Gedaan met laden. U bevindt zich op: Evaluatie van het pilootprogramma Leerecosystemen Bijdragen van het kennisplatform

Evaluatie van het pilootprogramma Leerecosystemen

Nieuwsbericht
3 maart 2025

Met de subsidieoproepen Leerecosystemen wil Europa WSE bijdragen aan een leercultuur in Vlaanderen en Brussel. Om te begrijpen hoe een eerder theoretisch concept als leerecosystemen zich laat vertalen naar de praktijk, werd in 2021 een pilootprogramma opgestart. Daarmee kregen een aantal projecten in Limburg en de Westhoek financiële en inhoudelijke ondersteuning. Samen met lokale partners verkenden de projecten de mogelijkheden om een leerecosysteem uit te bouwen dat alle kansen voor talentontwikkeling in de omgeving benut. In deze bijdrage bespreken we de evaluatie van het pilootprogramma.

Leerecosystemen

De leerecosystemen (opent in nieuw venster)zijn dynamische, doelgerichte en co-creatieve partnerschappen van lokale actoren die middelen verbinden om jong en oud kansen te bieden om hun talenten te ontdekken en ontwikkelen, buiten de klas- en leslokalen. Hier ontdekken burgers hun leergoesting en worden ze op weg gezet om in te haken op een leven lang leren.

Pilootprogramma Leerecosystemen in Limburg en de Westhoek

Eind 2021 lanceerde Europa WSE een pilootprogramma voor leerecosystemen. Binnen dit programma werden ideeën en concepten die zijn voortgekomen uit het transitieprogramma leven, leren en werken(opent in nieuw venster) verder ontwikkeld. Het doel van dit pilootprogramma was om te begrijpen hoe het concept van leerecosystemen in de praktijk kan worden toegepast in Vlaanderen. Volgende vijf projecten werden hierin ondersteund:

  • Klooz (Borgloon)
  • Regina Mundi en Open University of Diversity (Genk)
  • Beringen Talentenstad (Beringen)
  • Kanjer (regio Ieper)
  • Aster (regio Poperinge)

Doelstelling en aanpak van de evaluatie

Bij aanvang van de evaluatieopdracht zat het pilootprogramma leerecosystemen nog in de initële implementatiefase. Daarom lag de focus van de evaluatie vooral op kennisopbouw over de praktijk van leerecosystemen en de rol van Europa WSE in het faciliteren van het ontstaan en ontwikkelen van deze partnerschappen.

De focus van de evaluatie was drieledig:

  • Luik A: De ondersteuning en interventies vanuit Europa WSE ten aanzien van de partnerschapsvorming
  • Luik B: Mechanismen voor vorming en functionering van de piloot-leerecosystemen als organisatienetwerken
  • Luik C: Exploratie van het aanbod en effecten op burgers gerealiseerd door de piloot leerecosystemen

De evaluatieopdracht werd uitgevoerd van februari 2023 tot en met september 2024 door IDEA Consult in samenwerking met Antwerp Management School. De piloot-leerecosystemen werden door de evaluatoren benaderd en geanalyseerd vanuit het theoretisch model van organisatienetwerken (zie Kenis & Cambré, 2019). Organisatienetwerken zijn een vorm van partnerschappen die trachten competenties uit verschillende organisaties te combineren om samen complexe problemen op te lossen. De bevindingen zijn gebaseerd op interviews, focusgroepen, netwerkmappings, surveys en een deskanalyse.

Bevindingen en conclusies

De ontwikkeling en het functioneren van de partnerschappen

  • De leerecosystemen (LES) zijn goed op weg om dynamische, doelgerichte en duurzame partnerschappen te vormen. Ze evolueren gradueel van een fase van ‘katalyseren en initiëren’ richting een fase gericht op het ‘dynamisch experimenteren’ met het leeraanbod voor de finale doelgroep.

  • Er zijn verschillende bouwstenen die bevorderlijk blijken voor het ontwikkelen van een doelgericht partnerschap, maar waar de leerecosystemen vaak nog groeimarge hebben om deze beter te benutten. Het gaat onder meer om:
    • een gezamenlijk vormgegeven en (breed) gedragen visie;
    • een organisatiemodel dat zorgt voor centrale coördinatie en stabiliteit maar tegelijkertijd effectief is in het beheren van de dynamiek van leerecosystemen;
    • een uitwisseling van middelen en infrastructuur en sterke uitwisseling van kennis en informatie tussen subgroepen binnen het partnerschap;
    • een goed relatiebeheer en heldere, regelmatige communicatie naar betrokkenen;
    • een lerende houding met ruimte en processen voor feedback.

De vormgeving en invulling van leeractiviteiten

  • De LES vertrekken bij het vormgeven van hun aanbod vanuit de uitdagingen, behoeften en kansen voor levenslang leren op regionaal en individueel niveau. Leercontexten worden zorgvuldig getoetst op hun toegankelijkheid, laagdrempeligheid en geschiktheid voor de organisatie van leeractiviteiten.

  • De LES focussen op het aanpassen van een bestaand aanbod aan noden van de doelgroep en ontwikkelen een nieuw aanbod, in de vorm van workshops, vrijetijdsactiviteiten enzovoort, waar nodig.

  • Bij een aantal LES wordt expliciet gewerkt met mentoren, coaches en/of ambassadeurs, die een verbindende rol opnemen naar de doelgroep. Personen die ook als brugfiguur worden ingezet om potentiële lerenden te ondersteunen bij het zetten van een volgende stap in hun leertraject, zijn nog minder aanwezig in de startende LES.

  • Er zijn eerste, anekdotische aanwijzingen van verschillende effecten van de aangeboden leerkansen en contexten op de doelgroep zoals spreekdurf, digitale vaardigheden en verbinding tussen deelnemers.

De instrumenten en ondersteuning van Europa WSE

  • Via oproepen, financiering en ondersteunende trajecten heeft Europa WSE bijgedragen aan de vorming en ontwikkeling van de partnerschappen.

Aanbevelingen

De evaluatie resulteert in heel wat aanbevelingen. De meeste zijn onder te brengen onder volgende overkoepelende aanbevelingen.

  • Voorzie voldoende kadering en procesbegeleiding, zowel inhoudelijk als administratief;
  • Onderbouw voldoende de verwachtingen en keuzes rond partnerschapsvorming en resultaten;
  • Maak relevante beleidsinitiatieven zichtbaar en leg hier voldoende linken;
  • Blijf verder inzetten op onderzoek en gewenste resultaten;
  • Stimuleer leren en reflectie;
  • Voorzie een gepaste looptijd en budget.

Reactie vanuit Europa WSE

Europa WSE formuleerde een management response op de resultaten van de evaluatieopdracht. Deze bevat een reactie op de conclusies en aanbevelingen en formuleert acties die Europa WSE heeft uitgevoerd of zal uitvoeren om uitvoering te geven aan de aanbevelingen.

  • De ESF-oproep werd aangepast onder meer door de partnerschapsvorming te financieren via een afzonderlijke oproep, door relevante actoren expliciet te benoemen en door een aanpassing aan de rol die een lokaal bestuur opneemt in een LES.

  • Europa WSE zet in op bereikbare, laagdrempelige en flexibele ondersteuning voor de LES door middel van halfjaarlijkse voortgangsmeetings die doorgaan bij de partners. Daarmee wordt de inhoudelijke voortgang van het LES in kaart gebracht. Ook wordt ingezet op administratieve ondersteuning. Voor beide vormen van ondersteuning is de projectadviseur een vast aanspreekpunt.

  • Europa WSE zet in op methodische en inhoudelijke ondersteuning van de LES door middel van een leertraject op drie sporen:
    • Spoor 1: bouwen aan kennis en vaardigheden op vlak van effectief samenwerken;
    • Spoor 2: vraaggerichte inspiratiedagen;
    • Spoor 3: Kennismaken met andere praktijken.

  • Er wordt verder ingezet op onderzoek, onder meer met betrekking tot de uitkomsten en effecten van huidige en toekomstige leerecosystemen.

  • Via kennisdeling zet Europa WSE actief in op het verspreiden van de inzichten uit de evaluatieopdracht.