Gedaan met laden. U bevindt zich op: Samenwerking met federale en regionale overheden Samenwerking

Samenwerking met federale en regionale overheden

Voor wie?

De informatie op deze pagina is vooral interessant voor de kabinetten, voor juridische diensten en voor personeelsleden die advies moeten verlenen over dossiers die op de agenda’s staan van het overlegcomité of een interministeriële conferentie.

Overlegcomité federale regering en Gemeenschaps- en Gewestregeringen

Het Overlegcomité federale regering en Gemeenschaps- en Gewestregeringen is het forum om belangenconflicten tussen regeringen te bespreken. Een voorbeeld hiervan is het belangenconflict tussen de Vlaamse Regering en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rond de geluidsnormen in Zaventem.

Het Overlegcomité speelt ook een rol bij bevoegdheidsconflicten.

Het Overlegcomité is het belangrijkste intergouvernementele orgaan.

Taken

  • onderlinge beleidsafstemming
  • finalisering van belangrijke samenwerkingsakkoorden
  • discussies over financiële tenlastenemingen
  • bespreking van ontwerpregelgeving waarvoor de bijzondere wetten samenwerking voorschrijven.

Samenstelling

  • De federale premier zit het Overlegcomité voor.
  • Er zetelen evenveel Nederlandstalige als Franstalige vertegenwoordigers en evenveel federale als deelstatelijke vertegenwoordigers in het Overlegcomité.
  • De minister-president en een andere minister (meestal de viceminister-president) vertegenwoordigt de Vlaamse Regering, eventueel vergezeld door (een) bevoegde minister(s).

Agenda, documenten en notulen

Het Overlegcomité vergadert in principe maandelijks. De leden van de Vlaamse Regering ontvangen de agenda, documenten en notulen via de federale regeringsdatabank e-premier. De Secretarie van de Vlaamse Regering vraagt de toegang tot e-premier aan voor de kabinetten. Daarnaast archiveert de Secretarie de documenten in de Overlegcomité-toepassing(opent in nieuw venster) van de Vlaamse overheid en stelt ze zo ter beschikking.

Interministeriële conferenties voor sectoraal overleg

Interministeriële conferenties (IMC) zijn gespecialiseerde sectorale comités, bijvoorbeeld op het vlak van buitenlands beleid, verkeer en infrastructuur… waarin de bevoegde ministers onderling kunnen overleggen. Het Overlegcomité beslist welke interministeriële conferenties worden opgericht.

De interministeriële conferenties hebben geen eigenlijke beslissingsmacht. Ze zijn een forum voor de voorbereiding van samenwerkingsakkoorden. Daarnaast zijn ze ook een kanaal voor wettelijk voorgeschreven overleg of betrokkenheid op regeringsniveau.

Belangenconflicten

Belangenconflicten doen zich voor als een initiatief of beslissing van een regering of parlement de belangen van een andere gemeenschap of een ander gewest kan schaden.

Ze hebben bij uitstek een politiek karakter en hebben geen betrekking op bestaande wetten, decreten of besluiten, maar wel op ontwerpen of voorstellen daarvan.

Regering en parlement kunnen een beroep doen op de procedure voor belangenconflicten.

Als het parlement oordeelt dat een wetgevend initiatief van een ander parlement hen ernstig kan benadelen, dan kan het met drie vierde van de stemmen vragen om schorsing van de parlementaire behandeling van dat initiatief. Dat gebeurt met het oog op overleg. Als het interparlementaire overleg niet (binnen zestig dagen) tot een oplossing leidt, wordt de zaak aanhangig gemaakt bij het Overlegcomité, na advies van de Senaat. Zoals gezegd kan het Overlegcomité alleen bij consensus beslissingen nemen, wat bij dit soort conflicten vaak niet mogelijk blijkt.

Elke regering kan reageren tegen:

  • beslissingen van andere regeringen die haar belangen kunnen schaden
  • het niet-naleven van voorgeschreven overlegprocedures
  • de afwezigheid van een beslissing (bv. als het wettelijk verplicht akkoord uitblijft).

Deze politieke geschillen op niveau van de uitvoerende macht worden rechtstreeks besproken in het Overlegcomité.

Ook deze beroepen schorten de uitvoering van de aangevochten beslissing op gedurende 60 dagen, tenzij er voordien een politiek vergelijk is.

Bevoegdheidsconflicten

Bevoegdheidsconflicten zijn geen politieke of opportuniteitsbetwistingen, maar hebben te maken met de wettelijke bevoegdheid van een regering of parlement. Ze zijn dan ook juridisch van aard.

De Raad van State (afdeling Wetgeving) heeft onder meer als taak om mogelijke bevoegdheidsconflicten te voorkomen, zowel bij ontwerpen van reglementaire besluiten als bij voorstellen of voorontwerpen van decreet.

Als de afdeling Wetgeving een bevoegdheidsoverschrijding vaststelt bij een voorontwerp of voorstel van decreet en als de regering of het parlement toch vasthoudt aan het initiatief, dan moet de Raad van State het voorontwerp of voorstel doorsturen naar het Overlegcomité.

Bij bestaande wetgeving kan een vermeende bevoegdheidsoverschrijding alleen nog aangevochten worden bij het Grondwettelijk Hof (voor wetten en decreten) of bij de Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak (voor besluiten).

Samenwerkingsakkoorden

De Vlaamse Regering kan samenwerkingsakkoorden sluiten met andere Gemeenschappen of Gewesten en/of met de federale staat. Het is de uitvoerende macht die onderhandelt over de akkoorden en deze sluit.

De samenwerkingsakkoorden gaan onder meer over:

  • de gemeenschappelijke ontwikkeling van initiatieven
  • het gezamenlijk uitoefenen van bevoegdheden, bijvoorbeeld waar de bevoegdheidsverdeling verstrengeld is
  • de oprichting van gemeenschappelijke diensten of instellingen.

Er zijn enkele domeinen waar de wet samenwerkingsakkoorden oplegt, maar voor het overige zijn de regeringen vrij om de inhoud en strekking van de samenwerking te bepalen.

Via samenwerkingsakkoorden kunnen geen bevoegdheden uitgewisseld of overgeheveld worden.

Er zijn twee soorten samenwerkingsakkoorden:

  • De wetgevende samenwerkingsakkoorden. Dat zijn samenwerkingsakkoorden waarvoor instemming van de parlementen vereist is en die over zaken gaan die gewoonlijk door wetgever of de decreetgever geregeld worden, de overheid bezwaren (bijvoorbeeld financieel) of verplichtingen opleggen aan burgers. Het parlement kan de akkoorden niet amenderen. Dat is te vergelijken met de goedkeuringsprocedure voor verdragen.
  • De uitvoerende samenwerkingsakkoorden. Dat zijn samenwerkingsakkoorden over andere zaken. De uitvoerende samenwerkingsakkoorden hebben geen instemming nodig van de parlementen.

Andere samenwerkingsvormen

De Bijzondere Wet bepaalt nog een aantal samenwerkingsprocedures, die variëren van louter informeren tot de noodzaak van voorafgaand akkoord. Rechtscolleges kunnen normen vernietigen als de voorgeschreven procedures niet of onvoldoende werden nageleefd.

Rechtstreeks overleg en betrokkenheid vinden plaats in een interministeriële conferentie of Overlegcomité. Ze vragen volgens vaste rechtspraak van de Raad van State altijd beraadslaging op ministerieel niveau.

Voor adviesverplichtingen en de akkoordvereiste wordt echter ook een beroep gedaan op de schriftelijke procedure. Als de Vlaamse Regering tijdens een ministerraad een standpunt inneemt op voorstel van de vakminister, dan wordt dat standpunt door de minister-president bezorgd aan de federale regering.