Nieuwsbrief november 2023

Geen vruchtbaar jaar voor zomereik, wel heel wat beukennootjes

Waar het vorige herfst in veel bossen eikels regende, blijft het dit jaar opvallend rustig. In de bosvitaliteitsproefvlakken van het INBO produceerden de zomereiken dit jaar weinig zaad. We zien vaker beuken met beukennootjes.

We bepalen de zaadproductie in de zomer enkel kwalitatief. Daarbij speuren we de boomkronen af met een verrekijker, op zoek naar vruchten. De score die een boom krijgt, gaat van ‘geen’ of ‘weinig’ zaad, over ‘matig’ tot ‘veel’ zaad.

In 2023 onderzochten we 397 eiken. Op slechts 1% van de zomereiken zagen we matige tot sterke zaadzetting. Vorig jaar was dat bij 16,8%. Bij de 147 onderzochte beuken vertoonde in 2023 één boom op vijf (19,8 %) matige tot sterke zaadzetting. In 2022 zagen we dat bij één op drie (33,6%) beuken.

Onderzoek naar de bloei en de zaadproductie is belangrijk om de effecten van klimaatverandering op bomen te kunnen beoordelen. Vroeger werd aangenomen dat beuken slechts om de 5 à 12 jaar een zogenaamd ‘zaadjaar’ kennen. In een zaadjaar of mastjaar zijn er opvallend veel bomen met zaadproductie, terwijl in de tussenjaren weinig of geen zaden worden gevormd. Dit patroon verhoogt de overlevingskansen van zaden: in de magere jaren verhongeren veel dieren die zich voeden met de zaden en daalt dus hun aantal. In een mastjaar zijn dan de dieren niet talrijk genoeg om alle zaden op te eten.

Onder invloed van de klimaatopwarming blijkt de beuk echter steeds vaker zaad te produceren. Om de 2 à 3 jaar een mastjaar is niet meer uitzonderlijk. In enkele proefvlakken in Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk werden zelfs al opeenvolgende mastjaren vastgesteld.

Het onderzoek naar bosvitaliteit wordt onder de internationale koepel van het ICP Forests uitgevoerd.

Geert Sioen, Arne Verstraeten

Beeld boven: beukennootjes (foto INBO)

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}