Over ons

Hoe werken we?

We hechten groot belang aan hoe we met elkaar omgaan in onze organisatie, en op welke manier en in welke context we de wetenschappelijke en beleidsondersteunende outputs realiseren:

Dynamisch interactiemodel

Sinds 2017 werken we op het INBO in een vlakke structuur met zelforganiserende teams.
Gaandeweg ontwikkelde zich een dynamisch interactiemodel waarin we sterk inzetten op dialoog, resultaten en ondersteuning.
We spreken van zelforganiserende teams i.p.v. zelfsturend. Er is geen middenkader meer, maar wel een managementteam dat het wat bepaalt: welke resultaten ze van de teams verwachten. De teams bepalen zelf hoe ze de taken aanpakken.

  • Interactie en dialoog vormen het belangrijkste speerpunt van onze aanpak.
  • We werken resultaatgericht en volgen de resultaten op in digitale systemen. Het maakt dan niet veel meer uit waar en wanneer mensen werken, als ze hun resultaten maar halen.
  • We ondersteunen medewerkers op basis van hun specifieke noden, bijvoorbeeld met opleidingen rond open feedback.
  • De organisatie ontwikkelt zich steeds verder. We spreken niet meer van verandering, omdat er continue ontwikkeling is: weg met verandermoeheid!
    Meer inlichtingen: Irina De Landtsheer, HR Manager of Sandra Van Waeyenberge, communicatieverantwoordelijke

Gendergelijkheid

U kan hier het INBO-gendergelijkheid-plan downloaden onderaan deze pagina. Het is alleen in het Engels beschikbaar.

Duurzaamheid

De Sustainable Development Goals (SDG’s) of Duurzame OntwikkelingsDoelen werden in september 2015 formeel goedgekeurd door de algemene vergadering van de Verenigde Naties (VN).
Er zijn 17 SDG’s of doelen, die vervolgens verder opgesplitst worden in 169 subdoelen.
Die 17 SDG’s zijn één en ondeelbaar: je kan niet inzetten op één doel en de andere doelen negeren. Ze moeten universeel toegepast worden en een duurzame ontwikkeling van onze planeet toelaten.
Ook het INBO besloot met de SDG’s aan de slag te gaan om als organisatie bij te dragen aan de realisatie van deze duurzame ontwikkelingsdoelen. Via een participatief proces maakten we een actieplan op waarvan de acties aan zeven thema’s opgehangen worden.
Per thema vind je hieronder een aantal voorbeelden van acties.

Duurzaam gebouw- en terreinbeheer

  • Bij verbouwingen kiezen we voor duurzame en hernieuwbare bouwmaterialen.
  • Voor de inrichting van onze terreinen kiezen we voor biodiverse en klimaatvriendelijke aanplantingen. We laten ruimte voor natuurlijke processen en kiezen voor slim maaibeheer. We planten bomen. We zorgen voor nestgelegenheid, natuurvriendelijke aanleg van waterpartijen en streekeigen beplanting.
  • We beperken het gebruik van fossiele brandstoffen: als onze warmteopwekkingssystemen in de toekomst wijzigen, dan kiezen we zoveel mogelijk voor elektriciteit.
  • We investeren in waterbesparende infrastructuur.

Welzijn & vorming

  • Chemische stoffen waarvan wetenschappelijke studies aantonen dat ze gevaarlijk zijn voor mens en milieu, zoals hormoonverstorende stoffen, worden volgens het voorzorgsprincipe geweerd, zelfs als ze volgens Europese regels nog zijn toegelaten.
  • We voorzien activiteiten om samen te komen en de connectie te versterken.
  • We zetten in op gezonde voeding, beweging en psychosociaal welzijn.
  • Medewerkers worden regelmatig uitgenodigd deel te nemen aan vormingen over psychosociaal welzijn
  • We zorgen voor een aangename werk- en vergadercultuur.

Mobiliteit

  • De bereikbaarheid van evenementen wordt meegenomen in de keuze van de locatie.
  • We moedigen personeelsleden die de eigen wagen gebruiken voor woon-werkverkeer aan een andere keuze te maken.
  • We streven ernaar onder de 1000 km geen vliegtuigreizen te maken. We houden rekening met duurtijd en kostprijs om steeds de meest duurzame keuze te maken.
  • We kijken kritisch naar intercontinentale dienstreizen en vervangen deze waar zinvol door online deelname.

Aankoopbeleid, voeding & evenementen

  • Bij de aankoop van materiaal, kledij en cadeautjes voor het personeel houden we rekening met faire werkomstandigheden bij de producent en de totale ecologische voetafdruk van het product.
  • We vermijden producten met een hoge watervoetafdruk.
  • We bieden op recepties enkel maaltijden aan die op een duurzame manier zijn geproduceerd.

Gender & diversiteit

  • Bij aanwervingen controleren we of alle vragen en selectiecriteria genderneutraal zijn.
  • Wanneer er een gelijke score bij kandidaten is bij de aanwervingsprocedure, wordt er gekozen voor de vrouwelijke kandidate tot een evenwichtige verdeling van beide sexen onder het INBO-personeel wordt bereikt.
  • Bij de samenstelling van stuurgroepen, netwerken, adviesraden en dergelijke streven we naar een goede genderbalans.
  • We verhogen het aandeel vrouwen in managementfuncties naar 50%

Beleid & communicatie

  • We zetten in op participatieve besluitvorming en werken volgens een vlakke organisatiestructuur.
  • We communiceren wervend en motiverend over de SDG-acties.
  • Elke beslissing die INBO neemt, toetsen we af aan de 17 SDG’s.

De SDG’s in het onderzoek

  • Bij de keuze van gevalstudies in het onderzoek gaan we na of het logistiek en ecologisch haalbaar is.
  • We stimuleren de integratie van systeemdenken in het onderzoek en we nemen doelgroepen mee in het onderzoeksproces.

Wetenschappelijke integriteit

Als Vlaamse Wetenschappelijk Instelling hecht het INBO groot belang aan integriteit in wetenschappelijk onderzoek. De neerslag hiervan vindt u in

Dierproeven

Verschillende medewerkers van het INBO gebruiken in het wild levende of proefdieren voor hun wetenschappelijk onderzoek. Soms wordt dit onderzoek beschouwd als een dierproef, soms ook niet.
Vangen we louter dieren om een aantal gegevens te noteren (lengte, gewicht, soort, …) zoals bijvoorbeeld bij de vismonitoring, dan wordt dit onderzoek niet als een dierproef beschouwd. Maar van zodra dieren in het kader van wetenschappelijk onderzoek een ongemak ervaren dat vergelijkbaar met of erger is dan het inbrengen van een naald volgens goed diergeneeskundig vakmanschap spreekt men wettelijk van een dierproef. Sommige handelingen die wel deze pijndrempel overschrijden vallen dan weer niet onder de proefdierwetgeving. Een niet onbelangrijke uitzondering is bijvoorbeeld het identificeren van dieren met een oormerk, pootring, chip, … .
Daarnaast wordt telemetrie vaak ook als een uitzondering beschouwd. Bepalend hierbij zijn de diersoort, het gewicht en type zender, en hoe deze bevestigd wordt. Maar ook eerdere ervaringen van gelijkaardig telemetrisch onderzoek kunnen helpen een goede inschatting te maken van het te verwachten ongemak.
Omdat de huidige wetgeving die dierproeven regelt zijn ontstaan vindt in de biomedische wereld, is deze niet altijd even gemakkelijk toepasbaar op ecologisch onderzoek. Daarom werd er in de schoot van de Vlaamse proefdierencommissie een werkgroep opgericht om duidelijkere richtlijnen op te maken. Ook het INBO deelt hierbij zijn ervaringen.
Dierproeven mag je niet zomaar uitvoeren. Je hebt daarvoor een erkenning van de Dienst Dierenwelzijn nodig. Daarvoor doorloop je een hele erkenningsprocedure en moet je de nodige infrastructuur hebben. Sinds het ontstaan van het INBO in 2008 hebben we altijd zo’n erkenning gehad. Al ons onderzoek met dierproeven valt onder het laboratorium met het erkenningsnummer LA 1400559.
In het begin was het proefdieronderzoek vooral gericht op het huisvesten van bruine rat bij het onderzoek naar resistentie tegen rattenvergif en testen van giftig lokaas. Het resistentie-onderzoek verloopt nu genetisch waardoor er niet langer proefdieren zijn in ons labo. 

Andere dierproeven gebeuren om vismigratieknelpunten in kaart te brengen. Hiervoor krijgen de vissen, nadat ze verdoofd werden, een zender voor akoestische telemetrie geïmplanteerd. Zo kunnen hun verplaatsingen via een netwerk van telemetrie-ontvangers langs onze waterlopen opgevolgd worden. Tonen onze onderzoeken aan dat bepaalde passages in de waterlopen moeilijker passeerbaar zijn, dan kunnen vistrappen geplaatst worden om dit probleem op te lossen. Hiervan profiteren dan meerdere vissoorten voor lange tijd. Ook de evaluatie van vistrappen kan aan de hand van akoestische telemetrie onderzocht worden. Verder werd onder andere ook onderzocht in welke mate pompgemalen een diervriendelijke passage van vissen toelaten.
Het aantal gebruikte proefdieren in de vijf laatste jaren staat in onderstaande tabel.

  2019 2020 2021 2022 2023
Vissen 91 108 2773 2654 514
Amfibieën         1600
Patrijzen     169    


Om dierproeven uit te voeren is een erkenning alleen niet voldoende. Het personeel moet de nodige opleiding gevolgd hebben, en elke aanvraag voor een dierproef moet door een ethische commissie beoordeeld worden. Het INBO heeft zijn eigen ethische commissie (ECD-INBO), met 5 interne en 3 externe leden. Al deze leden hebben naast de klassieke competenties zoals ethiek, dierenwelzijn en proefopzet een bijzondere kennis over in het wild levende dieren.
Een belangrijk aspect bij de beoordeling is hoe de aanvrager omgaat met de 3 V’s:

  • vermindering: onderzoekers berekenen steeds hoeveel dieren nodig zijn om tot een statistisch verantwoord aantal te komen, hierdoor wordt een zo min mogelijk aantal dieren gebruikt.
  • vervanging: bij het resistentie-onderzoek werd resoluut gekozen voor een genetische screening waardoor er geen proefdieren meer werden gebruikt.
  • verfijning: klassiek gebeurt dit door het aanbieden van kooiverrijking zoals schuilplaatsen, nestmateriaal, … In onze context gaat dit dan over het optimaliseren van vang- of telemetrie-materiaal vb lichtere zenders zodat de dieren minder stress of hinder ervaren.

Het INBO onderschreef samen met een twintigtal andere Belgische onderzoeksinstellingen de transparantie-overeenkomst rond proefdieronderzoek in België. Hierdoor verbindt het INBO zich om openlijk over het proefdiergebruik te communiceren. Deze strategie sluit perfect aan bij onze ‘Open Science’-doelstellingen.
De volledige overeenkomst vind je op de website van Belgian Council for Laboratory Animal Science (BCLAS) die samen met de European Animal Research Association (EARA) de opmaak coördineerden.

Contact: Kristof Baert

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}