabiel op een zeer hoog niveau.

Alleen kleuters die wonen in het Vlaamse Gewest worden opgenomen in deze cijfers. Kleuters die wonen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden niet meegeteld.

81,6% van de ingeschreven 5-jarigen was in het schooljaar 2022-2023 voldoende aanwezig om rechtstreeks toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs. 96,5% was voldoende aanwezig om recht te hebben op een schooltoeslag. In beide gevallen wordt een aanwezigheid van 290 halve dagen verwacht. Voor het recht op schooltoeslag tellen de aanwezigheden en de door de directie als aanvaardbaar beschouwde afwezigheden mee. Maar voor de rechtstreekse toegang tot het gewoon lager onderwijs komen alleen de daadwerkelijke aanwezigheden in aanmerking.
Onder een door de directie als aanvaardbaar beschouwde afwezigheid valt onder andere een afwezigheid van een 5-jarige kleuter wegens ziekte. 5-jarigen die onvoldoende aanwezig waren voor een rechtstreekse toegang tot het gewoon lager onderwijs kunnen wel nog door de klassenraad toegelaten worden.

In de loop van de afgelopen jaren is het minimumaantal verwachte halve dagen aanwezigheid toegenomen. Tot en met schooljaar 2016-2017 lag het minimum nog op 220 halve dagen. Dat steeg in 2017-2018 naar 250 en in 2020-2021 naar 290 halve dagen. In 2020-2021 waren 5-jarige kleuters ook voor het eerst leerplichtig.

In 2020-2021 en 2021-2022 is het aandeel dat voldoende aanwezig is voor de rechtstreekse toegang tot het gewoon lager onderwijs sterk gedaald, maar in 2022-2023 is dat aandeel weer gestegen. De daling was niet alleen het gevolg van de verhoging naar 290 halve dagen aanwezigheid, maar ook van het feit dat door de directie gewettigde afwezigheden niet meer meetellen. Hoewel de afwezigheden van de kleuters tijdens de Covid-19-crisis steeds meegeteld werden als aanwezigheden om geen afbreuk te doen aan de rechten van de leerlingen, was er in 2020-2021 en 2021-2022 toch een daling.

Het gaat in deze cijfers over leerlingen in Nederlandstalige scholen in zowel het Vlaamse als in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

In het schooljaar 2022-2023 was 98,2% van de 3-jarigen en 99,3% van de 4-jarigen ingeschreven in het kleuteronderwijs.

Alleen kleuters die wonen in het Vlaamse Gewest worden opgenomen in deze cijfers. Kleuters die wonen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden niet meegeteld.

In 2022-2023 was 97,0% van de ingeschreven 3-jarigen en 97,5% van de 4-jarigen voldoende aanwezig om recht te hebben op een schooltoeslag. Het gaat om minimaal 150 halve dagen bij de 3-jarigen en 185 halve dagen bij de 4-jarigen. Wie 2 schooljaren na elkaar onvoldoende aanwezig is, verliest het recht op schooltoeslag voor het 2de jaar.

De 3- en 4-jarigen werden tijdens de verplichte sluitingsdagen door de Covid-19-crisis als aanwezig geteld. De scholen waren door Covid tijdens grote delen van het schooljaar 2019-2020 gesloten. Daardoor steeg het aandeel 3- en 4-jarigen dat voldoende aanwezig was in 2019-2020.

Het gaat in deze cijfers over leerlingen in Nederlandstalige scholen in zowel het Vlaamse als in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.