Gedaan met laden. U bevindt zich op: Diepte van het armoederisico Inkomen en armoede

Diepte van het armoederisico

Gepubliceerd op 5 maart 2024 • Volgende update: maart 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Mediaan inkomen van personen in armoede 12% lager dan armoededrempel

De relatieve mediane armoedekloof lag volgens de EU-SILC-enquête van 2023 in het Vlaamse Gewest op 12,2%. De relatieve mediane armoedekloof geeft een indicatie van de diepte van de armoede in een land of regio. Het gaat om het verschil tussen de en het mediaan beschikbaar van de groep personen onder de armoededrempel, uitgedrukt als een percentage van de armoededrempel. Een armoedekloof van 12% betekent dus dat het van personen onder de armoededrempel 12% lager ligt dan de armoededrempel. Hoe hoger het percentage, hoe lager het inkomen van personen met een inkomen onder de armoededrempel.

Bovenstaand cijfer werd berekend op basis van het totale beschikbare huishoudinkomen in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van 2023 hebben dus betrekking op de huishoudinkomens van 2022.

De EU-SILC-enquête waarop deze cijfers gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren.

Bij de berekening van het aandeel personen onder de armoededrempel wordt traditioneel gebruik gemaakt van een armoededrempel van 60% van het nationaal mediaan beschikbaar huishoudinkomen. Wie net boven deze 60%-drempel zit, komt daardoor niet in beeld. Tegelijk is het zo dat wie beschikt over een inkomen dat maar net onder de armoededrempel ligt, zich in een andere situatie bevindt dan wie moet rondkomen met een inkomen dat veel lager ligt dan de 60%-drempel. Om zicht te krijgen op de spreiding van de inkomens rond de armoededrempel kan men daarom de hoogte van de drempel laten variëren.

Volgens de EU-SILC-enquête van 2023 (inkomens van 2022) beschikte 1,4% van de bevolking in het Vlaamse Gewest over een inkomen lager dan 40% van het nationaal mediaan inkomen, 2,7% over een inkomen lager dan 50% van het nationaal mediaan inkomen en 15,9% van de bevolking over een inkomen lager dan 70% van het nationaal mediaan inkomen.

Die aandelen bleven in de periode 2004 tot 2023 min of meer stabiel.

Aandeel met inkomen lager dan 40% van mediaan inkomen hoogst bij werklozen en personen geboren buiten de EU

Het aandeel met een inkomen lager dan 40% van het nationaal mediaan inkomen lag in 2023 (inkomens van 2022) hoger dan gemiddeld bij werklozen en bij inwoners geboren buiten de EU.

Bij de 50%-drempel ging het om dezelfde groepen, aangevuld met inwoners die geboren zijn binnen de EU (maar niet in België), huurders en alleenstaanden. Bij de 70%-drempel worden de groepen die bovengemiddeld scoren nog aangevuld met eenoudergezinnen, laaggeschoolden, 65-plussers, oudere koppels, gepensioneerden, niet-actieven en oudere koppels.

Diepte armoederisico blijft in EU27-perspectief beperkt

In 2022 lag de relatieve mediane armoedekloof in het Vlaamse Gewest gelijk met deze in het Waalse Gewest (18%). In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lag de armoedekloof op 20%.

Voor de EU27-landen lag de armoedekloof in 2022 gemiddeld op 23%. In België als geheel lag de kloof op 18%. België bevond zich daarmee in de groep van EU27-landen met de laagste armoedekloof. Finland, Cyprus, Malta en Slovenië scoorden nog iets lager dan België. In Roemenië lag de armoedekloof het hoogst.

Cijfers voor 2023 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar, wel voor België en de Belgische gewesten. De relatieve mediane armoedekloof lag in 2023 op 12% in het Vlaamse Gewest, en was daarmee kleiner dan deze in het Waalse Gewest (18%) en het Brusselse Gewest (14%).

Het aandeel van de bevolking met een inkomen lager dan 40%, 50% en 70% van het mediaan inkomen lag in 2022 in het Vlaamse Gewest telkens duidelijk lager dan in de andere gewesten.

Wat het aandeel met een inkomen lager dan 40% en 50% van het mediaan inkomen betreft, bevond België zich eerder in de groep van EU27-landen met de laagste aandelen. Bij de 70%-drempel schoof België eerder op richting Europese middenmoot.

Ook in 2023 lag het aandeel in het Vlaamse Gewest met een inkomen onder 40%, 50% en 70% van het mediaan inkomen telkens duidelijk lager dan in de andere gewesten. In het Vlaamse Gewest had 16% van de bevolking een inkomen onder de 70%-drempel, in het Waalse Gewest was dat 29% en in het Brusselse Gewest 41%. In het Vlaamse Gewest had 3% een inkomen onder de 50%-drempel, in het Waalse Gewest was dat 8% en in het Brusselse Gewest 12%. Tot slot had 1% in het Vlaamse Gewest een inkomen onder de 40%-drempel, in het Waalse Gewest was dat 3% en in het Brusselse Gewest 4%.