Gedaan met laden. U bevindt zich op: Projectoproep voor (semi)publieke laadinfrastructuur op privaat domein

Projectoproep voor (semi)publieke laadinfrastructuur op privaat domein

Ook in 2021 lanceert de Vlaamse overheid een oproep voor CPT-projecten, die we subsidiëren ter uitvoering van het beleidskader ‘Clean Power for Transport’. Tot 1 september 2021 konden projectvoorstellen ingediend worden.

Het thema van deze oproep is de uitrol van (semi-)publieke laadinfrastructuur voor normaal en hoog vermogen voor elektrische wagens op plaatsen buiten het openbare domein of binnen het openbare domein, waarbij de privaatrechtelijke rechtspersoon een zakelijk recht heeft op een deel van het openbaar domein. We denken hierbij aan parkings van supermarkten, sportterreinen, recreatiedomeinen, scholencomplexen, winkelketens, bedrijventerreinen, tankstations … Met normaal vermogen bedoelen we laadpalen met een vermogen tot 22 kW; erboven spreken we van hoog vermogen. De laadpunten moeten uitgerust zijn met standaard connectoren (type 2 en type Combo 2).

Voorwaarden

  • De laadpunten zijn minstens 10 uur per etmaal publiek toegankelijk. Tijdens die periode moet iedereen onvoorwaardelijk zijn/haar elektrische wagen kunnen laden.
  • Alle gebruikers van elektrische voertuigen kunnen er via een ad-hoc oplaadmogelijkheid laden, zonder dat een contract moet worden gesloten met de betrokken elektriciteitsleverancier of exploitant.
  • Aan de laadpunten moet geladen kunnen worden met de meest gangbare laadpassen en de prijzen moeten marktconform zijn.
  • De laadpunten worden voorzien van groene stroom.
  • De informatie over de laadpunten, zoals locatie, vermogen, toegankelijkheid wordt in open dataformats en via open data-uitwisselingsprotocollen ter beschikking gesteld aan de daartoe aangeduide organisatie.
  • Bij het plaatsen en de uitbating van de oplaadpunten wordt rekening gehouden met het ‘do not significantly harm’ (DNSH) principe zoals vooropgesteld door de Europese Unie. Dit wil zeggen dat de subsidies enkel aangewend mogen worden op een wijzie die geen ernstige afbreuk doet aan zes welbepaalde milieudoelstellingen: klimaatadaptatie, water en marine hulpbronnen, biodiversiteit, curculaire economie en verontreiniging. Voor de geselecteerde projecten uit de oproep zal een DNSH-analyse worden uitgevoerd. Er wordt daarbij vooral gekeken naar het gebruik van materialen (circulair economie). Enkel projecten die bij de uitvoering geen ernstige afbreuk doen aan de milieudoelstellingen, kunnen gebruik maken van de subsidies.

De projecten hebben een maximumduur van 2 jaar, te rekenen vanaf de kennisgeving van de selectie van het project.

Subsidiebedrag

De maximale subsidie per project bedraagt 300.000 euro. Daarmee kunnen investeringen worden vergoed voor de plaatsing en slimme aansluiting van laadinfrastructuur en dit aan 20% van de kosten met een maximum van 1.000 euro per gerealiseerde charge point equivalent (CPE)*.

* Een laadpunt met een beperkt vermogen (3-11 kW) komt overeen met 1 CPE, bij een laadpunt met een hoger vermogen (22 kW) zijn dat 2 CPE, bij een AC-snellaadpunt (43 kW) zijn het er 4, bij een DC-snellaadpunt (50 kW tot minder dan 150 kW) tellen we er 5 en bij een ultrasnellaadpunt (150 kW en meer) 10. Dit geldt voor publieke laadpunten (24/7). Laadpunten, die minstens 10u per etmaal voor iedereen toegankelijk zijn, tellen voor de helft. Indien er meerdere laadpunten aan 1 laadpaal zijn, telt het aantal CPE per punt enkel als er ruimte voorzien is om gelijktijdig te laden en daarbij ook de vooropgestelde vermogens worden gehaald (bv. een laadpaal met twee laadpunten van 11kW telt voor 2 CPE, een ultrasnellader met twee laadpunten van 150kW telt voor 20 CPE).

Beoordeling

Bij het beoordelen wordt rekening gehouden met

  • de inhoudelijke kwaliteit van het voorgestelde project: is het project duidelijk en goed gedocumenteerd?
  • de haalbaarheid en resultaatgerichtheid: is het project matuur en zal het vlot leiden tot het beoogde resultaat?
  • de geografische spreiding en schaalgrootte: zijn de laadpunten gunstig gelegen -bereikbaarheid, spreiding, …- en draagt de uitrol wezenlijk bij tot de globale laaddoelstellingen?

Bij de beslissing kan ook rekening worden gehouden met het feit dat het project al op een andere wijze financieel wordt ondersteund vanuit de overheid.