Heivlinders kunnen ver vliegen, weinigen doen het
Sinds 1950 komt de heivlinder in Vlaanderen in steeds minder gebieden voor. We vinden deze soort enkel nog in de gefragmenteerde heidegebieden in de Kempen en de droge graslanden in de kustduinen. Voor het soortenbeschermingsplan van de heivlinder voerden we een genetische populatiestudie uit. Hierdoor kregen we meer inzicht in het effect van habitatfragmentatie op de populatiestructuur en connectiviteit tussen de populaties. De studie gebeurde in opdracht van Natuur en Bos en verliep in samenwerking met Natuurpunt.
Uit de studie konden we de volgende conclusies trekken:
- Heivlinders kunnen langere afstanden afleggen dan verwacht. Eén individu vloog van de kust naar de Kempen en legde hierbij een afstand van meer dan 100 km af.
- Ondanks deze hoge dispersiecapaciteit, vonden we maar enkele exemplaren die ook grote afstanden aflegden.
- Er lijken genetisch grote verschillen te bestaan tussen de kustpopulaties en die van de Kempen.
- De waargenomen populaties zijn met 20 tot 54 individuen erg klein. In 72 % van de populaties vonden we bewijzen van inteelt.
Op basis van deze bevindingen stelden we voor de nabije toekomst translocatieplannen op. (Her)introducties in geschikte leefgebieden moeten voor een betere spreiding zorgen en zo tot een hogere connectiviteit tussen populaties leiden. Om de genetische diversiteit in bestaande populaties een boost te geven, zullen we ook individuen tussen populaties uitwisselen.
Annelore De Ro, An Vanden Broeck, Leen Verschaeve, Ilf Jacobs, Filiep T’Jollyn, Hans Van Dyck, Dirk Maes
Meer lezen? Annelore De Ro, An Vanden Broeck, Leen Verschaeve, Ilf Jacobs, Filiep T’Jollyn, Hans Van Dyck & Dirk Maes. Occasional long distance dispersal does not prevent inbreeding in a threatened butterfly (submitted, BMC Ecology & Evolution).
Beeld boven: Heivlinder (foto Dirk Maes)