INBO Onderzoeksuitdagingen

Klimaatmitigatie via ecosystemen

In de strijd tegen klimaatopwarming spelen ecosystemen een belangrijke rol. Vlaanderen zet in op een beleid waarbij ecosystemen een milderend effect hebben. Het INBO ondersteunt dit beleid door onderzoek naar klimaatmitigatie via biogeochemische en biogeofysische effecten. Biogeochemische effecten omvatten het behoud van koolstofvoorraden, de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en het stimuleren van koolstofopslag. De focus ligt op (semi-)natuurlijke ecosystemen, variërend van onbeheerde bossen tot intensieve productiebossen, en van droge heidegebieden tot venige wetlands. Bij de biofysische effecten hebben we o.a. aandacht voor veranderingen in kroonsluiting of evapotranspiratie die het microklimaat beïnvloeden. Ook kunnen ecosystemen corridors bieden die de migratie van klimaatgevoelige soorten mogelijk maakt.

Centrale onderzoeksvragen zijn:

  • Het monitoren van koolstofvoorraden in bodem en biomassa, de invloed van landgebruiksveranderingen en aangepaste beheerpraktijken op koolstofvoorraden, en specifiek de rol van wetlands in de broeikasgasbalans. Deze gegevens zijn nodig om vragen vanuit het beleid te beantwoorden, voor LULUCF rapportage, koolstofcertificering, korte keten, circulaire economie, enz.
  • Welke factoren stimuleren of stabiliseren ondergrondse en bovengrondse koolstofopslag? We kijken hier zowel naar klassieke bodemeigenschappen, naar bodembiodiversiteit en ecohydrologische factoren, als naar de impact van verzurende en eutrofiërende deposities.
  • Op welke manier kunnen specifieke beheersystemen de effecten van klimaatverandering voor de biodiversiteit milderen, bv. door meer rekening te houden met het microklimaat?

Het INBO maakt hiervoor gebruik van gebiedsdekkende meetnetten zoals het bodemkoolstof- meetnet (Cmon), ICP Forests en LTER, en van verschillende internationale projecten die focussen op koolstof-hotspots, zoals oude bossen, waterrijke gebieden en veengebieden. Het onderzoek kadert in een bredere context met aandacht voor de percepties en het maatschappelijk draagvlak voor specifieke beheermaatregelen, en mogelijke trade-offs met andere ecosysteemdiensten en biodiversiteit.

Toekomstige onderzoeksthema’s omvatten:

  • Het dynamisch meten van real-time broeikasgasfluxen (CO2, CH4, N2O) vanuit de bodem met behulp van mobiele kamers, om de omstandigheden van beheer, waterpeil, waterkwaliteit en nutriëntenrijkdom te onderzoeken die leiden tot een maximale koolstofopslag
  • Het becijferen van koolstofvoorraden in boven- en ondergrondse biomassa. Samen met de gegevens over bodemkoolstof, zijn deze cijfers nodig om vragen vanuit het beleid te beantwoorden. Dit zal ook helpen om verschillende beheerstrategieën tegen elkaar af te wegen, bv. onbeheerde bossen versus meer oogsten en koolstof opslaan in houtproducten
  • Het evalueren van de potenties van koolstofcertificering, door het aanreiken van cijfermateriaal om geschikte maatregelen te selecteren en de effecten ervan te begroten

Samenwerking met andere instituten en universiteiten op nationaal en internationaal niveau is essentieel. Zo kunnen we bijkomende expertise opbouwen, vooral voor het meten van broeikasgasfluxen, voor modellering en voor beleidsondersteuning.

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}