Nieuwsbrief November 2021

Otter in het vizier via eDNA

Het INBO ontwikkelde een protocol om via omgevings- of eDNA sporen van de aanwezigheid van de Europese otter in rivieren, stromen, sloten of poelen te bepalen.

Otters bezetten grote leefgebieden en gedragen zich erg territoriaal. Dat maakt het zeer moeilijk om hun aanwezigheid vast te stellen. Vaak is het zoeken naar een speld in een hooiberg. Pootafdrukken of de karakteristieke uitwerpselen (‘spraints’) zijn vanouds de ingeburgerde methoden om hun aanwezigheid aan te tonen. Het inschakelen van omgevings- of eDNA-gebaseerde technieken is een nieuwe piste.

We weten dat otters al enkele jaren in het gecontroleerd overstromingsgebied van Kruibeke-Bazel-Rupelmonde leven. eDNA-screening van een groot aantal waterstalen uit dit gebied bevestigt dat.

Opmerkelijker is de detectie van otter in Limburg. Het INBO vond in het voorjaar van 2021 eDNA-sporen van otter in waterstalen uit de vallei van de Abeek en aanliggende moerasgebieden. Of het hier gaat om het spoor van zwervende dieren of een recente nieuwe vestiging is voorlopig onduidelijk.

Deze resultaten tonen opnieuw de kracht van deze moleculaire methodiek voor de monitoring van aquatische soorten met een verborgen levenswijze. Deze door het INBO ontwikkelde methode zal in de toekomst verder worden uitgerold voor de monitoring van otter binnen het Soortenbeschermingsprogramma voor Vlaanderen, maar ook binnen een internationale samenwerking waarbij otterpopulaties op Europees niveau in kaart zullen worden gebracht.

Rein Brys

Beeld boven: Otter (foto Yves Adams / Vildaphoto)

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}