Vinger aan de pols van prioritaire soorten in Vlaanderen
Internationale en regionale wetgeving vereist regelmatig verslag over de toestand van regionaal of internationaal belangrijke soorten voor het natuurbehoud en -beleid. In Vlaanderen lopen al 14 monitoringsprogramma's die 8 soortengroepen opvolgen: amfibieën, broedvogels, watervogels, dag- en nachtvlinders, zoogdieren, vleermuizen, vissen en vaatplanten. Uit een analyse bleek echter dat de bestaande meetnetten lang niet alle Europese Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten en Vlaams prioritaire soorten opvolgen.
Voor de 69 soorten die destijds uit de boot vielen, startte het INBO, in samenwerking met het ANB en Natuurpunt Studie, in 2016 met een nieuw monitoringprogramma: meetnetten.be. Een belangrijk criterium voor deze nieuwe meetnetten is de toepasbaarheid/haalbaarheid door getrainde burgerwetenschappers.
In een recent (Engelstalig) rapport geven we eerst een overzicht van de al langer bestaande monitoringmeetnetten in Vlaanderen. Vervolgens stellen we de methodiek voor die we hanteerden om voor de ontbrekende soorten wetenschappelijk onderbouwde meetnetten uit te bouwen.
Nu onderzoeken we in hoeverre nieuwe monitoringtechnieken geïntegreerd kunnen worden in de meetnetten voor moeilijk te monitoren soorten. Dit kan gaan om omgevings-DNA (eDNA) en andere moleculaire identificatiemethoden (bv. metabarcoding), geautomatiseerde soortdetectie met behulp van camera's, feromonen, snuffelhonden, enz. De manier waarop we nieuwe monitoringschema's ontwierpen voor beleidsrelevante soorten in Vlaanderen kan als voorbeeld dienen voor andere landen en regio's.
Dirk Maes, Toon Westra & Marc Pollet i.s.m. ANB en een groot aantal soortenexperten van INBO en Natuurpunt Studie
Beeld boven: De gladde slang is het enige reptiel dat wordt opgevolgd in de Meetnetten. (foto Yves Adams - Vildaphoto)