Identificatie van belangrijke gebieden voor bestuivers in Vlaanderen
De sterke en snelle achteruitgang van bestuivers en andere insecten kreeg recent veel aandacht van zowel wetenschappers als de media. De voornaamste bedreigingen zijn:
- versnippering en verlies van leefgebied
- pesticiden
- klimaatverandering
- invasieve uitheemse soorten zoals de Aziatische hoornaar
Om deze neerwaartse trend te keren, moeten we weten welke gebieden belangrijk zijn voor insecten in het algemeen en bestuivers in het bijzonder. Een volgende stap is dan zorgen voor een gepast beheer. Een recent gepubliceerd rapport over de link tussen Europees beschermde habitattypes en bestuivers, liet ons toe 226.140 ha potentieel belangrijke gebieden voor bestuivers te identificeren. 79.044 ha (35%) daarvan ligt in Natura 2000-gebied.
Graslanden (92.857 ha) beslaan het grootste deel van de belangrijke bestuiversgebieden in Vlaanderen, gevolgd door niet-Habitatrichtlijnbiotopen (51.892 ha) en bossen (44.863 ha). Een groot deel van de kusthabitats, zoutminnende vegetaties en zeekustduinen (beide 94%) ligt in Natura 2000-gebied. De belangrijkste heide- en struweelvegetaties voor bestuivers liggen voor 67% in Natura 2000-gebied. Belangrijke graslandbiotopen (24%) en niet-Europese habitattypes (17%) zijn, daarentegen, slecht vertegenwoordigd in Natura 2000-gebied.
De kaarten die hier gemaakt werden, kunnen nuttig zijn om prioriteiten te stellen bij het uitwerken van maatregelen voor bestuivers, bijvoorbeeld voor de bestrijding van de Aziatische hoornaar of het beperken van het gebruik van pesticiden. We roepen ook op om betere basisgegevens over bestuivers te verzamelen en een wetenschappelijk gefundeerd monitoringmeetnet op te starten in Vlaanderen. Op die manier kunnen we trends in de abundantie van bestuivers op de voet volgen.
Beeld boven: bloemrijk grasland in Sint-Martens-Latem (foto Jeroen Mentens - Vildaphoto)