Gedaan met laden. U bevindt zich op: Specifiek kader voor huisvesting van arbeidskrachten Beleidsprioriteit 2: De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving

Specifiek kader voor huisvesting van arbeidskrachten

Op 8 februari 2023 keurde het Vlaams Parlement een decreet goed dat een oplossing wil bieden voor de tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten. Op 21 april volgde ook de definitieve goedkeuring van het uitvoeringsbesluit. Het BVR werkt voor de tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten in kamerwoningen enkele specifieke normen uit. Het decreet en besluit treden in werking op 1 oktober 2023.

Context van het nieuwe kader

Steeds vaker gebeurt het dat groepen van arbeidskrachten in Vlaanderen een tijdelijke verblijfplaats hebben omwille van hun job, terwijl hun eigenlijke woonplaats elders is (in binnen- of buitenland). Bij gebrek aan een toegespitst woonaanbod huisvest hun werkgever hen nu vaak in woningen die daarvoor niet geschikt zijn. Het nieuwe decreet biedt steden en gemeenten concrete mogelijkheden om rond deze thematiek een beleid te voeren en creëert verder onder meer een rechtsgrond voor afgestemde woningkwaliteitsvereisten.

Inhoud van het decreet

Concreet krijgt u de mogelijkheid om specifieke woningkwaliteitsvereisten te laten gelden voor kamerwoningen voor arbeidskrachten. Hiervoor moet u eerst een gemeentelijke verordening aannemen. De verordening stelt dat een (woningkwaliteits)vergunning afgeleverd kan worden voor afwijkend kader in geval van huisvesting arbeidskrachten. Op basis van die verordening zal een werkgever (of een groep arbeidskrachten) een vergunning kunnen aanvragen om arbeidskrachten te mogen huisvesten in een kamerwoning.

Een werkgever kan zo een vergunning pas krijgen als voor alle kamers in de kamerwoning een recent conformiteitsattest beschikbaar is (van maximum 1 jaar oud). Deze vergunning is maximaal vijf jaar geldig, met een mogelijkheid tot vernieuwing als nog aan alle voorwaarden is voldaan. Het conformiteitsattest vervalt als er binnen het jaar geen vergunning wordt afgeleverd of als de termijn van de vergunning is verstreken.

U kunt zelf beslissen of u dit kader wil gebruiken. Zonder vergunning blijven de algemene woningkwaliteitsnormen voor kamers gelden.

Afwijkend normenkader

Het nieuw specifiek technisch verslag (PDF bestand opent in nieuw venster)voor huisvesting van arbeidskrachten bepaalt dat:

  • Voor de vloeroppervlakte van een individuele kamer voor 1 persoon volstaat 8 m². Dat is kleiner dan bij een traditionele kamer (min 12 m²). Daarom moet men voldoende compenserende gemeenschappelijk leefruimte voorzien en uiteraard ook een vergunning hebben (zie inhoud decreet).
  • De kamer moet niet slotvast afsluitbaar zijn.
  • Een aparte brievenbus/deurbel is niet noodzakelijk.

De compenserende gemeenschappelijke leefruimte voldoet aan volgende normen:

  • Er is een zitplaats, keuken of eetkamer van minimum 6m².
  • Men voorziet minstens 2m² per bewoner op basis van de objectieve bezettingsnorm.
  • De leefruimte bevindt zich in of aansluitend aan de kamerwoning (kan via niet interne overdekte doorgang) en kan compenseren voor meerdere kamerwoningen.