Publicatiedatum: 2024-02-22T10:00:00+01:00
De visindex score varieert, in vergelijking met vroeger, veel minder sterk naargelang de saliniteitszone. De ecologische waardering in het zoetwatergetijdegebied (Temse-Merelbeke) scoort in 2023 iets beter dan in 2022 maar veel minder goed dan de voorgaande jaren en haalt voor het tweede jaar op rij een ‘ontoereikende kwaliteit’. De stroomafwaarts gelegen zwak brakke en brakke zone scoren minder goed dan in 2022 en zijn een klasse gezakt, van een ‘matige kwaliteit’ naar een ’ontoereikende kwaliteit.
Voor de evaluatie van het visbestand in de Zeeschelde werd een zone-specifieke visindex ontwikkeld. De visindex geeft een geïntegreerde score van de ecologische kwaliteit van het visbestand weer ten opzichte van een referentiesituatie. De index waarde wordt omgerekend naar een score (EQR of Ecological Quality Ratio) die kan variëren tussen 0 (slecht) en 1 (Maximaal Ecologisch Potentieel).
Vanaf 2010 stellen we voor de zoetwaterzone een sterke stijging vast van de EQR tot in 2020. We noteren dan vooral in de zoetwaterzone een kwaliteitstoename wat resulteerde in het behalen van het ‘goed ecologisch potentieel’ (GEP) vanaf 2012, m.u.v. de matige kwaliteit in 2016, 2017 en 2021. Vanaf 2022 wordt hier opnieuw slechts een ‘ontoereikende kwaliteit’ behaald.
In 2023 vingen we 16 referentiesoorten in de zoetwaterzone. Het aantal gevangen individuen per fuikdag scoort goed. Het relatief percentage diadrome vissen, gespecialiseerde paaiers, piscivoren en benthische soorten scoren anno 2023 opnieuw niet goed zodat in deze zone weeral slechts een ‘ontoereikende kwaliteit’ wordt gehaald.
In de zwak brakke zone vingen we in 2023, 15 referentiesoorten. Het aantal gevangen individuen is toegenomen in vergelijking met dat van 2022 (71/fuikdag naar 117/fuikdag), deze metriek scoort dan ook goed. De metrieken estuarine species samen met de intolerante species scoren het laagst. De overige metrieken scoren iets beter maar toch daalt de kwaliteit van een ‘matige kwaliteit’ in 2022 naar een ‘ontoereikende kwaliteit’ in 2023. De metrieken in 2022 en 2023 zijn nochtans vergelijkbaar met uitzondering van de metriek ‘migrerende soorten’ die in 2022 de score van een ‘maximaal ecologisch potentieel’ kreeg en de uiteindelijke EQR in 2022 zo met een klasse verhoogde.
In de brakke zone vingen we in 2023, slechts 9 referentiesoorten, dat zijn er vijf minder dan in 2022. De metrieken gespecialiseerde paaiers, intolerante soorten en habitat gevoelige soorten, scoren een ‘ontoereikende kwaliteit’. De overige metrieken scoren iets beter maar toch wordt in deze zone ook een ‘ontoereikende kwaliteit’ gehaald. De metrieken zijn vergelijkbaar met die van 2022, alleen werd toen voor de metriek percentage intolerante individuen de score van het ‘maximaal ecologisch potentieel’ gehaald, wat anno 2022 resulteerde in een ‘matige kwaliteit’.
Diadrome soorten (= vissen die tussen zoet en zout water migreren om naar hun paaiplaats te gaan) zijn algemeen aanwezig in de Zeeschelde. Diadrome soorten zoals fint en spiering gebruiken het zoetwatergebied van het estuarium als paaihabitat terwijl paling het estuarium als opgroeigebied gebruikt en de Zeeschelde verlaat om te paaien in de Sargasso zee.
Publicatiedatum: 2024-02-22T10:00:00+01:00
De index geeft een geïntegreerde score van de ecologische kwaliteit van het visbestand weer ten opzichte van een referentiesituatie. De index waarde wordt omgerekend naar een score (EQR of Ecological Quality Ratio) die kan variëren tussen 0 (slecht) en 1 (Maximaal Ecologisch Potentieel).
Volgens Breine et al. (2010) worden er bij de validatie mits toelating van een kleine type I of II fout, 94% van de locaties correct beoordeeld.
Broncode indicator: visindex_zeeschelde.Rmd
Broncode metadata: metadata_visindex_zeeschelde.Rmd
Beschrijving | Gegevens | Metadata |
---|---|---|
Basisdata | visindex_zeeschelde.csv | visindex_zeeschelde.yml |