Grootschalig zenderonderzoek op vissen in het Scheldebekken
Om hun levenscyclus te voltooien, migreren vissen tussen plaatsen waar ze voedsel zoeken en waar ze zich voortplanten. Stuwen en sluizen kunnen die migratie belemmeren. Hoewel er vispassages ontwikkeld worden, is niet altijd duidelijk hoe effectief die zijn.
Voor de Vlaamse Waterweg nv en Natuur en Bos zal het INBO de komende jaren minstens 200 vissen zenderen, verdeeld over zes soorten. Dat zal gebeuren in de Boven-Schelde en de Leie. Zo gaan we na of vissen de sluis-stuwcomplexen, al dan niet voorzien van een vispassage, kunnen passeren en via welke weg: de vispassage, de sluizen of de stuwen.
De zes geselecteerde vissoorten hebben elk een specifieke levensstijl: de paling migreert naar de zee om te paaien terwijl de levenscyclus van de rivierprik net andersom is. De andere vier soorten zijn brasem, blankvoorn, winde en meerval. Zij voltooien hun volledige levenscyclus in zoetwater, maar kunnen daarbinnen wel afstanden van tientallen kilometers afleggen.
Via dit onderzoek zal het INBO kennis verzamelen over het habitatgebruik en migratiegedrag van deze vissen, én nagaan of ze daarin belemmerd worden door de sluis-stuwcomplexen. De bekomen kennis zal vervolgens bijdragen om vispassage effectiever te maken.
Beeld boven: Winde (foto Rollin Verlinde - Vildaphoto)