Gedaan met laden. U bevindt zich op: Iedereen leergretig volgens Pieter Sprangers Inspiratie uit de praktijk

Iedereen leergretig volgens Pieter Sprangers

Pieter Sprangers (PhD) is onderwijsdesigner, onderwijsfuturoloog, wetenschappelijk onderzoeker en co-auteur van ‘Edushock, breinoptimizer voor leren in de toekomst’ en ‘Team school: leergemeenschappen creëren in onderwijs’. Op de eerste Inspiratiedag Levenslang Leren liet hij zijn publiek – allemaal mensen die leren ondersteunen in Vlaanderen - door een andere bril naar leren kijken.

Iedereen van nature leergretig

Pieter Sprangers

Een van de ambities van het Actieplan levenslang leren is om zoveel mogelijk Vlamingen aan het leren te krijgen, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren. ‘Iedereen leergretig’ dus. Makkelijker gezegd dan gedaan. Pieter Sprangers deelde 10 vuistregels om deze doelstelling samen waar te maken.

Levenslang leren stimuleren in Vlaanderen is levensnoodzakelijk

Ik durf beweren dat (blijven) leren een nieuwe geletterdheidsdimensie is. Geletterdheid kennen we van kunnen lezen, schrijven en rekenen en digitale vaardigheden. Om de complexiteit van onze samenleving te kunnen beheersen is het volgens mij ook levensnoodzakelijk dat we iedereen ondersteunen om levenslang te kunnen blijven leren. Door te leren kan cultureel kapitaal van de ene naar de andere generatie worden overgedragen. Vele oudere inwoners van Zweden zien bijvoorbeeld met lede ogen aan dat jongeren geen rooktunnel meer kunnen maken om zalm te roken. Leren doen we ook om onze plaats te ontdekken als verantwoordelijke burger in de samenleving, nu en in de toekomst. En leren doen we uiteraard ook om de nodige kennis en vaardigheden op te doen voor een job. Diploma’s zijn in Vlaanderen nog altijd het beste ticket voor een job (alhoewel voor een aantal grote tech-giganten een diploma niet zo nodig meer hoeft, als je maar bereid bent om bij te leren).

Maak leren bespreekbaar

Soms vraag ik me af waarom we, hier in Vlaanderen, de dingen doen zoals we ze doen op vlak van levenslang leren. Ik mijmer dan over hoe we leren zo fantastisch kunnen maken dat je zou willen dat het nooit meer stopt? Dat is trouwens mijn persoonlijke ‘utopie’ die me dagelijks motiveert om onderzoek te doen en nieuwe praktijken te ontwikkelen voor leren en onderwijs. ‘Verwondering’ is volgens mij het sleutelwoord. Want dat is bijna altijd het startpunt om de sprong te maken naar diepgaande persoonlijke ontwikkeling - die intrinsieke motivatie, en het verlangen om iets nieuws te leren. Scholieren en studenten zeggen vaak tegen me: “Ik hoop dat ik snel mijn diploma haal, want dan ben ik er vanaf”. Dat zijn toch de mensen die voorbereid zouden moeten zijn op een leven lang leren vol passie? Laat ons daarom (levenslang) leren en onderwijs in Vlaanderen bespreekbaar maken en er meer over in dialoog gaan.

Leren en onderwijs is niet hetzelfde

Leren is als ademen. Leren doen we de hele dag door. Leren doen we altijd en overal, en van heel veel mensen. Onderwijs neemt hierin een belangrijke rol op. Het is een vorm van slow learning, verdiepend leren waarvoor we vaak terechtkomen in een ‘instituut’. Scholen en centra voor volwassenenonderwijs of basiseducatie nemen een unieke plaats in Vlaanderen in. Het zijn oefenplaatsen voor democratie en plaatsen waar we experimenten mogen opzetten voor onze samenleving.

Maak universiteiten en hogescholen ‘levenslang-leren-proof’

Laatst ontmoette ik iemand die op latere leeftijd nog een bijkomend universitair diploma behaalde. De passie en het plezier spatte ervan af. Op dit ogenblik wil het hoger onderwijs nog vooral 18 tot 24-jarigen aan zich binden. Volgens mij moeten universiteiten en hogescholen een tandje bijsteken om lifelong learners te ondersteunen. Stanford University bijvoorbeeld ondersteunt levenslang leren al in elke levensfase. We zouden er in Vlaanderen bijvoorbeeld naar kunnen streven mensen in plaats van de nu dominante 4 jaar, 6 jaar te laten studeren, maar meer gespreid over hun hele leven. Levenslang leren is als een spier die getraind moet worden. Waarom mensen geen ‘leerabonnement’ geven zodat ze deze spier regelmatig kunnen onderhouden?

Maak van scholen en onderwijsinstellingen vuurtorens van educatie

Vuurtorens zijn lichtbakens aan de horizon met een sterk aanzuigeffect. Laat ons van alle scholen en onderwijsinstellingen vuurtorens van educatie maken waar iedereen tot leren wordt bewogen. Een plaats waar iedereen 7 dagen op 7 – vol passie - kan leren. En dit voor iedereen, jong en oud, en liefst nog allemaal samen, intergenerationeel. Een plaats waar opa aan zijn kleinzoon in een atelier kan tonen hoe je hout moet bewerken. En waar die kleinzoon hem dan weer kan leren hoe je foto’s moet bewerken. Ook de bibliotheken, misschien wel de meest laagdrempelige plaatsen voor levenslang leren, kunnen hier hun plaats vinden. De Vlaamse overheid heeft daarover al nagedacht. Daar zijn naast boeiende scenario’s voor Leven, leren en werken in 2050 ook heel interessante transitie-experimenten uit voortgekomen.

Waardeer alle vormen van leren, niet alleen de beroepsgerichte

‘Levenslang’ wordt door mensen wel eens geïnterpreteerd als ‘straf’. Denk maar aan die studenten die er zo snel mogelijk vanaf willen zijn. Laat ons het alsjeblieft niet zo zien. Laat ons hopen dat iedereen zal kunnen leren vanuit iets waar ze goed in zijn en dat ze echt willen leren. Daarom is het essentieel dat we waardering geven aan àlle vormen van leren en niet alleen aan de louter beroepsgerichte vormen van leren of de vormen van leren die economisch interessant zijn in functie van consumentisme.

Gun iedereen een granny cloud

Ondersteuning en begeleiding is meer dan ooit nodig om tot succesvol leren te komen. Sugata Mitra maakte in een klein dorp in India voor zijn Hole in the Wall experiment een gat in de muur met daarin een computer verstopt. In een mum van een tijd ontdekten de dorpskinderen – vanuit hun verwondering - die computer. Ze hadden geen enkele ervaring met een computer en toch leerden ze hem binnen de kortste keren gebruiken. Zo bevestigden ze de these van Sugata Mitra, namelijk dat alle kinderen digitale basisvaardigheden onder de knie kunnen krijgen. De voorwaarden zijn wel dat je hen een degelijke computer geeft, met plezierige en motiverende content, en minimale (menselijke) ondersteuning. Die ondersteuning kwam er in het experiment van wat Sugata Mitra de granny cloud noemde. Omaatjes uit het dorp die niet op het veld moesten werken, stimuleerden de kinderen vanop een afstandje enthousiast om op ontdekking te gaan. Ze stelden vragen als: ‘waarom doe je dat?’ of ‘doe dat nog eens…’ De grannies waren geen gediplomeerde leraren, maar ze moedigden de kinderen aan om telkens een stapje verder te gaan. Zo maakten de kinderen, waarvan sommigen nog nooit naar school waren gegaan, een ongelooflijke leersprong. Het waren de grannies die het verschil maakten. Bij ons is het al zover gekomen dat Microsoft je port om tijd in je agenda te reserveren om te leren. Ik denk dat we deze aanmoedigingen niet (alleen) aan Microsoft mogen overlaten. Ik wil vooral de loftrompet laten schallen voor de relationele component van leren. Wat kunnen wij in Vlaanderen van het bovenstaande experiment leren? Daarvoor verwijs ik naar de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan. Zij formuleerden de bouwstenen: ondersteuning, uitdaging, competenties en motivatie. De vraag is hoe we deze bouwstenen in Vlaanderen kunnen invullen voor levenslang leren?

“De cruciale vraag is: hoe vullen wij deze nood aan ondersteuning in Vlaanderen in de toekomst in? Hoe zorgen we ervoor dat iedereen in de toekomst een betekenisvolle leerrelatie met iemand kan opbouwen?”

Hoe bieden we mensen gepaste uitdagingen die niet te moeilijk maar ook niet te gemakkelijk zijn en vertrekken van al bestaande kennis en vaardigheden? Laat mensen hierin voldoende keuzemogelijkheden en geef ze een vorm van autonomie. Vandaar de oproep aan HR-diensten in bedrijven om leerloopbanen niet vooraf al helemaal uit te tekenen en via balance scorecards op te volgen en aan te vinken. Ondersteuning moet er uiteraard op de werkvloer ook zijn. De top 3 van wat mensen het meeste helpt in hun leerproces blijkt volledig relationeel te zijn: samenwerken met collega’s, ondersteuning van een leidinggevende die uitdaagt en tips geeft, stimulering door een mentor/coach die regelmatig vraagt of het allemaal een beetje loopt en in dialoog gaat over het leerproces. Pas op de vierde plaats staat leren door op zoek te gaan op het internet. Nog uit onderzoek blijkt dat in (hoge)scholen en universiteiten de band tussen lesgevers en lerenden cruciaal is om tot krachtig leren te komen. Ook in de gevangenis is dat gebleken. Zonder de ondersteuning van bijvoorbeeld een bewaker, of iemand die belangstelling toont in het leerproces, komen gevangenen niet tot leren. De cruciale vraag is: hoe vullen wij deze nood aan ondersteuning in Vlaanderen in de toekomst in? Hoe zorgen we ervoor dat iedereen in de toekomst een betekenisvolle leerrelatie met iemand kan opbouwen? Uiteindelijk zouden alle Vlamingen iemand moeten hebben die met hen in dialoog gaat over leren. Dat kunnen we echter niet aan individuen alleen overlaten. Gemeenten en steden zouden daar een belangrijke rol in kunnen spelen. Lokale overheden kunnen een rol opnemen in het ondersteunen van hun inwoners bij het leren van in de wieg tot aan het graf want zij staan immers het dichtst bij hun inwoners. Kasterlee is hiermee bijvoorbeeld aan het experimenteren via een begeleidingstraject van domo de refontiro om scenario’s voor onderwijs én leren van alle inwoners in kaart te brengen. We kunnen een voorbeeld nemen aan de UNESCO learning cities. In België is er zo nog maar één en dat is Charleroi. Welke stad of gemeente in Vlaanderen neemt - als meest nabije bestuur - als eerste de volle verantwoordelijkheid voor het leren van haar inwoners op? Uiteraard zal dat altijd in partnerschap zijn met alle actoren die met leren bezig zijn: de bibliotheek, socio-culturele verenigingen, de VDAB, onderwijsinstellingen, musea, jeugdbewegingen, enzovoort…

Stimuleer zelfsturing op wat en hoe je het wil doen

Vraag je eens af wie jou inspireert in je persoonlijke leerproces? Wie zijn jouw leerhelden? Met wie heb je een leerrelatie? Er zijn verschillende types leerrelaties. Mogelijk geeft jouw leidinggevende je eerlijk en authentieke feedback en feedforward op je werk en ondersteunt zij je zo in je leerproces? Of misschien heb je een leerrelatie met iemand buiten je werkcontext? Iemand die je advies geeft of coacht in je job? Misschien ken je iemand die je sociale of emotionele ondersteuning geeft en regelmatig eens polst hoe de dingen lopen en vraagt of je daarbij hulp kan gebruiken. Of heb je iemand die je uitdaagt om iets totaal nieuws te proberen, je uit je comfortzone lokt of je zelfs binnenleidt in een nieuwe wereld? Om bewuster om te kunnen gaan met je persoonlijk leernetwerk, is het goed om je leerrelaties visueel in kaart te brengen zoals via de specifieke leertools die domo de refontiro vanuit wetenschappelijk onderzoek ontwikkelt om er bewuster mee om te gaan. Breng je competenties in kaart en maak je eigen ontwikkelingsplan. Bijvoorbeeld met lerenbovendemaat.be of de SRL-O vragenlijst om bewuster om te gaan met online leren en daar zelf verantwoordelijkheid in op te nemen. Op basis van het resultaat kan je nadenken over hoe je zou willen dat je leernetwerk er in de toekomst gaat uitzien. In Vlaanderen is nog steeds de groepsopleiding dominant, maar er zijn ook prachtige online leervormen, gaande van webinars, hackatons tot MOOCs, podcasts, enzovoort. Vaak wordt deze vorm van leren niet mee opgenomen in de statistieken. Een kanttekening bij deze soort van leervormen is dat het leereffect soms wat discutabel kan zijn, vaak omdat een duidelijke leerstrategie en de nodige ondersteuning bij het leren ontbreken.

Haal leerdrempels weg

Naast het stimuleren van levenslang leren, ligt er ook een taak in het weghalen van leerdrempels. De centra voor volwassenenonderwijs (cvo) en voor basiseducatie (cbe) nemen een belangrijke rol in bij levenslang leren alhoewel ze soms wat stiefmoederlijk worden behandeld. We moeten wel attent zijn voor het feit dat voor veel mensen het ‘schoolse’ leren een barrière vormt. Volwassenen zijn meestal op zoek naar leren dat vertrekt vanuit de eigen interesses en praktische vragen. Ze hebben een voorkeur voor meer ‘sociaal’ leren. Mensen komen niet alleen naar een centrum om te leren, ze komen ook naar daar om elkaar te ontmoeten en betekenisvolle relaties met anderen aan te gaan. Zorg dat een leercentrum ook een écht centrum wordt, met een warm onthaal, waar fijne ontmoetingen mogelijk worden gemaakt en waar op verschillende manieren kan geleerd worden. De volkshogescholen in Scandinavië kunnen als voorbeeld dienen. Toegankelijkheid is een andere barrière, en niet alleen voor mensen met beperkingen. De Lijn en de NMBS hebben een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Mensen moeten gemakkelijk op hun leerplek geraken. Sinds de overdracht naar het hoger onderwijs van sommige opleidingen die vroeger door een cvo werden georganiseerd, is dit probleem er niet kleiner op geworden. Een andere erg belangrijke horde is de complexiteit van het leerlandschap. Om daar aan uit te geraken hebben we leerloopbaanbegeleiders nodig die de weg kunnen wijzen in het kluwen. Daarom mijn pleidooi om het leeraanbod radicaal te vereenvoudigen en terug naar de essentie te gaan. Leerwinkels en leercoaches zullen nog altijd een onontbeerlijke rol blijven spelen in de toeleiding en de ondersteuning van het leerproces.

Gebruik creativiteit en de juiste tools om organisaties lerend te maken

Mensen leren niet alleen individueel. We leren ook krachtig en sterk op ons werk, in teams, of in een of andere vorm van leergemeenschap in onze organisatie, bijvoorbeeld een community of practice. Daar is al heel wat onderzoek naar gedaan. Maar meer onderzoek naar (levenslang) leren blijft nodig. In ons boek ‘Team School’ wordt beschreven hoe je leergemeenschappen kan vormen in het onderwijs, maar het is ook heel bruikbaar voor andere organisaties. Het is cruciaal dat over leren in dialoog wordt gegaan en dat we elkaar ondersteunen en uitdagen om tot een leven lang leren komen. Er bestaan al heel wat tools die kunnen helpen in het transformeren van organisaties in krachtige leeromgevingen waarin iedereen kan leren. Dat vraagt uiteraard ook heel wat creativiteit. We moeten out-of-the-box durven denken om barrières op te heffen. Zo kan leren wat mij betreft overal, en niet alleen in fancy en dure campusgebouwen. Ik zou dat geld liever geïnvesteerd zien in de relationele kant van het leren. Leren kan bijvoorbeeld perfect in circulaire-economie-zones of zelfs in open lucht. We hebben ook nog heel wat onderbenutte infrastructuur die perfect als leerzone zou kunnen gebruikt worden. Ik heb naar de effecten daarvan op de leerwinst de afgelopen jaren wetenschappelijk onderzoek gedaan en de positieve impact vastgesteld. Of wat dacht je van ‘bewegend leren’? Leren kan niet alleen overal, maar ook altijd. Online leren is daarvoor ideaal.
Volgens mij is iedereen van nature leergretig. We kunnen er met zijn allen voor zorgen dat dit in de loop van een mensenleven niet verdwijnt, maar alleen maar wordt gestimuleerd.