Delegatie van regelgevende bevoegdheid aan ambtenaren en organen of instellingen die geen politieke verantwoordelijkheid dragen ten opzichte van een democratisch verkozen vergadering, is in beginsel ontoelaatbaar, omdat afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van de eenheid van de verordenende macht en aan het beginsel van de politieke verantwoordelijkheid van de ministers.

Alleen delegaties met een beperkte draagwijdte en die van een zodanig technische aard zijn, namelijk bijkomstige of louter technische of bestuurlijke maatregelen, zijn toegelaten. Bij die delegaties kan ervan uitgegaan worden dat de instellingen, die de reglementering in kwestie moeten toepassen, het best geplaatst zijn om die met kennis van zaken uit te werken en de aldus gedelegeerde bevoegdheid uit te oefenen. Zo’n bevoegdheidsoverdracht is bovendien alleen aanvaardbaar als die beperkte technische maatregelen geen beleidskeuze inhouden.

In de databank met de adviezen van de Raad van State zijn heel wat dossiers opgenomen die je kunnen helpen bepalen of de delegatie en de regeling bij een dergelijk besluit toelaatbaar zijn. Zie Databank > Delegatie aan ambtenaren en openbare instellingen