Op paddenstoelentocht met Glen Dierickx
Intrigerende levensvormen
Vaak zijn zwammen specifiek gebonden aan hun vindplaats, ook wel het substraat genoemd. Dat kan een grote stam zijn, maar ook een klein takje, een blad, een (dood) insect of gewoonweg de grond. De paddenstoel die we zien is het figuurlijke topje van de ijsberg. Het eigenlijke organisme - de zwamvlok - bestaat uit dunne zwamdraden en bevindt zich in het substraat. Zwamdraden kan je maar heel moeilijk met het blote oog zien: er passen gemakkelijk 30 zwamdraden in de breedte van één menselijk haar! Door hun microscopische dimensies zorgen zwamdraden ervoor dat ze veel contactoppervlakte hebben met het substraat, waardoor ze bijzonder goed voedingsstoffen kunnen onttrekken aan het substraat en snel kunnen reageren op veranderingen in de omgeving.
Ook de voortplanting van paddenstoelen is bijzonder interessant: zoals planten vruchten vormen om daarin hun zaden te produceren, maken zwammen paddenstoelen aan om hun sporen te kunnen maken. Als je ooit al op een stuifzwam bent gaan staan, heb je het vast al gezien: de grote wolk die uit de paddenstoel blaast, bevat miljoenen sporen. Die komen neer op het substraat en zo hoopt de stuifzwam zich voort te planten.
Zeven dagen lang op zoek
Paddenstoelen zijn erg divers qua vorm, grootte, levenswijze, plaats van voorkomen. Het zijn boeiende organismen die elke keer weer verrassen. Trek je jas aan, neem een loep mee en ga met mij mee het bos in, een week lang. Elke dag van de week zoeken we een andere paddenstoel.
We bekijken o.a. de paddenstoelen die vorig jaar tijdens de Week van het Bos het vaakst gespot werden volgens waarnemingen.be. Geef jij ook je waarnemingen in via de website of via de app Obsidentify? Maak dan telkens goede foto’s van zowel boven- als onderkant en kijk goed naar het substraat en de bomen dichtbij. Al die zaken helpen bij de identificatie van de paddenstoel in kwestie.
Dag 1 – op zoek naar een algemene soort
Gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare) is dé beginnerspaddenstoel bij uitstek. Op dood hout is dit ongetwijfeld één van de meest voorkomende paddenstoelen. Je vindt hem zowel in de oudste bossen van Europa tot in stadsparken of in je eigen tuin, zolang er maar dood (loof)hout aanwezig is van enige diameter. Vooral op afgezaagde stammen ontbreekt deze soort zelden. Zie je hem op de grond groeien? Laat je niet beetnemen: er zit vast en zeker hout begraven op die plaats!
Deze zwam maakt paddenstoelen die gebundeld staan. Je herkent ze aan de zwavelgele hoeden en stelen, in combinatie met de geelgroene plaatjes (aan de onderkant van de hoed) die zwartpaars worden door de sporen. In jonge exemplaren zijn de plaatjes dus nog gelig met een groene schijn, maar ze verkleuren door het rijpen van de sporen, die dan zwartpaars worden. Sporenkleur is één van de belangrijkste kenmerken om een paddenstoel op naam te brengen. Wil je graag dat iemand later je waarneming kan bevestigen, dan heb je zeker een foto van de plaatjes en dus van de onderkant van de hoed nodig. Indien je twijfelt of je echt gewone zwavelkop gevonden hebt, neem je de proef op de som door even een klein stukje te proeven. De zeer bittere smaak is een typisch kenmerk. Deze paddenstoel is niet eetbaar, maar je kan, zoals dat het geval is voor elke paddenstoel, een klein stukje proeven en dan weer uitspuwen.
Gewone zwavelkop is een duidelijk voorbeeld van een houtzwam, in dit geval een witrotter. Dat wil zeggen dat deze zwam een heel arsenaal aan ‘wapens’ ter beschikking heeft om alle componenten van het hout af te breken. Uiteindelijk blijven er slechts een aantal witte vezels van het hout over (vandaar de naam witrot).
En nog een leuk weetje… Heb je toevallig thuis een UV-lamp liggen? Deze paddenstoelen lichten prachtig op onder UV-straling!
(lees verder onder de foto)
Gewone zwavelkop
Dag 2 – Zoeken op dood hout
Vandaag zoeken we naar grote houtige zwammen op (vaak) dode bomen. Echte tonderzwam - Fomes fomentarius is er zo eentje. Deze grote hoefvormige paddenstoel heeft een echte comeback gemaakt in deze eeuw. Tot de jaren ’80 was de soort niet algemeen omdat zijn belangrijkste groeiplaats vaak ontbrak: een grote hoeveelheid dood hout. Tot de jaren ’80 van de vorige eeuw kenden we namelijk een ander type bosmanagement waarin ‘propere’ bossen de toon aangaven. Dood hout werd toen vaak verwijderd. Maar sinds de inzichten zijn bijgesteld en we inspanningen leveren om zoveel mogelijk dood hout in het bos te bewaren, heeft deze zwam zich sterk (her)uitgebreid.
Tegenwoordig kom je echte tonderzwam overal tegen. Je herkent hem aan zijn zeer harde, houtige hoed (er is geen steel!) die donkergrijs is en wat gezoneerd. De groeirand is vaak lichter bruin van kleur. Een tonderzwam is het hele jaar aanwezig, maar lost de meest van zijn witte sporen in de late lente en aan het begin van de zomer. De onderkant is wittig en zit vol kleine gaatjes. Dit zijn de openingen van de buisjes waarin de sporen gevormd worden. Elk jaar groeit een nieuwe buisjeslaag onder de oude, waardoor we een ruwe inschatting van de leeftijd kunnen maken. In principe kan de zwam blijven groeien zolang er voldoende voeding uit het hout onttrokken kan worden. Ze kunnen een nog levende, maar verzwakte, boom koloniseren en de zwam treedt dan op als een zogenaamde ‘zwakteparasiet’. Ook na de dood van de boom blijft de zwam aanwezig om de boom af te breken en op te ruimen. Op die manier is het niet ongebruikelijk dat een tonderzwam meer dan 20 jaar oud kan worden.
Tonderzwam dankt zijn naam aan zijn gebruik als tondel. Tondel is de naam voor een een licht ontvlambaar materiaal dat dient voor het maken van vuur. Wanneer de zwam op de juiste manier bewerkt wordt, kan hij dienen als startmateriaal voor het maken van vuur. Bovendien heeft deze zwam antibacteriële eigenschappen, waardoor je het vruchtvlees van de zwam kan gebruiken als verband bij een wonde. Dat echte tonderzwam in de prehistorie een belangrijke zwam was blijkt ook uit de vondst van de ijsman Ötzi. Die werd in 1991 teruggevonden in de Alpen en droeg ook echte tonderzwam bij zich.
(lees verder onder de foto)
Echte tonderzwam
Dag 3 – Op zoek naar een buikzwam
Lang niet alle zwammen stellen hun sporen bloot aan de lucht via gespecialiseerde structuren zoals plaatjes en buisjes. Dat bewijzen de buikzwammen, die hun naam danken aan het feit dat ze hun sporen inwendig vormen. Peervormige stuifzwam - Apioperdon pyriforme is alvast een kenmerkend voorbeeld.
Stuifzwammen zien er wat uit als een drumstok met een dikke steel met daarop een bolvormige verdikking. De peervormige stuifzwam heeft diezelfde basisbouw, maar heeft tegelijk de allures van een sappige peer. Het bolvormige deel – waar de sporen gemaakt worden - is bezaaid met korte stekeltjes. Je vindt deze zwam vooral op dood hout. De sporen worden uit een kleine ronde opening aan de top naar buiten geschoten wanneer de zwam mechanisch verstoord wordt, bijvoorbeeld door regendruppels die erop vallen of wanneer een dier of mens de zwam aanraken. Aan de steelbasis vind je witte strengen. Dat zijn verdikkingen van het mycelium; het zijn bundels van tientallen of honderden zwamdraden.
(lees verder onder de foto)
Peervormige stuifzwam
Dag 4 - Wie het kleine niet eert, …
Zwammen zijn er in alle vormen en maten, en ook de allerkleinste mag je zeker niet missen. Vaak zijn die mini-zwammetjes nog indrukwekkender qua vorm en kleur dan hun grotere broers. Eikeldopzwam - Hymenoscyphus fructigenus is alvast een mooie soort om naar op zoek te gaan. Deze soort – je raadt het nooit – groeit uitsluitend op eikeldopjes in de strooisellaag. Het zwammetje heeft een strogeel steeltje met daarop een schotelvormige verbreding. Bovenop dat schoteltje (dus niet aan de onderkant zoals bij plaatjeszwammen) worden de sporen gevormd. Op andere vruchten, zoals die van haagbeuk of hazelaar kan je nauw verwante soorten vinden die gebonden zijn aan die vruchten.
Een verwante soort, vals essenvlieskelkje (Hymenoscyphus fraxineus) kan je vinden op de bladsteel van essenbladeren. Deze zwam is een invasieve soort uit Oost-Azië, en is beter gekend als de essenziekte, een boomziekte die verantwoordelijk is voor het decimeren van het essenbestand in West-Europa.
(lees verder onder de foto)
Eikeldopzwam
Dag 5 – Speuren met je neus
Bij beukenkorrelkopje - Phleogena faginea gebruik je de geur om snel tot een identificatie te komen. Beukenkorrelkopje is een klein en bizar zwammetje dat je in groepen kan vinden op staande dode bomen (hoofdzakelijk beuk). Je herkent deze soort aan zijn kleine grijze bolletjes, op kleine grijze steeltjes. Binnenin de bolletjes zit een ietwat bruinere sporenmassa. Maar beukenkorrelkopje is vooral gemakkelijk te identificeren door zijn geur. Wrijf een bolletje tussen twee vingers. Ruik je de geur van een Maggi bouillonblokje? Of van lavas of fenegriek? Dan heb je zeker met beukenkorrelkopje te maken.
(lees verder onder de foto)
Beukenkorrelkopje
Dag 6 – Prikken maar!
Als het moeilijk is om zwammen op naam te brengen, kan je ook proberen om erin te prikken. Een beperkt aantal zwammen scheidt bij beschadiging een vloeistof uit. De bekendste zijn ongetwijfeld de melkzwammen, zoals o.a. populiermelkzwam - Lactarius controversus.
Vlaanderen staat vol populieren en daar vind je vrij vaak de populiermelkzwam. Het is een zeer plompe, stevige paddenstoel met een eerder korte steel, maar waarvan de hoed zo groot als een pannenkoek kan worden. Die hoed is vuilwit, met roze tot baksteenkleurige vlekken. Vaak voelt de hoed wat kleverig aan. De plaatjes staan dicht bij elkaar en hebben een bleekroze tint. Bij beschadiging aan de plaatjes vloeit er witte melk uit de paddenstoel. Belangrijk bij melkzwammen is ook de smaak van de melk. Hou je van pikant? Punt dan even je tong tegen een druppeltje melk en je merkt meteen dat deze zwam een pikant soort melk afscheidt.
(lees verder onder de foto)
Populiermelkzwam (foto Ruben De Lange)
Dag 7 – Op zoek naar een ‘aangebrande’ zwam
Vandaag gaan we op zoek naar zwarte paddenstoelen met een harde en droge textuur, die er heel anders uitzien dan de soorten die we de voorbije dagen zochten. Vroeger kreeg deze groep zwarte paddenstoelen de naam Pyrenomyceten – wat ‘verbrande zwammen’ betekent. En inderdaad, …het lijkt wel alsof deze soorten te lang in de oven hebben gezeten, maar laat dat je niet tegenhouden om deze boeiende groep van dichterbij te bekijken. Zo is er o.a. geweizwam - Xylaria hypoxylon: dit is ongetwijfeld de meest bekende vertegenwoordiger uit de groep van de ‘verbrande zwammen’. Geweizwammen zie je vaak verschijnen op prachtige foto’s; de zwarte zwam met de vaak witte topjes is inderdaad bijzonder fotogeniek. De naam beschrijft perfect hoe dit zwammetje eruit ziet: als een zwartgeblakerd hertengewei. De sporen zijn bruinzwart en worden naar buiten geduwd via kleine gaatjes in het ‘gewei’. Geweizwam is een houtafbreker die algemeen voorkomt op zowat alle loofhout, van takken tot grote stammen. Ga dus maar speuren in het bos naar een klein zwartgeblakerd hertengeweitje en hou je camera in de aanslag.
(lees verder onder de foto)
Geweizwam
Vreemde organismen in het bos…
Na een week van paddenstoelen zoeken, vinden we soms ook wat ‘vreemdere’ zaken in het bos. Zijn dit eigenlijk wel zwammen of gaat het hier om iets anders? Ik geef je alvast drie tips mee om een aantal ‘meesters in misleiding’ te ontmaskeren.
Eikenmeeldauw - Erysiphe alphitoides
Meeldauwen zijn parasieten die grote schade kunnen aanrichten, vooral in plantages. Je vindt meeldauwen ook gemakkelijk in de natuur. Bij jonge eikjes die dit jaar of in de afgelopen jaren gekiemd zijn, zien we vaak een witgrijze schijn op de bladeren. Dit is in de meeste gevallen eikenmeeldauw. Deze parasiet zal het hele blad in een witte zwamvlok hullen, waardoor het blad uiteindelijk afsterft.
Rhizomorfen
Op een stam dood hout, of tussen het strooisel kun je vaak stevige zwarte strengen vinden die nog het beste te vergelijken zijn met schoenveters. Dit zijn de gebundelde zwamdraden van een honingzwam (Armillaria ), een parasiet die de wortels van bomen aantast en daarna verder groeit als afbreker. Er komen een aantal soorten Honingzwam bij ons voor, waarvan er drie algemeen zijn (Echte, Sombere en Knolhoningzwam). Alle honingzwammen groeien in bundels en zijn gelig van kleur. Sombere honingzwam komt ook voor in de Verenigde Staten. In de staat Oregon vond men een gigantische zwamvlok, die de koosnaam "the humongous fungus" kreeg. Afhankelijk van de definitie, kan je deze bijna 10km² grote zwamvlok zelfs bestempelen als het grootste organisme ter aarde.
Gewoon ijsvingertje - Ceratiomyxa fruticulosa
Slijmzwammen zijn sociale amoeben die samentroepen om zich voor te planten. Alhoewel het geen echte zwammen zijn, worden ze van oudsher toch bestudeerd door paddenstoelkundigen. Dit fotogenieke slijmzwammetje verschijnt op rot hout en heeft een slijmerige consistentie. Neem dus eerst een foto voor je het gewoon ijsvingertje aanraakt!
(lees verder onder de foto)
Vlnr: eikenmeeldauw, honingzwam, gewoon ijsvingertje
Gebeten om meer te weten?
De week van het bos is een uitgelezen kans om je te verdiepen in de wereld van de zwammen. Door aandacht te besteden aan de verschillende soorten paddenstoelen en hun levenswijzen, leren we niet alleen bij over de biodiversiteit, maar ook over de belangrijke ecologische functies die zwammen vervullen, van hun taak in de voedingsstoffencycli tot hun symbiotische relaties met bomen. Wil je meer weten over de boeiende wereld van paddenstoelen? Ga dan zeker zelf aan de slag: neem een zoekkaart of een veldgids mee en ga op stap. Of ga mee met een begeleide excursie. Wie niet genoeg kan krijgen van deze fascinerende organismen kan zich aansluiten bij de overkoepelende padenstoelenvereniging in Vlaanderen, de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging.