Perspectieven voor bestrijding essenziekte
Bepaalde chemische stoffen in de bast van essen maken deze minder gevoelig voor de essenziekte. Dat blijkt uit laboanalyses die gebeurden op door ons geselecteerde bomen .
Het INBO onderzoekt sinds 2014 de essenziekte in een Europese herkomstproef van gewone es. In deze proefbeplanting plantten we 5400 essen van verschillende Europese herkomsten. Het doel was om die exemplaren te vinden die weinig gevoelig zijn voor de ziekte. We selecteerden onlangs enkele tientallen essen die na 6 jaar nog altijd weinig ziektesymptomen vertonen. Deze bomen worden nu vegetatief vermeerderd om teeltmateriaal op de markt te brengen voor nieuwe bossen.
Een internationaal onderzoeksteam zocht in de door ons geselecteerde essen naar specifieke chemische stoffen in de bast, die samenvallen met een verminderde gevoeligheid voor de essenziekte. Van twee chemische stoffen (cumarines) toonden we aan dat ze verhoogd aanwezig zijn in de bast van tolerante essen en zeer weinig in gevoelige essen.
Laboanalyses bevestigden bovendien dat het verhoogd niveau van beide stoffen de groei van het vals essenvlieskelkje sterk afremt. Die stoffen kunnen nu ingezet worden als snelle merkers voor tolerantie aan essenziekte. Verder onderzoek is noodzakelijk om een beter inzicht te krijgen in de werking en genetische achtergrond van deze stoffen.
Marijke Steenackers en Kurt Schamp