Zeldzaam maar zorgwekkend: prioritaire uitheemse invasieve plantensoorten
Bij uitheemse invasieve soorten speelt de snelleresponsaanpak in een vroeg invasiestadium een belangrijke rol. Op dat moment is hun verspreiding nog beperkt waardoor de bestrijding tot 25 keer kosteneffectiever is dan wanneer ze al wijdverspreid zijn. De kans op uitroeiing is dan ook het grootst in dit vroege stadium. De nog beperkt voorkomende uitheemse soorten zijn echter vaak minder goed bekend. Een goede kennis over de omvang van hun invasie is daarom essentieel voor een effectieve snelle respons.
In het project RadIUS voert het INBO op vraag van Natuur en Bos een analyse uit over het voorkomen van invasieve uitheemse soorten in natuurgebieden. Als onderdeel hiervan brachten we de aanwezigheid van vijf nu nog zeldzame planten van de Europese lijst van invasieve soorten (de Unielijst) in kaart. Aan de hand van terreinbezoeken aan bekende locaties werd het risico per soort in Vlaanderen ingeschat.
De situatie varieert sterk van soort tot soort.
- Voor de reuzenrabarber en struikaster lijkt er actueel geen reden tot bezorgdheid.
- Anders is het gesteld met de zijdeplant: deze giftige soort is lokaal gevestigd en breidt ondanks beheer sterk uit.
- Voor de moerasaronskelk en de Aziatische boomwurger lijken er goede mogelijkheden te bestaan voor een soortgerichte, snelle respons op het terrein.
Voor uitheemse invasieve soorten is een gestructureerde snelleresponsaanpak wenselijk. Die bestaat uit de opmaak van noodplannen, waarbij beheeraanpak, verantwoordelijkheden en budget vooraf worden vastgelegd.
Beeld boven: zijdeplant (foto Wietse Chanet)