Gedaan met laden. U bevindt zich op: Minimumaandeel hernieuwbare energie

Minimumaandeel hernieuwbare energie

De energieprestatieregelgeving (EPB) bepaalt dat bepaalde bouwprojecten aan EPB-eisen moeten voldoen. Zo moet er, onder meer, een bepaalde minimumhoeveelheid energie uit hernieuwbare energiebronnen worden gehaald voor

Verschillende maatregelen om doel te behalen

Om de minimumhoeveelheid energie uit hernieuwbare energiebronnen te halen, zijn er drie mogelijkheden, voor vergunningsaanvragen vanaf 2023:

  • Keuze uit meerdere maatregelen

    • PV-installatie (fotovoltaïsche zonnepanelen)
    • zonneboiler
    • warmtepomp en warmtepompboiler
    • ketel, kachel of WKK op biobrandstof, met hoog rendement en lage uitstoot
    • stadsverwarming (via een warmtenet)
  • Keuze uit technieken voor verwarming en sanitair warm water

    De volledige energievraag voor ruimteverwarming en voor het sanitair warm water voor baden en douches dekken door 1 of meerdere van de onderstaande technieken:

    • warmtepomp
    • ketel, kachel of WKK op biobrandstof, met hoog rendement en lage uitstoot.
    • energie-efficiënte stadsverwarming, waarbij de warmte minstens voor 50% afkomstig is uit hernieuwbare bronnen, restwarmte of een combinatie van beide.

Strengere E-peileis of boete

Voor bouwprojecten waarbij niet voldaan wordt aan het minimumaandeel aan hernieuwbare energie, wordt het maximaal E-peil 10% strenger voor ingrijpende energetische renovaties en 15% strenger voor nieuwbouw.

Als er onvoldoende is ingezet op technieken op hernieuwbare energie én het project ook niet voldoet aan de strengere E-peileis, dan volgt er een administratieve geldboete.