Gedaan met laden. U bevindt zich op: Leefloon en equivalent leefloon Inkomen en armoede

Leefloon en equivalent leefloon

Gepubliceerd op 26 juni 2024 • Volgende update: juni 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Bijna 56.000 personen ontvangen leefloon of equivalent leefloon

Begin 2024 ontvingen 42.240 inwoners van het Vlaamse Gewest een leefloon en 13.691 personen een equivalent leefloon. Samen gaat het om 55.931 personen. Het leefloon vormt een minimuminkomen voor mensen die niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken. Het equivalent leefloon is er voor mensen die niet in aanmerking komen voor het leefloon maar die zich in een vergelijkbare noodsituatie bevinden. In de praktijk wordt het vooral uitgekeerd aan personen die een verzoek hebben ingediend voor internationale bescherming (asielzoekers) en personen met buitenlandse nationaliteit die niet in het bevolkingsregister zijn ingeschreven.

Het aantal leefloners kende in de periode 2008-2024 een grillig, meestal stijgend verloop. In 2022 was er een daling met 6%. In 2023 en 2024 was er opnieuw een stijging met respectievelijk 4% en 8%.

Het aantal equivalent leefloners kende tussen 2008 en 2017 eveneens een grillig, maar dalend verloop. Tussen 2017 en 2022 bleef dat aantal min of meer constant. In 2023 zorgde onder meer de oorlog in Oekraïne voor een verdrievoudiging van het aantal equivalent leefloners. In 2024 nam het aantal weer af met 11%.

Sterkste toename (equivalent) leefloners bij vrouwen, 65+ en samenwonenden

Er zijn meer vrouwen dan mannen met een leefloon of equivalent leefloon in het Vlaamse Gewest. In 2024 ging het om 56% vrouwen en 44% mannen. Het totaal aantal (equivalent) leefloners nam tussen 2008 en 2022 toe met 78%. Die stijging lag hoger bij vrouwen (+80%) dan bij mannen (+76%).

Het aantal (equivalent) leefloners neemt af met de leeftijd: er zijn meer jongeren dan ouderen met een (equivalent) leefloon. Bij de 65-plussers was er wel de grootste stijging tussen 2008 en 2024 (+148%).

Bij de samenwonenden (+133%) en bij de personen met een gezin ten laste (+107%) is het aantal (equivalent) leefloners tussen 2008 en 2024 duidelijk gestegen. Bij de alleenstaanden – de grootste groep personen met een (equivalent) leefloon - was die stijging veel beperkter (+35%).

Hoger aandeel met (equivalent) leefloon in de steden

In de ligt het aandeel personen met een (equivalent) leefloon in de totale bevolking hoger dan in andere gemeenten. Koplopers in 2024 waren Oostende (2,5%), Gent (2,3%) en Mechelen (2,1%). In kleinere gemeenten zoals Mesen, Horebeke en Herstappe waren er in 2024 geen personen met een (equivalent) leefloon.

Aandeel met (equivalent) leefloon in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten

Begin 2024 ontving in het Vlaamse Gewest 0,8% van de bevolking een (equivalent) leefloon. In het Waalse Gewest ging het om 2,2% van de bevolking, in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om 4,3% en in België als geheel om 1,6% van de bevolking.