Nieuw onderzoek geeft inkijk in het dieet van vissen in de Schelde
Het INBO doet onderzoek naar de onderlinge samenhang tussen het waterleven in het Schelde-estuarium. Dit is belangrijk omdat het helpt om klimaateffecten te begrijpen en om beter onderbouwde beheer- en inrichtingsadviezen te kunnen opstellen.
Het onderzoek gebeurt met natuurlijke stabiele isotopen, waarbij kleine maar voorspelbare verschillen in de isotoopverhouding gebruikt worden om voedselrelaties te berekenen.
De studie leverde veel nieuwe kennis op. Zo bleek dat vlokreeften in het Vlaamse Schelde-estuarium een erg belangrijke voedselbron zijn voor vissen, bijvoorbeeld voor paling en brasem.
We konden ook de verschillende voedselstrategieën van vissen in de Schelde blootleggen:
- Jonge bot, een soort platvis, groeit op in de Schelde op een dieet van kleine wormpjes en is daardoor erg afhankelijk van voldoende slikgebieden waar hij die vindt.
- Jonge spiering (de meest voorkomende vissoort) heeft niets met slik, maar leeft in het open water en heeft een dieet van eenoogkreeftjes. Dat zijn kleine kreeftachtige diertjes die algen filteren uit het Scheldewater. Een goede waterkwaliteit, met voldoende helder water en een gezonde algenpopulatie is dus cruciaal voor de spiering.
Ook de twee inheemse garnaalsoorten in de Schelde hebben een verschillende voedselstrategie:
- De grijze garnaal (de soort die we eten) zoekt zijn voedsel in het open water.
- De langneussteurgarnaal eet vooral wormpjes in het slik.
(boven: vlokreeftje - foto Yves Adams - Vildaphoto)