Pers

Terug naar overzicht
Brussel

eDNA-onderzoek brengt nieuwe vindplaatsen van zeldzame grote modderkruiper aan het licht


Tot nu dachten we dat er in Vlaanderen nog maar enkele vindplaatsen waren van de grote modderkruiper. Recent eDNA-onderzoek van het INBO heeft echter aan het licht gebracht dat de vis nog op meer plaatsen voorkomt dan eerder gedacht.

Zo blijkt grote modderkruiper nog aanwezig te zijn in één van de oudste natuurgebieden van Vlaanderen, De Zegge in Geel, waar tijdens een visstandsonderzoek in 1986 de soort ooit één keer werd opgemerkt. Ook in de Abeekvallei is de vis nog aanwezig waardoor het kerngebied rond Molenbeersel gevoelig wordt uitgebreid. Zeer bemoedigend is ook de vaststelling dat de grote modderkruiper nog verspreid aanwezig is rond Gent, waar de laatste waarneming ook al uit 1986 dateert in Waarschoot. Zo is er eDNA aangetroffen in de natuurgebieden De Bourgoyen, De Assels en verder stroomopwaarts in de Latemse Meersen, allen in de Leievallei. Ook aan de andere kant van Gent in de Gentbrugse Meersen langs de Schelde werd DNA van de soort opgepikt. Verder stroomafwaarts in Berlare Broek werden in 2018 al eDNA sporen van grote modderkruiper aangetroffen tijdens een verkennend INBO-onderzoek.

Het feit dat de soort in deze nieuwe vindplaatsen zo lang onder de radar is gebleven doet vermoeden dat de pas ontdekte relictpopulaties slechts beperkt in omvang zijn. Het huidige waterbeleid biedt meer aandacht aan natuurlijke processen zoals vernatting en het herstel van natuurlijke overstromingsgebieden. Zo bieden deze opmerkelijke resultaten alleszins hoop voor de toekomst van deze unieke vissoort in Vlaanderen. Er zal extra aandacht worden besteed aan het beheer van de nieuwe vindplaatsen. Er komt ook nog meer eDNA-onderzoek in andere potentiële leefgebieden deze zomer.

--------

Achtergrond (1): de grote modderkruiper

De grote modderkruiper, een langwerpige vis die maximaal 30 cm groot kan worden, is te herkennen aan zijn 10 baarddraden en 2 goudkleurige lengtestrepen op de flank. Vroeger was het een veelvoorkomende bewoner van vegetatierijke wateren, zoals overstromingsvlakten, moerassen, grachten en langzaam stromende waterlopen. Deze vissoort is voornamelijk ’s nachts actief en voedt zich met allerlei ongewervelden, zoals wormen, watervlooien en muggenlarven, die hij in de modder vindt met behulp van zijn baarddraden. De grote modderkruiper was vroeger algemeen bekend vanwege zijn vermeende vermogen om onweer te voorspellen. Hiervoor werd hij vaak als levende barometer in een aquarium gehouden en kreeg hij lokale namen zoals weervis, weeraal, weerman, meeraal of donderaal.

Om deze Europees beschermde vissoort in Vlaanderen te ondersteunen, is in 2021 een herstelprogramma gestart door het Agentschap Natuur en Bos en het INBO. Eén van de doelen van dit programma is de huidige verspreiding van deze soort beter in kaart te brengen.

Achtergrond (2): eDNA-onderzoek, environmental DNA of omgevings-DNA

Om “onzichtbare” soorten op te sporen zet het INBO de eDNA-methode in, een zeer gevoelige techniek die DNA-sporen van vissen en andere organismen in het water detecteert. Deze methode is zo gevoelig dat de aanwezigheid van slechts één of een paar individuen in een waterpartij kan worden opgepikt.

In een eerste fase van dit onderzoek werden gekende relictgebieden onder de loep genomen. Hieruit bleek dat grote modderkruiper nog steeds in verschillende van deze gebieden aanwezig was. Vooral voor de Demervallei was dit een bemoedigend resultaat gezien de zware impact van de zomeroverstromingen na de waterbom van juli 2021.

In een tweede fase wordt met deze techniek de verspreiding van grote modderkruiper over heel Vlaanderen verder onderzocht. Hiervoor is in 2023 gestart met het nemen van waterstalen in 50 geselecteerde potentiële leefgebieden waar de kans op mogelijke aanwezigheid van de soort het grootst wordt geacht. Het zijn bijna allemaal beschermde moerasgebieden langs de grotere rivieren in Vlaanderen.