Huishoudensvooruitzichten: huishoudens met kinderen

Begin 2023 waren er in het Vlaamse Gewest 1,01 miljoen huishoudens met inwonende kinderen (open definitie) . Dat komt overeen met 34% van alle private huishoudens (open definitie) . De resultaten van de demografische vooruitzichten van Statistiek Vlaanderen van 2024 geven aan dat het aantal huishoudens met inwonende kinderen tussen 2023 en 2033 beperkt zal toenemen (+3%). Die toename is lager dan bij het aantal huishoudens zonder kinderen (+6%). In 2033 worden er 1,03 miljoen huishoudens met inwonende kinderen verwacht. Ook dan zullen huishoudens met kinderen goed zijn voor 34% van alle huishoudens.

Er wordt verwacht dat tussen 2023 en 2033 het aantal huishoudens met 1 inwonend kind beperkt zal afnemen (-0,5%). Maar het aantal huishoudens met 2 of meer inwonende kinderen zal toenemen (+5%).

Begin 2023 waren er iets meer dan 780.000 huishoudens met kinderen bij een ouderpaar (open definitie) en iets minder dan 226.000 huishoudens met kinderen bij een alleenstaande ouder (open definitie) .

Het aantal huishoudens met kind(eren) bij een alleenstaande ouder zal naar verwachting tussen 2023 en 2033 sterker toenemen dan het aantal huishoudens met kind(eren) bij een ouderpaar (respectievelijk +5% en +2%).

In 129 gemeenten in het Vlaamse Gewest wordt tussen 2023 en 2033 een daling verwacht van het aantal huishoudens met inwonende kinderen. Die daling loopt in 13 gemeenten op tot meer dan 10%. In 165 gemeenten wordt een groei verwacht van het aantal huishoudens met kinderen. In 20 gemeenten gaat het om een groei van meer dan 10%.

Een sterke daling van het aantal huishoudens met inwonende kinderen doet zich vooral voor in gemeenten van de provincies Limburg, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. De meeste gemeenten met een sterke groei bevinden zich in de provincies Vlaams-Brabant en Antwerpen, vooral rond het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en in de Noorderkempen.