Beheerevaluatie Kust: rapportage 2020-2022
Sinds 2007 monitort het INBO de natuurgebieden aan de kust in opdracht van Natuur en Bos. De aandacht gaat vooral naar de flora, maar ook fauna en abiotiek komen aan bod. In november verscheen het eindrapport van de periode 2020-2022.
Enkele vaststellingen:
- Natuurontwikkeling zorgt vooral in de duinvalleien voor goede resultaten. We zien er onder meer een sterke uitbreiding van de orchideeënpopulaties.
- Door de droogte bleek het herstel van duingraslanden moeilijker. Een bijkomend knelpunt hier is dat kenmerkende plantensoorten slechts moeizaam de herstelde locaties kunnen bereiken.
- Vooral in de kleinere gebieden is begrazing onvoldoende om de graslandflora in stand te houden. Daar zijn bijkomende, meer grootschalige natuurherstelwerken en daaropvolgend gericht maai- en graasbeheer nodig.
We besteden in het rapport veel aandacht aan de slikken en schorren. Zowel de geomorfodynamiek als de ontwikkeling van vegetatie en flora komen aan bod. Door natuurontwikkeling nam de oppervlakte ‘getijdennatuur’ sterk toe en heel wat kenmerkende plantensoorten breidden zich fors uit. Vergrassing met zeekweek vormt een blijvend aandachtspunt voor het beheer.
We behandelen ook ruim de problematiek van invasieve soorten zoals de rimpelroos. Evaluatie van de grootschalige bestrijding van deze soort aan de oostkust, toont dat hergroei optreedt in ongeveer een derde van de gevallen. Nazorg is dus cruciaal voor een geslaagde aanpak. Het is belangrijk om de opgedane ervaring mee te nemen in toekomstige bestrijdingsacties.
Beeld boven: INBO