Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ouderschapsverlof (RVA)

Ouderschapsverlof (RVA)

Als u meer tijd wilt om bij uw kind(eren) te zijn, kunt u mogelijk ouderschapsverlof nemen. Dat is een thematisch verlof dat u het recht geeft gedurende een bepaalde periode in uw loopbaan minder of niet te werken. Onder bepaalde voorwaarden kunt u tijdens die onderbreking een uitkering krijgen van de RVA.

Het ouderschapsverlof is een van de ‘thematische’ verloven. Thematische verloven zijn wettelijk vastgelegde verloven die u het recht geven om gedurende een bepaalde periode in uw loopbaan minder of niet te werken.
Verwar de thematische verloven niet met het tijdskrediet in de privésector of het Vlaams zorgkrediet in de Vlaamse openbare sector, want daarvoor zijn er andere regels en voorwaarden.

Voorwaarden

Voor wie?

  • U bent werknemer in loondienst (zowel privésector als openbare sector).
    • Werkt u in de privésector of voor een lokaal of provinciaal bestuur? Dan moet u in de loop van de 15 maanden die aan uw aanvraag bij de werkgever voorafgaan, gedurende 12 maanden (niet noodzakelijk opeenvolgend) door een arbeidsovereenkomst met uw werkgever verbonden geweest zijn.
    • Werkt u in de openbare sector of het onderwijs? Dan is er geen anciënniteitsvoorwaarde.
  • U bent:
    • de biologische moeder of de wettelijke vader van het kind
    • de persoon die het kind heeft erkend, waardoor de afstamming aan vaderskant vaststaat
    • de echtgenote of partner van de biologische moeder die meemoeder is geworden (in het geval dat de biologische vader van het kind het niet erkend heeft)
    • een van de adoptieouders.

Elke van beide ouders kan voor hetzelfde kind ouderschapsverlof nemen. Als de ene ouder zijn recht op ouderschapsverlof niet (helemaal) opneemt, kan hij of zij dat recht niet overdragen op de andere ouder.

Als u voldoet aan de toegangsvoorwaarden, mag uw werkgever het ouderschapsverlof niet weigeren. Hij kan het wel met maximaal 6 maanden uitstellen, op voorwaarde dat hij daarvoor gegronde redenen kan geven.

Vanaf de datum van uw verlofaanvraag tot drie maanden na het einde van uw verlof bent u beschermd tegen ontslag.

Voor welk kind?

Het ouderschapsverlof moet beginnen voordat uw kind 12 jaar wordt.

Als uw kind een fysieke of mentale handicap heeft, is die leeftijdsgrens 21 jaar. In dat geval moet u het bewijs van de handicap van uw kind afleveren. Onder fysieke en mentale ongeschiktheid valt:

  • ofwel een fysieke of mentale handicap hebben van ten minste 66%
  • ofwel een aandoening hebben die tot gevolg heeft dat minstens 4 punten worden toegekend in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de reglementering van de kinderbijslag
  • ofwel een aandoening hebben die tot gevolg heeft dat minstens 9 punten worden toegekend in de 3 pijlers samen van de medisch-sociale schaal, in de zin van de kinderbijslagreglementering.

Het recht op ouderschapsverlof geldt per kind dat aan de leeftijdsvoorwaarde beantwoordt.

Opname en duur

  • U kunt het ouderschapsverlof op 4 manieren opnemen. U werkt:
    • 4 maanden helemaal niet (u onderbreekt dus voltijds)
    • ofwel 8 maanden halftijds (u onderbreekt dus halftijds)
    • ofwel 20 maanden 4/5 (u onderbreekt halftijds)
    • ofwel 40 maanden 1/10 (u onderbreekt halftijds). In dit laatste geval is het akkoord van de werkgever vereist.

U mag die verschillende mogelijkheden ook afwisselen.

  • Naast die ‘klassieke’ opnamemogelijkheden kunt u het voltijds en halftijds ouderschapsverlof ook op een flexibelere manier opnemen. Op voorwaarde dat uw werkgever ermee akkoord gaat, kunt u het voltijds ouderschapsverlof op die manier opsplitsen in weken (in plaats van maanden) en het halftijds ouderschapsverlof opsplitsen in maanden (in plaats van periodes van twee maanden of een veelvoud daarvan). Meer informatie over die flexibelere opnamemogelijkheden(opent in nieuw venster) vindt u op de RVA-webpagina over het ouderschapsverlof.
  • Werkt u voor de Vlaamse overheid of het onderwijs? Raadpleeg dan uw personeelsdienst, omdat er voor u mogelijk andere regels gelden.

Procedure

Breng uw werkgever op de hoogte

Schriftelijk

  • via een aangetekende brief
  • of door overhandiging van een brief, met een dubbel exemplaar dat uw werkgever moet ondertekenen als ontvangstbewijs.

In die brief vermeldt u:

  • dat u ouderschapsverlof wilt opnemen
  • in welke vorm u die onderbreking wilt opnemen:
    • voltijds
    • halftijds
    • onderbreking met 1/5 en hoe u uw prestaties wilt verminderen
    • onderbreking met 1/10 en hoe u uw prestaties wilt verminderen
  • de aanvangsdatum en de duur van de gewenste onderbreking.

U mag maar 1 ouderschapsverlof per schriftelijke kennisgeving aan uw werkgever vragen. Vermeld voor welk kind u het ouderschapsverlof wilt opnemen.
Als u meerdere periodes van onderbreking opneemt voor hetzelfde kind, moet u evenveel schriftelijke kennisgevingen overmaken aan uw werkgever als het aantal gewenste periodes.

Wanneer?

  • Werkt u In de privésector of voor de gemeentebesturen, provinciale besturen en de diensten die ervan afhangen? Bezorg de schriftelijke kennisgeving dan ten vroegste 3 maanden en ten laatste 2 maanden vóór de gewenste begindatum aan de werkgever.
  • Voor alle andere werkgevers is dat 3 maanden vóór de gewenste begindatum.

Dien uw aanvraag in bij de RVA

De procedure bij de RVA is voor elke aanvraag om een thematisch verlof, zowel voor de nieuwe aanvragen als voor latere verlengingen.

U doet telkens een aanvraag voor één periode van ononderbroken thematisch verlof of één enkele soort onderbreking (voltijds, halftijds, 1/5, 1/10).

  • U doet dat als u de begindatum van het thematisch verlof met uw werkgever bent overeengekomen
  • en, in geval van akkoord van de werkgever, voor:
    • een aanvraag om 1/10 ouderschapsverlof
    • een flexibilisering van het ouderschapsverlof of van de medische bijstand in de vorm van een volledige onderbreking per week
    • een flexibilisering van het halftijds ouderschapsverlof per maand.

Ook als u ouderschapsverlof zonder uitkeringen vraagt, moet u ook een aanvraag indienen bij de RVA, zodat de RVA weet welke periode uw werkgever heeft toegestaan.

Bewijsstukken

Via de onlinedienst ‘BreakatWork(opent in nieuw venster) kunt u het aantal maanden onderbreking zien die u (nog) kunt nemen in het kader van het gevraagde thematisch verlof. U kunt via de website een attest afdrukken waarop het aantal maanden onderbreking staat waarop u (nog) recht heeft. Dat attest kan u aan uw werkgever bezorgen wanneer u hem uw schriftelijke kennisgeving bezorgt.

Bewijs te bezorgen aan de werkgever

  • Een kopie van de geboorteakte van het kind of een attest dat de adoptieprocedure aan de gang of afgerond is, en het attest van gezinssamenstelling van het gemeentebestuur dat aantoont dat het kind al bij u inwoont.
  • Voor een kind met een beperking toont u het attest dat aantoont dat het kind een fysieke of mentale beperking heeft.

Die bewijzen moeten ten laatste worden bezorgd aan de werkgever op het ogenblik waarop het ouderschapsverlof begint.

Uitkeringen

Tijdens uw ouderschapsverlof krijgt u van de RVA een vervangingsinkomen(opent in nieuw venster). Kies op de RVA-pagina voor de sector en de onderbrekingsvorm die voor u van toepassing is.

Boven op die onderbrekingsuitkering hebt u mogelijk nog recht op een extra aanmoedigingspremie van de Vlaamse overheid, op voorwaarde dat u in de privésector of de socialprofitsector werkt.

In sommige gevallen mag u uw ouderschapsverlof combineren met een zelfstandige activiteit zonder dat u een uitkering krijgt(opent in nieuw venster).