INBO en VMM volgen samen de stikstoftoestand in Europees beschermde natuur op
De Vlaamse overheid neemt maatregelen om de hoeveelheid stikstof die in de natuur terechtkomt structureel te verminderen, en zo bij te dragen aan de instandhouding van Europees beschermde natuur. Om het stikstofbeleid wetenschappelijk te onderbouwen en de resultaten ervan op te volgen, wordt er ingezet op monitoring van stikstof in de natuur. De langlopende meetnetten die hiervoor nodig zijn, worden door het INBO en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) opgestart of uitgebreid vanaf 2025.
Met nieuwe meetnetten zal het INBO elke 3 à 6 jaar de stikstoftoestand van het natuurlijk milieu in Vlaanderen kunnen evalueren. Hiervoor zal de stikstoftoestand in het grondwater, het oppervlaktewater en de bodem worden gemeten in Natura 2000-habitats verspreid over Vlaanderen. De VMM zal bovendien één jaar lang de ammoniakconcentratie in de lucht meten op een honderdtal meetplaatsen in Vlaamse natuurgebieden, in aanvulling op het bestaande langlopende stikstofmeetnet.
De maatwerkgebieden krijgen extra aandacht: op bijkomende meetpunten wordt er de stikstoftoestand gemonitord. Ook breiden we er het bestaande INBO-meetnet voor de biotische monitoring van de habitatkwaliteit uit.
Het meetnet grondwater en de stikstofmetingen in de lucht in maatwerkgebieden gaan van start in 2025. In 2026 zullen de ammoniakconcentraties in de lucht een jaar worden opgevolgd en start het meetnet oppervlaktewater. In 2027 wordt het meetnet bodem uitgerold. Terreinmedewerkers zullen de meetplaatsen regelmatig bezoeken en er meettoestellen installeren, meten of stalen nemen voor analyse. De verzamelde gegevens zullen worden verwerkt in de PAS-voortgangsrapportage en gebruikt voor beoordeling van bestaande meetnetten en modellen.
Karen Wuyts, Bo Van den Bril (VMM)
Beeld boven (Shutterstock)
>> Lees het uitgebreide artikel op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij