Hoelang blijft een tak liggen in het bos?
In de Vlaamse bosreservaten zien we de hoeveelheid dood hout toenemen. Dat is goed nieuws voor de biodiversiteit en de gezondheid van het bos. Maar voor de monitoring die het INBO er uitvoert, brengt het wel een probleem met zich mee: hoe al dat dood hout in onze proefvlakken op regelmatige basis blijven meten? Sinds 2000 hebben we in de bosreservaten al meer dan 12000 liggende stammen en takken dikker dan 10 cm opgemeten.
Daarom besloten we om de kleinere takken niet meer exact te lokaliseren. Hun volume bepalen we met een snellere, statistische methode.
Alleen takken dikker dan 30 cm lokaliseren we nog zodat we bij een volgende meting, 10 jaar later, hun verandering kunnen volgen. Om te bepalen bij welke dikte een tak na 10 jaar nog niet is vergaan, keken we naar herhaalde metingen van takken van die dikte in onze proefvlakken.
Als een tak bijvoorbeeld 30 cm dik is, is er 50% kans dat die er na 10 jaar nog steeds ligt en niet is vergaan. Ook de boomsoort en het stadium van afbraak spelen een rol. Grote woudreuzen kunnen tientallen jaren, soms zelfs meer dan een eeuw, in het bos blijven liggen voordat ze volledig verdwenen zijn.
Arno Thomaes, Peter Van de Kerckhove, Hans Van Calster, Luc De Keersmaeker, Marc Esprit, Stefaan Goessens, Anja Leyman, Kristine Vander Mijnsbrugge, Margot Vanhellemont, Kris Vandekerkhove
Beeld boven: De stam van grote woudreuzen, zoals deze recent gevallen eik in Wijnendale, kan soms wel meer dan een eeuw in het bos blijven liggen (foto Peter Van de Kerckhove)