Vlaanderen staat voor heel wat grote uitdagingen: de klimaatverandering, de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting, jobzekerheid ... Samen met een brede groep van belanghebbenden en experts, selecteerden we, naast het voortdurende biodiversiteitsverlies, nog vijf andere grote maatschappelijke uitdagingen voor de toekomst waarop groene infrastructuur (deels) een antwoord kan bieden. Deze uitdagingen staan niet los van elkaar, maar kunnen elkaar versterken of afzwakken.
- Het biodiversiteitsverlies tegengaan
Zowel wereldwijd als in Vlaanderen blijft de biodiversiteit er op achteruitgaan. Het verlies ervan heeft, ook in Vlaanderen, een reële impact op onze welvaart en ons welzijn. Met de aanleg van groene infrastructuur kan men meer ruimte voor biodiversiteit creëren, leefgebieden -zowel binnen als buiten de natuurgebieden- met elkaar verbinden en externe milieudrukken zoals vermesting, vervuiling en invasieve exoten verminderen. - Een gezonde werk- en leefomgeving garanderen
Een gezonde leefomgeving staat hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Groene infrastructuur kan voor aantrekkelijke groene ruimte in de leefomgeving zorgen waar mensen zich kunnen ontspannen en recreëren. Daarnaast kan doordacht aangelegde groene infrastructuur, zoals parken en waterpartijen, hittestress milderen in steden en kunnen fijn stof en andere luchtvervuilende stoffen door de vegetatie beperkt uit de lucht afgevangen worden. - Samen- en bewust leven
De kwaliteit van ons samenleven heeft een zeer grote invloed op ons welzijn. We kunnen met groene infrastructuur die kwaliteit verhogen door een aantrekkelijke woon- en werkomgeving te realiseren en de sociale samenhang in onze maatschappij te verbeteren. - Duurzaam gebruiken van natuurlijke hulpbronnen
Voor de invulling van onze basisbehoeften zoals voedsel, (drink)water en materialen zijn we afhankelijk van goed functionerende ecosystemen en de diensten die ze leveren. Het Natuurrapport 2014 toonde aan dat zeventien van de achttien onderzochte ecosysteemdiensten in Vlaanderen overbevraagd zijn. De natuurlijke hulpbronnen die aan de basis van die ecosysteemdiensten liggen, nemen af in omvang of in kwaliteit. Als we toekomstige generaties voldoende mogelijkheden willen gunnen, moeten we duurzamer met onze hulpbronnen omgaan. Voor Vlaanderen identificeerden we drie belangrijke aandachtspunten: de waterkwantiteit en -kwaliteit verbeteren, de bodem duurzaam gebruiken en voldoende ruimte voorzien voor biomassa en andere duurzame energiebronnen om een omschakeling naar een bio-economie en duurzame energieproductie mogelijk te maken. - Omgaan met een veranderend klimaat
Intense zomeronweders, nattere winters, lange droogteperiodes in de zomer, frequentere hittegolven,… De effecten van de klimaatverandering zijn nu al duidelijk in Vlaanderen. Groene infrastructuur kan de schade door wateroverlast beperken, het risico op verdroging verkleinen, onze ecosystemen veerkrachtiger maken en zelfs de concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer verminderen. - Voedselzekerheid waarborgen
Om de voedselzekerheid te waarborgen in een sterk veranderende wereld (handelsconflicten, geopolitieke spanningen,...), is het best dat regio’s zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn. Voldoende ruimte voor voedselproductie, een voldoende hoge productiviteit en een duurzaam bodemgebruik zijn basisvereisten om de voedselvoorziening te blijven garanderen, net als duurzame productie- en consumptiekeuzes.
Door de Natuurverkenning 2050 niet enkel te richten op het oplossen van het biodiversiteitsverlies, willen we beter aansluiten bij andere reële maatschappelijke vragen.