DNA bevestigt rol van wolven én honden in schade aan schapen
Tijdens de krokusvakantie zijn in het genetisch laboratorium van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) de uitstrijkjes onderzocht van zes dit jaar gemelde gevallen van een of meerdere doodgebeten schapen. Vier van de zes incidenten werden in het leefgebied van Naya en August gemeld, één ver daarbuiten, namelijk in Welle (Oost-Vlaanderen), waar het om een hond ging. Het laatste werd gemeld in Weelde in de provincie Antwerpen.
In de Kempense gevallen ging het in vier van de vijf keren om wolf. In detail:
- Lommel, 11/01: wolf (haplotype 1)
- Lommel, 11/02: wolf (haplotypes 1 en 2)
- Oudsbergen, 15/02: wolf (haplotypes 1 en 2)
- Weelde, 17/02: hond
- Peer, 22/02: wolf (haplotypes 1 en 2)
Haplotypes 1 en 2 (genetische varianten van een diagnostisch gen) kunnen we toewijzen aan wolf, meer bepaald uit de Centraal-Europese laaglandpopulatie. Naya heeft haplotype 1, August haplotype 2. Honden hebben afwijkende haplotypes.
De aanwezigheid van beide haplotypes op eenzelfde plaats doet vermoeden dat Naya en August samen jagen. Dit onderzoek werd gevoerd in het kader van schadedossiers (bepaling wolf of hond).
Nina Holvoet van de HOGent heeft onder begeleiding van het INBO haar bachelorproef gewijd aan een studie van de al genomen preventiemaatregelen tegen wolf in het leefgebied van Naya en August. Zij onderzocht 83 weides, waarvan 64 met schapen. Driekwart van de kuddes waren kleiner dan 10 schapen, in de meeste gevallen dus geen professionele schapenhouders.
Slechts 3 van de 83 weides boden volgens de criteria in het wolvenplan voldoende bescherming tegen wolven. Holvoet wijst erop dat elke niet-beschermde weide het risico vergroot dat wolven zich specialiseren in vee, eerder dan in wild. Bescherming tegen wolf houdt vanzelfsprekend ook honden tegen.