De Vlaamse Vogelatlas
Nu de laatste jongen zijn uitgevlogen is het broedseizoen 2024 voorbij. Daarmee eindigt ook het veldwerk voor de Vlaamse Vogelatlas. We kenden een valse start door de coronacrisis in 2020, maar intussen is heel Vlaanderen afgewandeld en -gefietst op zoek naar broedende en - voor het eerst - overwinterende vogels. Van die laatste was in ons land nooit eerder een atlas gemaakt. Nochtans brengen hier veel soorten de winter door, soms in grote aantallen.
Samen met Natuurpunt Studie en Sovon verwerken we nu volop de resultaten. Dat begint met de kwaliteitscontrole van 645 atlasblokken van 5x5 km, met populatieschattingen voor beide seizoenen. Nadien begint het eigenlijke schrijfwerk. Zo’n 300 vogelsoorten zullen de revue passeren met voor elk een beschrijving van hun populatie, trend en verspreiding in Vlaanderen. De publicatie van het boek mag je begin 2026 verwachten.
We volgden dezelfde standaard inventarisatiemethode als voor de vorige Vlaamse (broedvogel)atlas uit 2004. Op die manier kunnen we heel goed vergelijken tussen jaren en gebieden. De methode komt uit Nederland.
De Vlaamse Vogelatlas zal een belangrijk ijkpunt worden in het licht van de klimaatverandering en andere maatschappelijke evoluties.
Een gebiedsdekkende atlas maken is heel wat werk en wordt in de meeste landen maar om de zowat 20 jaar herhaald. Met het beschikbaar komen van meer digitale mogelijkheden zullen we in de toekomst korter op de bal spelen. Graag bedanken we nog alle 500 tellers en regiocoördinatoren voor hun vele werk. Zonder hen is zo’n project onmogelijk.
Olivier Dochy, namens het Atlasteam