Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Bevolking naar socio-economische positie (op basis van administratieve data) Bevolking naar socio-economische positie (op basis van administratieve data)

Metadata: Bevolking naar socio-economische positie (op basis van administratieve data)

Bron

Vlaamse Arbeidsrekening (VAR), Steunpunt Werk

De Vlaamse Arbeidsrekening wordt samengesteld door het Steunpunt Werk op basis van gegevens van:

  • Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)
  • Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ)
  • Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV)
  • Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
  • Inspection Générale de la Sécurité Sociale (IGSS)
  • Office d’Emploi d’Allemagne (OEA)
  • Sociaal-Economische Enquête (SEE)
  • Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA)
  • Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS)
  • Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA)
  • Statbel (Statistics Belgium)
  • Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM&SB) bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ).

Definities

Op basis van de gegevens van de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) kan de bevolking op arbeidsleeftijd (van 15 tot 64 jaar) opgedeeld worden naar arbeidsmarktstatuut: werkend, niet-werkend werkzoekend en niet-beroepsactief.

Werkenden: personen die een baan hebben en niet in loopbaanonderbreking zitten.

Niet-werkende werkzoekenden: personen die geen baan hebben, die beschikbaar zijn voor een job, actief zoeken naar een job en geregistreerd zijn als werkzoekende.

Niet-beroepsactieven: personen die niet werken, niet beschikbaar zijn voor een job of niet actief op zoek zijn naar een job of niet geregistreerd zijn als werkzoekende.

Opmerkingen bij de kwaliteit

Bij de gegevens van de Vlaamse Arbeidsrekening gaat het telkens om het jaargemiddelde van het betreffende jaar. Dit wordt berekend als het gemiddelde van de 4 kwartaalgemiddelden. Een kwartaalgemiddelde is het gemiddelde van de laatste dag van het voorgaande en het betreffende kwartaal.

De totale bevolking wordt becijferd op basis van de officiële bevolkingscijfers van het Belgische statistiekbureau Statbel. Deze statistieken zijn jaarlijks beschikbaar en worden omgerekend naar kwartaal- en jaargemiddelden.

De werkenden worden berekend als de som van de loontrekkenden, de zelfstandigen en de helpers. Bij de berekening van het aantal werkenden wordt geen rekening gehouden met huishoudpersoneel en zwartwerk. Dankzij het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid kan men corrigeren voor dubbeltellingen bij RSZ, RSVZ, RVA en NIC (Nationaal Intermutualistisch College). Waar nodig worden de data omgerekend naar kwartaal- en jaargemiddelden.

De niet-werkende werkzoekenden worden becijferd op basis van statistieken van de gewestelijke arbeidsbemiddelingsinstanties (VDAB, Forem, Actiris) die worden gebundeld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Deze cijfers zijn maandelijks beschikbaar en worden omgerekend naar kwartaal- en jaargemiddelden.

De niet-beroepsactieven zijn diegenen die niet werkend, noch werkzoekend zijn. Zij worden berekend als het verschil tussen de bevolking en de beroepsbevolking (= werkenden + werkzoekenden).

Tot 2016 ontbraken de gegevens over internationale werknemers die niet bij de RSZ gekend zijn in de administratieve statistieken omdat er geen volledige en betrouwbare brondata voor bestond. Vanaf het jaar 2017 is het voor het eerst mogelijk, dankzij de metingen van het BISA, alle internationale werknemers te tellen. De toevoeging van deze groep veroorzaakte een verschuiving van 40.723 niet-beroepsactieven naar het statuut werkend in 2017, waarvan 6.947 in het Vlaamse Gewest, 30.344 in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en 3.432 in het Waalse Gewest.

Voor de periode 2003-2018 moet men wegens deze methodologische verfijning rekening houden met een breuk in de tijdreeks tussen 2016 en 2017.

Tot 2018 werd voor het berekenen van de grensarbeid gebruik gemaakt van RIZIV-statistieken. Vanaf 2019 is dat niet langer het geval en wordt de grensarbeid op basis van het DWH AM&SB in rekening gebracht. De globale impact hiervan is beperkt en uit zich vooral in Luxemburg en de Duitstalige gemeenschap.

Er zijn ook nog andere bronnen die de bevolking naar socio-economische positie in beeld brengen zoals bijvoorbeeld de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) van Statbel. De EAK maakt het mogelijk om zinvol te vergelijken tussen Europese landen en regio’s (zoals de Belgische gewesten). In tegenstelling tot de administratieve gegevens van de Vlaamse Arbeidsrekening gaat het bij de EAK-cijfers echter om schattingen op basis van een enquête. Daardoor moet bij de interpretatie van de EAK-gegevens steeds rekening gehouden worden met een statistische foutenmarge.