Omgaan met uitgegraven bodem: de regels van het grondverzet
U moet voor de bouw van uw huis een hoeveelheid bodem uitgraven en afvoeren? De regelgeving van het grondverzet legt vast hoe u met uitgegraven bodem moet omgaan, en dat zowel op de plaats van ontgraving, als tijdens het transport tot en met de eindbestemming van de bodem. Bij alle stappen van het grondverzet moet aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn. Op die manier kan de herkomst van een uitgegraven bodem steeds achterhaald worden.
U moet zelf nagaan aan welke bepalingen van het grondverzet u moet voldoen bij het afvoeren van de bodem.
- Als het gaat om een klein volume uitgegraven bodem (minder dan 250 m³), moet u enkel in uitzonderingsgevallen een onderzoek laten uitvoeren. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld wanneer het gaat om verdachte grond (grond met een kans op bodemverontreiniging) of wanneer u de grond afvoert. Voor het uitgraven van de grond kan u contact opnemen met een grondwerker of aannemer.
- Bij grotere werken, waarbij het grondverzet meer dan 250 m³ bedraagt, is een onderzoek naar de kwaliteit van de bodem meestal verplicht. Enkel een erkende bodemsaneringsdeskundige(opent in nieuw venster) is bevoegd om dat onderzoek uit te voeren en een technisch verslag op te maken.
Deze wetgeving geldt voor iedereen (particulieren, bedrijven, overheid). In de praktijk zult u als particulier niet vaak met deze wetgeving geconfronteerd worden, omdat het volume uitgegraven bodem bij particuliere werken meestal relatief klein is.
De controle wordt uitgevoerd door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) voor het Vlaamse Gewest.
U vindt meer informatie over grondverzet(opent in nieuw venster) op de website van OVAM.