Spork afkomstig uit Italië niet beter aangepast aan zomerdroogte dan lokale herkomst
Met de klimaatwijziging krijgen we intensere droogteperiodes, gevolgd door korte maar hevige regenval. We onderzochten of het aanplanten van zuidelijke herkomsten van bomen en struiken in Vlaanderen, als anticipatie op deze zomerdroogtes, zinvol zou zijn. De veronderstelling is dat zuiderse herkomsten hitte en droogte beter kunnen doorstaan.
Wij bootsten de voorspelde droogteperiodes na door in de zomer sporkplanten in een serre een tijdje geen water meer te geven en te zien hoe deze planten hierop reageerden. We keken naar sporken afkomstig uit Zweden, Vlaanderen en Italië.
Tegen alle verwachting in vertoonden de Italiaanse planten sneller en hevigere droogtesymptomen dan de Vlaamse en Zweedse. We zagen dat deze planten grotere bladeren hadden, met meer huidmondjes aan de onderkant. Doorheen de huidmondjes wisselen planten koolstofdioxide en waterdamp uit met de omgeving, wat de groei mogelijk maakt, maar het maakt hen ook gevoelig voor uitdroging.
Dit resultaat suggereert dat het transporteren van planten vanuit het zuiden van Europa naar het noorden misschien niet altijd het gewenste resultaat zal opleveren.