Gedaan met laden. U bevindt zich op: BBC - planning en rapportering Lokaal woonbeleid

BBC - planning en rapportering

Vlaamse beleidsprioriteiten

Vlaamse beleidsprioriteiten zijn beleidsdoelstellingen die de Vlaamse Regering formuleert en waarbij ze, al dan niet met een subsidieregeling, de lokale besturen aanmoedigt of verplicht om binnen de geformuleerde doelstellingen een eigen lokaal beleid te voeren. In artikel 2.6 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 worden drie Vlaamse beleidsprioriteiten voor wonen vastgesteld voor de periode 2020-2025:

  1. De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod afhankelijk van de woonnoden.
  2. De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.
  3. De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

In het kader van die drie Vlaamse beleidsprioriteiten moet elke Vlaamse gemeente een aantal activiteiten uitvoeren die zijn opgesomd in de artikels 2.7, 2.8 en 2.9 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Voor begeleiding en ondersteuning daarbij kunnen de gemeenten een beroep doen op Wonen-Vlaanderen. De Vlaamse Regering wil de gemeenten via de subsidiëring van intergemeentelijke samenwerkingsprojectenstimuleren om de activiteiten die zijn opgesomd in de artikels 2.14, 2.15 en 2.16 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 uit te voeren in een intergemeentelijk samenwerkingsverband.

Digitale planning en rapportering via BBC (BBC-DR)

De gemeenten plannen en rapporteren over de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten aan de Vlaamse Regering via de beleids- en beheerscyclus die zij moeten toepassen (besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus). Meer informatie: Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Specifieke vragen kunt u stellen aan de centrale helpdesk: bbcgop@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).

Elke gemeente bepaalt voor zichzelf het onderscheid tussen prioritair beleid en overig beleid. Ook wat betreft de Vlaamse beleidsprioriteiten kunnen gemeenten voor zichzelf bepalen welke acties/actieplannen zij willen uitvoeren onder prioritair beleid en welke acties/actieplannen zij willen uitvoeren onder overig beleid. Prioritair beleid bestaat uit een gerichte selectie van prioritaire beleidsdoelstellingen waar één of meerdere prioritaire acties of actieplannen in kaderen waarvan de lokale bestuursploeg de mate van realisatie uitdrukkelijk wil opvolgen via regelmatige rapportering naar de raad. De niet-prioritaire beleidsdoelstellingen zijn de beleidsdoelstellingen waaronder geen prioritaire acties of actieplannen vallen. Die maken, samen met de verrichtingen die niet in beleidsdoelstellingen werden vertaald, deel uit van het overige beleid, wat niet betekent dat dit onbelangrijk beleid is. De keuze voor prioritaire beleidsdoelstellingen of overig beleid is van belang voor de manier van opvolgen en rapporteren over die beleidsdoelstellingen maar staat los van het belang dat aan die doelstellingen wordt gehecht.

De gemeenten die in 2020-2025 voor de drie Vlaamse beleidsprioriteiten lokaal woonbeleid prioritaire en/of niet-prioritaire beleidsacties/actieplannen zullen uitvoeren, maken gebruik van de volgende rapporteringscodes:

  • LWBVBP01 De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden.
  • LWBVBP02 De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving.
  • LWBVBP03 De gemeente informeert, adviseert en begeleidt inwoners met vragen over wonen.

Planning van het lokaal woonbeleid in het meerjarenplan

Een meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting:

  • de strategische nota bevat:
    • de prioritaire beleidsdoelstellingen met een omschrijving van de bijhorende prioritaire acties/actieplannen en vooropgestelde resultaten en de geraamde ontvangsten en uitgaven per prioritaire beleidsdoelstelling en per prioritaire actie/actieplan
    • een overzicht van de beleidsdoelstellingen waarin geen prioritaire acties/actieplannen kaderen en het totaalbedrag van de niet-prioritaire acties/actieplannen en de globale bedragen voor de verrichtingen die niet aan beleidsdoelstellingen gekoppeld zijn
    • een verwijzing naar de plaats waar het overzicht ter beschikking is met de omschrijving van alle beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
  • de financiële nota bevat:
    • het financiële doelstellingenplan (model M1)
    • de staat van het financieel evenwicht (model M2)
    • het overzicht van de kredieten (model M3)
  • de toelichting bevat alle relevante informatie voor raadsleden

De 45 gemeenten die in 2020-2025 niet deelnemen aan een gesubsidieerd intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, geven in het meerjarenplan aan met welke prioritaire en/of niet-prioritaire beleidsacties/actieplannen zij streven naar de uitvoering van de 3 Vlaamse beleidsprioriteiten voor lokaal woonbeleid, alsook de begrote uitgaven en ontvangsten die daarmee gepaard gaan. Zij maken daarvoor gebruik van de toepasselijke rapporteringscode(s).

Voor de 255 gemeenten die in 2020-2025 wel deelnemen aan een gesubsidieerd intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, zijn de acties/actieplannen voor lokaal woonbeleid reeds beschreven in de subsidieaanvraag die de gemeenteraad goedkeurde en die door de initiatiefnemer van het IGS-project in juni 2019 bij Wonen in Vlaanderen is ingediend. De gemeente hoeft die informatie niet te herhalen in haar meerjarenplan, het volstaat dat de gemeente in de strategische nota onder de 3 rapporteringscodes een url-link naar de subsidieaanvraag voor het IGS-project vermeldt. Dat kan maar hoeft niet noodzakelijk een link te zijn naar de website van de gemeente: een verwijzing naar een andere site waar de subsidieaanvraag (al dan niet in een met login en paswoord beveiligde omgeving) kan worden geraadpleegd, is evenzeer mogelijk. Opgelet: de begrote uitgaven en ontvangsten die gepaard gaan met de acties/actieplannen voor lokaal woonbeleid moeten door de gemeente wel in het meerjarenplan onder de toepasselijke rapporteringscode(s) opgenomen worden (aangezien die financiële informatie niet in de subsidieaanvraag is opgenomen). Begrote uitgaven en ontvangsten die toewijsbaar zijn aan een actie/actieplan of aan één van de 3 Vlaamse beleidsprioriteiten, worden door de gemeente vermeld onder de toepasselijke rapporteringscode(s). Begrote uitgaven en ontvangsten die niet toewijsbaar zijn aan een actie/actieplan of aan één van de 3 Vlaamse beleidsprioriteiten, worden door de gemeente vermeld onder de volgens haar meest toepasselijke rapporteringscode. Bijvoorbeeld kan het voor een gemeente volstaan om onder de volgens haar meest toepasselijke rapporteringscode aan te geven hoeveel zij voor deelname aan het IGS-project op jaarbasis financieel bijdraagt aan de beherende gemeente van de interlokale vereniging of aan de dienstverlenende intergemeentelijke vereniging die initiatiefnemer is van het IGS-project.

Timing voor de digitale planning?

  • Voor 31 december 2019 moet het meerjarenplan van de gemeente door de raad goedgekeurd worden (art. 254 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur).
  • Uiterlijk op 15 januari 2020 moet het lokale bestuur de relevante onderdelen van de door de raad goedgekeurde strategische meerjarenplanning indienen op het digitaal loket voor lokale besturen(opent in nieuw venster) op de website van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (art. 7 van het Planlastendecreet van 15 juli 2011).

Rapportering over het lokaal woonbeleid in de jaarrekening

Een jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting:

  • de beleidsevaluatie bevat:
    • de prioritaire beleidsdoelstellingen, met een omschrijving van de mate van realisatie van de prioritaire acties/actieplannen
    • de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven per prioritaire beleidsdoelstelling en per prioritaire actie/actieplan en het gerealiseerde totaalbedrag van de niet-prioritaire acties/actieplannen en de gerealiseerde globale bedragen voor de verrichtingen die niet aan beleidsdoelstellingen gekoppeld zijn.
  • de financiële nota bevat:
    • de doelstellingenrekening (model J1)
    • de staat van het financieel evenwicht (model J2)
    • de realisatie van de kredieten (model J3)
    • de balans (model J4)
    • de staat van opbrengsten en kosten (model J5)
  • de toelichting bevat alle relevante informatie voor raadsleden (modelschema’s T1 tot T5)

De 45 gemeenten die in 2020-2025 niet deelnemen aan een gesubsidieerd intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, geven in de jaarrekening de mate van realisatie van de prioritaire en/of niet-prioritaire beleidsacties/actieplannen voor lokaal woonbeleid aan, alsook de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten. Zij maken daarvoor gebruik van de toepasselijke rapporteringscode(s).

Voor de 255 gemeenten die in 2020-2025 wel deelnemen aan een gesubsidieerd intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, is de mate van realisatie van de acties/actieplannen voor lokaal woonbeleid reeds beschreven in de stuurgroepverslagen die door de initiatiefnemer van het IGS-project bij Wonen in Vlaanderen worden ingediend. De gemeente is vertegenwoordigd in de projectstuurgroep. De gemeente hoeft die informatie niet te herhalen in haar jaarrekening, het volstaat dat de gemeente in de beleidsevaluatie onder de 3 rapporteringscodes een url-link naar de stuurgroepverslagen voor het IGS-project vermeldt. Dat kan maar hoeft niet noodzakelijk een link te zijn naar de website van de gemeente: een verwijzing naar een andere site waar de stuurgroepverslagen (al dan niet in een met login en paswoord beveiligde omgeving) kunnen worden geraadpleegd, is evenzeer mogelijk. Opgelet: de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten die gepaard gaan met de acties/actieplannen voor lokaal woonbeleid moeten door de gemeente wel in de jaarrekening onder de toepasselijke rapporteringscode(s) opgenomen worden (aangezien die financiële informatie niet in de stuurgroepverslagen is opgenomen). Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten die toewijsbaar zijn aan een actie/actieplan of aan één van de 3 Vlaamse beleidsprioriteiten, worden door de gemeente vermeld onder de toepasselijke rapporteringscode(s). Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten die niet toewijsbaar zijn aan een actie/actieplan of aan één van de 3 Vlaamse beleidsprioriteiten, worden door de gemeente vermeld onder de volgens haar meest toepasselijke rapporteringscode. Ook voor de gemeenten die deelnemen aan een IGS-project blijft BBC dus het aangewezen instrument om te rapporteren over de uitgaven en ontvangsten die gepaard gaan met acties/actieplannen voor lokaal woonbeleid. Wonen-Vlaanderen baseert zich voor de opvolging van de IGS-projectwerking en voor de berekening en uitbetaling van de jaarlijkse subsidiebedragen per project op de subsidieaanvraag en op de stuurgroepverslagen die door de initiatiefnemer rechtstreeks aan Wonen-Vlaanderen bezorgd worden.

Timing voor de digitale rapportering?

  • De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft (art. 260 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur).
  • Onmiddellijk na de definitieve vaststelling van de jaarrekening bezorgt de gemeente de gegevens over de vastgestelde jaarrekening in digitale vorm aan de Vlaamse Regering (art. 250 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, eerste lid). Als er nog geen jaarrekening is vastgesteld op 30 juni van het jaar dat volgt op het boekjaar in kwestie, bezorgt de gemeente de gegevens over het ontwerp van jaarrekening in digitale vorm aan de Vlaamse Regering (art. 250 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, tweede lid).