Translocatieplan voor de bedreigde heivlinder in Vlaanderen
Het INBO voerde, met medewerking van Natuurpunt Studie, een genetische populatiestudie uit van de heivlinder in Vlaanderen. Dat gebeurde in opdracht van Natuur en Bos en was een actie uit het soortenbeschermingsprogramma. De heivlinder komt in Vlaanderen in twee regio’s voor: de kust en de Kempen. Uit deze studie bleek dat de genetische diversiteit van beide populaties over het algemeen vrij laag was. We vonden ook een zeer lage uitwisseling van individuen (en dus genen) tussen de regio’s en tussen de populaties.
Op basis van deze resultaten en de terreincontrole van potentieel geschikt leefgebied stelden we een translocatieplan op.
In het algemeen raden we aan om geschikt leefgebied te verbeteren en te vergroten, en potentieel habitat te herstellen.
- Aan de kust bezet de heivlinder al de meest geschikte locaties. Hier raden we bijplaatsingen aan in de populatie met de laagste genetische diversiteit en het laagste aantal vlinders.
- In de Kempen stellen we geassisteerde herkolonisaties voor in vier centraal gelegen gebieden. Dit zal voor een betere verbinding zorgen tussen de westelijke en oostelijke Kempische populaties.
We selecteerden drie populaties aan de kust en vijf in de Kempen als bronpopulaties van waaruit we vlinders kunnen gebruiken voor herlocalisatie.
We raden aan om de translocaties gedurende enkele jaren genetisch op te volgen en uiteindelijk ook beide regio’s opnieuw genetisch in kaart te brengen. We stellen ook voor de kwaliteit van het leefgebied te monitoren.
Annelore De Ro, Arjen Breevaart
Beeld boven: Heivlinder op boomstam (foto Dirk Maes, INBO)